Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 30 juli 1959
Recht uit Het Hart 3
Romantiek en
misverstand
Al
leven we in de tijd van abstracte kunst en nuchtere
zakelijkheid, daarom is de romantiek nog niet dood.
Eigenlijk sterft die nooit! Ergens in 'n verborgen
hoekje van ieder mensenhart smeult ze als een
kooltje onder de as. Ge behoeft er maar de blaasbalg
op te zetten om het opnieuw gloeiend te maken. Als
dit niet zo was, waarom zou dan op "Het Hart" in het
textielpaviljoen de galerij met de mode uit de
tweede helft der negentiende eeuw zo zeer de
aandacht trekken? Daar staan ze dan, onze sjiek
uitgedoste voorouders uit een tijd, die nog veel
grijzer van ouderdom lijkt dan hij in werkelijkheid
is. De ouderen, die op het eerste gezicht de
befaamde crinoline van de afbeeldingen van hun jeugd
ontdekken, raken plotseling mild gestemd en van een
heilige eerbied vervuld... De
rattekopjes-boven-petticoats proesten en ginnegappen
omdat ze het allemaal zo "vreselijk idioot"
vinden... Stemmen uit twee werelden... Stemmen uit
twee tijdperken!... Maar liggen ze in werkelijkheid
zo ver uiteen?...
In
de galerij staat een jongeman, die alles van oude
costumes weet. Geen pop maar een twintigste-eeuwer
van vlees en bloed, die met liefde en onvermoeibare
ijver alles vertelt, wat u over de oude mode weten
wilt. Zijn verhalen lopen over honderden op een
crinoline gestikte friezelefratsjes tot de
griezeligheden van bij het open haardvuur in brand
vliegende tantes. Hij kent de geheimen van de
19de-eeuwse wespentaille en leert u, dat onze
voorouders voor hun corset ook wel naar de... smid
gingen. En kent u het neusje van de zalm van die
oude wespentaille als we ons tenminste met deze
beeldspraak niet op te glad ijs begeven... Het
"je-van-het" van de taille van tante Amalia anno
1858?... Twee mannenhanden moesten een damesleest
omspannen kunnen. Dit summum van schoonheid en
koketterie vergde ieder kwartier een bijrijgen van
het corset. Totdat soms tante Amalia in katzwijm
viel...
Een
ogenblik hebben we ook aan het welhaast middeleeuws
marteltuig van het corset met al de fatale gevolgen
van dien gedacht, toen we in de historische galerij
een onbeweeglijke dame achter een naaimachine voor
het raam ontdekten. Zij zat daar zo stil in haar
tijdschrift te staren zonder te lezen als alleen de
beelden van het Parijse museum Grevin of van het
kabinet van de Londense madame Tussaud staren
kunnen. Opzet of toeval? In ieder geval werd ze
oorzaak van de volgende discussie: "Och, dat is óók
een pop!" "Niet waar!" "Ze verroert geen zier!" "Wel
waar! Je ziet de ademhaling!" "Daar zit een
machientje in." Zo ging de discussie nog enige tijd
voort met verhalen over panopticumfiguren uit het
begin van onze eeuw als op kermissen vrouwen met
zwaar hijgende boezems, kilo's gewichten aan de
armen en van smart vertrekkende gezichten, met blote
voeten op vlijmscherpe spijkers te "lijden" stonden
tot vermaak van het geachte publiek...
Eindelijk vond de dame achter de naaimachine, die de
hemel weet hoeveel binnenpretjes beleefd heeft, dat
het spel lang genoeg geduurd had. Glimlachend hief
zij het hoofd op, waarmee meteen het misverstand
opgelost en de betovering verbroken was... "Och,
gek, zie je wel, dat ze leeft!"... waren de laatste
woorden, die we van het groepje beetgenomen
bezoekers opvingen... En gij, onbekende schone, ons
compliment! Opdat ge uw spel nog vaak moogt spelen
in de komende dagen!...
FLANEUR