CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Toen het zomer was in Hilvarenbeek

Het Nieuwsblad van het Zuiden - woensdag 1 oktober 1969

 

Op de "Vrijthof" van Hilvarenbeek is de grasmat groener dan elk gazon waar ook ter wereld. De zeer culturele voeten zijn er weer eens overheen gegaan en hebben er, meer Breugheliaans dan cultureel, onder de traditionele koffietafel gestaan. Op haar beurt is een kermis er deze zomer overgewalst. Wat er echter daar ook gebeuren mag: het Beekse gras wordt telkens opnieuw geboren. Groen, groener, groenst! In de eeuwige jeugd, zoals ook dat oude Beek een hergeboorte beleeft als ge uw ogen - en vooral uw hart - niet in uw zak hebt.

Iedere keer, dat de nauwe Paardestraat u bij de strot grijpt, laat ze u, nog vóórdat ge het benauwd begint te krijgen, ogenblikkelijk los. Geschrokken van eigen durf en het vertoon van uw vrijkaartje. En een vrijkaartje voor de "Vrijthof" hebben we allen! Nu haalt ge verlicht adem: gelukkig, het is er nog allemaal. Er komt waarachtig méér bij dan er af gaat! Honderd en één keer zijt ge er al geweest. In repetitie van herhaling, maar telkens is de voorpret al een heel eind meegereden in uw auto, die ge nu per se aan de kant dient te zetten. De "Vrijthof" en Beek kunnen niet eens eventjes "gedaan" worden, zoals velen - misschien zelfs de meesten van eigen streek - daar een handje van hebben. Beek weigert eenvoudig zich te laten "doen". Liefst zou het tegenover zo'n aanslag dichtklappen als een oester als het dat kon. Beek vraagt, met een tikje ijdelheid, om veroverd te worden. Dat betekent niet met gewone mensenogen bekijken maar intens beleven met hart en ziel, u er volkomen weerloos aan overgeven, bereid als een opengeslagen receptieboek, waarin nog véél kan geschreven worden maar waar nog niemand in geschreven heeft. Dit alles totdat de gigante toren met zijn wijsheid van eeuwen instemmend glimlacht alsof hij zeggen wil: "Goed zo jongen. Zó moet het!"... Op een dergelijke manier benaderd, stelt Beek zich open voor boeren en burgers, dommen en geleerden, armen en rijken, doven en stommen. Maar ook voor dichters, filosofen, levenskunstenaars, dagenmelkers en andere nietsnutten als er maar een hart in zit...

 

Wanneer we op de "Vrijthof" komen, voelen we ons eerst altijd als een kind met een hele grote taart in de hand, die we uit het vuistje op moeten peuzelen maar waarbij we niet weten aan welke kant we er in zullen bijten. Je kunt eigenlijk overal beginnen. Wie durft te beweren dat dit gelogen of gefantaseerd is? Louter toeval als we uitstappen "Achter het Raadhuis"? Of komt het door het ontbreken van de bakstenen boog, die hier van oudsher over het smalle klinkerstraatje sprong, maar daar nu in het ijle zou tasten omdat het belendende huis is weggebroken? Het betekent een geruststelling te vernemen, dat hij terug zal keren zodra de geplande raadhuisuitbreiding tot stand is gekomen.

 

Veel te zien

"Achter het Raadhuis" valt veel te beleven, want er zit méér raadhuis achter dan vóór de "Vrijthof". "Ge kunt er nie in", zegt een voorbijsloffende boer, die ons door het witgeschilderde hek van smeedijzer naar de binnenplaats ziet loeren als een dief achter de tralies. We hoeven er ook niet in, want op de hoge magistratuur hebben ze recht op een vrije zaterdag. In de stille beslotenheid van de binnenhof kunt ge de stenen misschien ook wel eerder tot spreken verlokken. Dat lukt echter niet voordat ge te weten zijt gekomen, dat de onverwachte metgezel gepensioneerd is, vijfendertig jaar in Beek woont, ooit "een schoon boerderijke" heeft gehad, er een dochter in Tilburg woont enz... Wie meent, dat dit allemaal niet veel met Beek te maken heeft, toont weinig gevoel voor "couleur locale". Het heeft er alles mee te maken. Zo'n praatje is symptomatisch: ze zijn hier niet te lui voor een babbeltje en altijd graag tot inlichtingen bereid. Dat de man niet blijkt te weten, wat het nu verweesde beeld op de binnenplaats voorstelt, verbaast u wel een beetje. Gelukkig denkt ge het zelf te weten. Dat vrouwke met de gevulde hengselmand aan de arm "gaat mee de krommen èrrem". Als het hek niet gesloten was geweest, zou ze nu met al haar goede gaven bij een kraamvrouw gearriveerd zijn en hadden de blauwe keitjes hun bogen om een lege sokkel getrokken.

 

Verborgen saters

De serene rust, die ge rondom deze binnenplaats en het hele raadhuis meent te ervaren, is een grandioze vergissing als gevolg van oppervlakkige waarneming. Er wordt hier met een geweldig plezier gespeeld en het is alsof er overal verborgen saters te lachen zitten om al wie het niet ziet. Klassieke timpanen, vóór en achter met strak gehouden ramen in brede kozijnen, rondbogige deuren, torentje met een omgekeerde ui in de top. In een colonnade van een complete kloostergang zouden een monnikje en ingetogenheid voort kunnen schrijden als beide culturele verworvenheden niet tot de steeds schaarser wordende artikelen behoorden. Ook kolommen langs de deuren. Geen Ionische, geen Corinthische en geen Dorische, zonder cannelures maar effen glad, naar boven verjongd en smal gekanteeld, alles louter om de pret van kolom te zijn. De Brabantse leeuw klimt er tegen de gevel en het kazuifel van het gemeentewapen sticht bij de niet-ingewijde mogelijk verwarring. Dat zijn de twee Hilver-beekjes, die eens de "Vrijthof" langs noord en zuid omarmden om elkaar bij de Varkensmarkt te vinden. Tegen de zijgevel wordt een blanco wapenschild in reserve gehouden. En dan hebben we nog niets gezegd van de aan het smeedijzer bestede eer. Het is er rijk vertegenwoordigd. Sober en recht van lijn, gecamoufleerd onder verf, wit als de zwaan van Leda maar ook zwart als een doodzonde van rond 1925. Daar barst dan even een met moeite al te lang ingehouden dartelheidje uit van een sober motiefje, dat echter op het daktorentje steigert tot een in het niets verijlende herhaling van bol-boog-bolletje-boogje-punt. Nu is de tijd aangebroken de verrassing van uw leven te doen. Ondanks alles wat uw oog ontdekt, trots frivole insinuatie, staat ge per saldo toch wel heel duidelijk voor een gedisciplineerde beheerstheid, die hier gestold zit in een harmonieus evenwicht van een met klassieke inslag vermengde Kempische baksteenbouw. Nergens in de omtrek zoudt ge zo'n mooi raadhuis kunnen vinden. Maar de satertjes zijn we toch niet kwijt geraakt...

Bij een verdere rondgang over de "Vrijthof" blijkt hoe men daar elkaar de balletjes toegooit. Dezelfde motieven herhalen zich. Er is overeenkomst tussen de ballen van de grote toren en het kleine torentje van de kerk met die van het raadhuis en er heerst harmonie in de strakheid van geheel nieuwe of oude, gerestaureerde panden. De noordzijde is er goed mee gezegend in zijn eerbiedwaardige, katholieke pastorie met groot bovenlicht. Bewogen historie spreekt er uit de protestantse pastorie (rond 1800) met een nog sierlijker bovenlicht en uit het protestantse kerkje. Dan zijn daar nog het vernieuwde "Open Huis" met de karakteristieke boogpoort van de niet meer in bedrijf zijnde brouwerij. Heel deze bebouwing marcheert uit het gelid. Het ene pand doet een stap voorwaarts en het andere een naar achter als onbewuste demonstratie tegen een rechte rooilijn als hoogste wijsheid. Let maar eens op hoe deze kant het wint van de rechtgetrokken westzijde. De oudjes hebben nog geboft, want ge slaat op de "Vrijthof" in Beek zo maar niet meer aan het bouwen. Om de dooie dood niet! De dorpskern is officieel beschermd. Sommigen tot vreugd, anderen tot smart.

 

Veldboeket

Het bonte veldboeket van parasols en zomerjurken-om-gebruind-vlees staat vandaag - met alle risico dat de bijen er op af komen - extra groot als blikvanger te pronken op de hoek van de Wouwerstraat. Hier hurken drie karakteristieke panden van het oude Beek. Twee er van leveren de enige cafés van de "Vrijthof", die er wel ooit vijf gehad heeft met hotel "De Ossekop" aan het hoofd. Een der cafés draagt in de vernieuwde voorgevel, waarachter lang geleden in de "armenkamer" brood en spek werd uitgedeeld, het jaartal 1641. Dat mag elders voor de wijn misschien een goed jaar zijn geweest, in Beek was het toen maar onplezierig leven. Met een boogoverspanning leunt dit huis tegen café "De Zwaan" en dus ook tegen "Betje" want de een is zonder de ander niet denkbaar. Als we straks aan de Costa Brava zitten, moeten we toch eens een ansichtkaartje sturen! "Aan Betje, Lindenwirtin, Holanda" zullen we er op schrijven. Met twee dikke strepen onder "Holanda" om te voorkomen dat de kaart bij Bad Godesberg verzeild raakt. Eens kijken of de proef lukt!... Voor vandaag bepalen we ons maar tot het zitten achter een glaasje "jus dorans" in de stoel van de koningin, rechts achter op het terras, blij als de Amerikaan, die in Wiesbadens opera op de stoel van "Kaizer Wielhelm deer Tswaite" had gezeten.

 

Plein der linden

Bij alles wat de "Vrijthof" verder nog mag zijn, is hij zeker het plein van de linden. Hier moedert de reus van 1676 over een krans van nakomelingen, die door een serie putten regelmatig van mest voorzien worden. Aan de zuidzijde van het plein wordt een aankomende reus in reserve gekoesterd, waarmee Beek de traditie voortzet van er een oude en een jongere lindeboom als plaatsvervanger op na te houden. Geen Beek denkbaar zonder de linden. Wilt ge trouwens een woonplaats verkrachten, dan behoeft ge er maar de lindebomen te rooien!

In de schaduwpoel aan de zuidkant steekt een geschrokken "Bevrijdingszwaan" van brons op een sokkel een gerekte nek met geluidloos gesnater omhoog in de hier zwaar wegende schemer. Ze houden in Beek van beelden. Bij de rietgedekte kiosk de karakteristieke kop van Van Duinkerken, beelden aan weerskanten van de hoofdingang van de kerk en binnenkort den doctor P.C. op het gazon naast de kerk. Alles van de hand van gewestelijke kunstenaars. Tot de collectie behoort ook nog H. Clara, die in haar slankheid verloren valt tegen de noordelijke torenflank. Dat is Clara van de worst, die onze geest altijd wat molliger heeft gezien. Dit doet er trouwens niet toe want we hebben er toch een blijvende rancune tegen. Ze heeft zich tegenover ons te chicaneurig gedragen, toen wij haar - op onze trouwdag, onder charmante aandrang - een worst beloofden als ze het niet liet regenen. Het blééf droog, zij het met hangen en wurgen, maar toen na de plechtigheid de deur van de auto weer dichtklapte, hield ze de regen geen seconde meer tegen. Ze kreeg haar worst, al heeft het een punt van discussie uitgemaakt of ze hem eigenlijk wel verdiend had. En daarom staat ze nu weggedrukt tegen de Beekse torenwand...

En dan die toren zelf. In 1450 zijn ze er al aan begonnen te bouwen. Veertig meter hoog klom hij naar de hemel en toen hebben ze er nog een spits van 28 meter op gezet, speels en geestig, bekroond door een open koepeltje en een peer. Veel wederwaardigheden en avonturen heeft hij overleefd. Ook in de laatste wereldoorlog is hij op het nippertje aan de vernieling ontsnapt. Met zijn voeten stevig in de Beekse grond staat hij de eeuwen door als een van de mooiste scheppingen van de Kempische Gotiek. We moeten tot Hoogstraten en Asperen (Z.H.) toe denken om zijn evenbeeld te vinden. Ook ontkomt ge niet aan de vraag wat was dat toch voor een levensgemeenschap, die zo'n gooi naar de hemel durfde doen en zo'n wonder baarde. Een antwoord geeft alleen Beeks bewogen geschiedenis.

Een grote vergissing is het te denken, dat ge op de "Vrijthof" Beek helemaal hebt gezien. Velen maken dit abuis, al zal dat vermoedelijk in de toekomst minder worden, omdat de open ruimte aan de noordkant van de kerk met de daar grijs, wit en rood oplichtende huizenrij u met de aantrekkingskracht van een magneet in deze richting dwingt. Slenterend over het gerimpeld klinkerpaadje van een naamloos straatje met het kerkhofmuurtje aan uw ene en al de kleur en speels huppelende lijnen van gerestaureerde huizen, huisjes, muurtjes, poortjes met overhangend groen aan uw andere hand, bloeit er een nooit eerder gekend stukje Beek open.

 

Ontbolstering

Die ontluiking is nog in volle gang maar toch al wel zó ver gevorderd, dat de zo lang ingesloten kerk al voor een deel uit haar bolster is gepeld. Dit betekent, dat ge ze nu ook op enige afstand van de achterkant kunt bekijken om haar op een heel nieuwe manier los te zien komen uit het te nauwe keurslijf van haar omgeving. Ze wordt er veel indrukwekkender door. Verder wandelend wacht de intimiteit van kleurige huisjes met tuintjes ervoor en van het driehoekige, Frankische speelgoedpleintje van de Varkensmarkt met een lindeboom keurig in het midden vastgeprikt.

Automatisch druilt ge door een eng straatje, dat in een vestingstadje thuis hoort, naar de zuidkant van de kerk. Aan de achterzijde moet de voorgenomen ontbolstering nog beginnen. Huizen, heel of half onbewoond of dichtgespijkerd, happen er hun laatste adem. Ze weten de sloper om de hoek loeren. Daarom proberen ze nog even gezellig bijeen te zitten, zich nog altijd bewust van hun goede komaf. Gezeten burgers en patriciërs zijn het wel geweest. Dat spreekt er door hun schamelheid heen. Het groenbemoste kerkmuurtje dat met zijn gras en onkruid tussen de voegen zo vele jaren hun overbuur is geweest, kan het ook niet gebeteren, dat het wél tot overleven uitverkoren is. Voor al die andere komt er een afscheid van de gladiatoren, maar ze zullen de hand niet meer heffen en voor het sterven de Caesar groeten. Ze zijn immers al gestorven.

 

Grafzerken

Aan de voet van de zuidflank van de toren vier grote grafzerken, waarvan er twee gebroken blijken. Ze zijn nog niet zo lang geleden te voorschijn gekomen uit de hoofdbeuk achter in de kerk bij het verwijderen van banken. "Er moeten er nog een hele hoop in de kerk liggen", zegt een oude Bekenaar. "Men heeft er ooit de nieuwe vloer gewoon overheen gelegd." De nu ontdekte dateren van 1610, 1616, 1617 en 1622. Voeten van talrijke geslachten zijn er achteloos overheen gegaan. Zij hebben de teksten afgesleten maar men heeft die toch nog weten te achterhalen.

Als ge ze kennen wilt - hier zijn ze:

1. "Hier leet begraven Gerard Peters gestorven 1622 ende Peter Gerardts sijn soen gestorven 1625, ..... van deze kerck. Bidt voor de ziel". In het midden staan drie gekruiste strijdkolven in een ring. Betreft het hier soms kerkmeesters?

2. "Hier rust Catharina van de Venne huisvrouw van Andries Michiels sterf den 14 November 1610 met Jan Bonarts haer voorgaenden man. Bidt voor de sielen".

3. "Begravenisse Heer ende Meester Adriaen Jan Scellekens priester ende cantor deser kercke sterf den 30 Juni anno 1616".

4. (In 't Latijn) "Hier ligt begraven Cornelius Paludanus (Van den Broek), rector van het St. Joris-altaar en gedurende 60 jaar vicarius overleden 28 april 1617".

De duiven, die de steenband onder de galmgaten van de toren gepacht hebben - pats, daar valt er weer een ridderorde op de eerbiedwaardigheid van 1616! -tonen weinig respect voor het verleden. Beter zó dan op onze jasrevers!...

 

Vertraagde film

Tot de intrigerende klinkerstraatjes behoort het stenen pijpje, dat naast de katholieke pastorie naar de Voorste Pad sluipt. Hier is de illusie van een vestingstadje even volledig. Daarna kunt ge over de gerestaureerde muren in de hoven van de aan de noordkant van de "Vrijthof" gelegen huizen kijken. De toren speelt hier een verrassend spel. Midden in een klad lucht, die de bomen voor hem hebben uitgespaard, laat hij niets anders dan zijn blauwe "peer" zien. Een aantal passen naar het westen glijdt een deel van de spits onder de bal te voorschijn en nog wat verder staat als derde vervolgbeeld de hele spits met haan en bliksemafleider tegen de lucht geëtst. Steeds groeiende beelden als van een sterk vertraagde film, die u in de verleiding brengen dezelfde weg nog eens heel hard lopend af te leggen om te kijken of er niet een echte filmbeweging uit geboren wordt. Drie orgelpijpen, van populieren, wat vermoeide klimop over een muurtje en een torentje als een tandestoker op het leien dak van het protestantse kerkje completeren het panorama tot aan de Wouwerstraat. Hier gearriveerd hebt ge een weinig bezocht maar heel pittoresk deel van het oude Beek gezien.

 

Kan niet missen!

Als ge daarna, gezeten op een caféterras, de film van de hele expeditie nog eens in de geest overdraait, weet ge zeker, dat er in Beek iets bijzonders aan de hand is. Ge komt daar niet meer onderuit. De mogelijkheden blijken vooruitziend onderkend. Geleid door geesten en handen die weten wat ze willen, ontluikt er, langzaam maar steeds doelgericht, op en om de "Vrijthof" een vernieuwde kern met behoud van de oude sfeer van romantiek en permanente afstraling van 'n groot verleden. Daaromheen groeit aan de gemeenteranden het moderne Beek met zijn blanke bungalows van moderne romantiek. Als hier in de zomer tussen de flagstones de veredelde margrieten te wuiven staan, dringen die zich onbewust op als een symbool van het hele dorp: een groot klaar hart, gevat in een krans van witte bloembladen.

 

PIERRE VAN BEEK