Tilburg voerde 113 jaar onjuist gemeentewapen
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 20 augustus 1970
Een
extra glaasje zal er wel niet op gedronken worden! Toch
zou de gemeente Tilburg thans een historisch feit kunnen
herdenken. Op 22 augustus is het nl. precies veertig
jaar geleden, dat het huidige gemeentewapen bij
Koninklijk Besluit werd goedgekeurd. "Is ons
gemeentewapen dan zo pril van jaren?" horen we al
verwonderd vragen. Dat nu bepaald niet. Voor het
huidige, zoals men dit op onze officiële stukken
aantreft, luidt het antwoord: ja! Tilburg heeft namelijk
113 jaar lang een historisch onjuist wapen gevoerd
zonder dat daaraan in al die tijd enige notie is
geschonken. Totdat mensen met heraldische interesse en
kennis de aandacht op de fout vestigden. Intussen heeft
het nadien dan toch altijd nog maar tien jaar geduurd
alvorens de fout van het verleden hersteld kon worden.
Op 22 augustus 1930 was het dan eindelijk zover. Nu is
het wel interessant eens na te gaan hoe die vork aan de
steel heeft gezeten. Als pikante bijzonderheid kan
daarbij gelden, dat de bekende glazenier Joep Nicolaas,
kort na de opening van het Paleis-raadhuis, genoodzaakt
werd het op de daar door hem vervaardigde
gebrandschilderde ramen voorkomend gemeentewapen te
veranderen.
Voor de
kennis van het Tilburgse gemeentewapen kunnen we tot
heden niet verder teruggrijpen dan tot het schepenzegel
van de Heerlijkheid Tilburg en Goirle zoals dat in ieder
geval van 1453 tot 1711 voor officiële stukken werd
gebruikt. Een charter van 28 maart 1453 vertelt, dat de
hertog van Brabant, Philips van Bourgondië, aan Pauwels
van Haestrecht (de Jongere), wiens vader in 1387 in het
bezit van de Heerlijkheid Tilburg en Goirle kwam,
vergunning gaf naar eigen goedvinden zeven schepenen te
benoemen en dat deze schepenen gemeenschappelijk een
zegel zouden gebruiken. Dit zegel vertoont in het midden
de H. Dionysius, de kerkpatroon van Tilburg, met rechts
(heraldisch) het wapen van Philips van Bourgondië, links
het wapen van het geslacht Van Haestrecht en aan de
voeten het wapen van Tilburg. Het omschrift in gotische
letters bevat de tekst: S. coe Scabinorum de Tilborch et
Goerle (Sigillum commune Scabinorum enz. - Zegel van de
verenigde Schepenen van Tilborch en Goerle).
Schepenzegel
Afwijking
Bij
aandachtige beschouwing van het wapen van Tilburg blijkt
dit essentieel af te wijken van het tot 1930 in Tilburg
gebruikelijke. Dat wapen van 1453 vertoont een gevoegde
burcht met drie verlichte en gedekte torens. In de muur
die de torens omgeeft, bevindt zich een poort. Volgens
nog in het Tilburgse gemeentearchief aanwezige stukken
bleef bovenstaand zegel in gebruik tot 1711. Weer staat
bij het daarna volgend zegel St. Dionysius met zijn
hoofd in de handen, in het midden. Het omschrift bleef
gehandhaafd, maar het wapen van Philips van Bourgondië
maakte plaats voor dat van het geslacht Van
Hessen-Kassel, dat in 1710 de heerlijkheid had
verworven. Op de plaats van het wapen van Van Haestrecht
verscheen het Tilburgse wapen. Dit blijkt intussen een
nogal belangrijke verandering te hebben ondergaan. Bij
het oude zegel van 1453 was de middelste toren groter
dan de twee andere. Thans zijn drie torens van gelijke
hoogte. Ze staan in rechte lijn op één horizontale muur
zonder poort terwijl van de oude ringmuur geen sprake
meer is.
Geknutsel
Dit
wapen werd gebruikt tot 1754, het jaar dat het geslacht
Van Hogendorp heer van de heerlijkheid werd. Deze
verandering vergde weer een nieuw schepenzegel. De H.
Dionysius heeft nog steeds zijn hoofd in de handen, het
wapen van Van Hessen-Kassel heeft het veld geruimd voor
dat van Van Hogendorp van Hofwegen. Het wapen der stad
Tilburg vertoont weer drie gelijke torens op een rechte
muur. Later blijkt aan het gemeentewapen nog méér
geknutseld. Na het herstel van Nederlands
onafhankelijkheid in 1813 komt Tilburg met een wapen op
de proppen, dat drie torens op een platform met poort
vertoont en waarbij de torens zelfs van kantelen zijn
voorzien.
Nu de
Fransen de deur uit waren, moest er nieuwe orde op zaken
gesteld worden. Zo werd op 24 juni 1814 de Hooge Raad
van Adel gecreëerd. Dit lichaam kreeg tot taak alle
steden en dorpen van een behoorlijk wapen te voorzien.
Voor zover ze dat al eerder een hadden bezeten, werden
de gemeenten verzocht een tekening hiervan de Hooge Raad
van Adel ter goedkeuring voor te leggen. Het Tilburgse
gemeentebestuur heeft naar aanleiding daarvan in 1815
een afdruk zonder omschrijving ingestuurd van het
fantasieprodukt waarover men beschikte. Daaraan heeft de
Hooge Raad op 16 juli 1817 zonder meer zijn goedkeuring
gehecht. Die Raad kon immers ook niet alles weten en
bovendien werd er van verteld, dat hij bij zijn
oprichting niet bepaald uitmuntte door deskundigheid.
Herkomst
Bij de
geschiedenis van het wapen van Tilburg hebben
vermoedelijk de speculaties over de herkomst van de naam
Tilburg een rol gespeeld. Men moet bewondering hebben
voor het vernuft, in- en uitlegkunde, die daarbij aan de
dag zijn gelegd. Wij duiken daar nu niet in, herinneren
er alleen aan, dat men het o.a. een tijd op drie
burchten of drie kastelen heeft gehouden, die er in
Tilburg gestaan zouden hebben. De gedachte aan die drie
burchten is al lang geleden prijsgegeven. Nadien heeft
men het in één burcht gezocht. Bij die wapens met hun
drie torens schijnen de drie kastelen wel in de
achterhoofden van de ontwerpers meegespeeld te hebben.
Kruikskes
Ondertussen zat Tilburg dan toch maar met een niet
correct wapen, waar overigens niemand een boterham te
minder om heeft gegeten. Onze politieagenten hebben er
jaren lang mee geparadeerd op hun nikkelen
uniformknopen. Spotters duidden in die tijd de drie
torentjes als "drie kruikskes" aan. Dat verkeerde wapen
stond ook op de gietijzeren lantaarnpalen van de
gemeente, die we nu in de gazons van bungalows, villa's
en landhuizen aantreffen. We willen niet aan
prijsopdrijving doen, maar misschien worden ze door ons
verhaaltje nu nog wel iets méér waard dan ze al gekost
hebben.
Niet
onvermeld mag blijven een interessante ontdekking van de
vooroorlogse gemeentearchivaris Ouwerling en het
VVV-bestuurslid F.J. Popelier. Toen die heren eens
rondsnuffelden in de Heikese toren, constateerden zij,
dat een in 1654 gegoten klok een Tilburgs wapen droeg,
dat overeen bleek te komen met dat van het vanouds
bekende schepenzegel van 1453. Dat zat dus wel goed. Op
gemeentestukken uit de 16de en 17de eeuw wordt ook dit
wapen gebruikt. In het begin der 18de eeuw waren het
daar drie gelijke torens op rechte muur. Aan B. en W.
werd in 1920 geadviseerd weer tot het oude wapen terug
te keren en er ging gedocumenteerd een verzoek voor een
méér historisch wapen naar de Hooge Raad van Adel.
Na 10
jaar
Tien
jaar heeft men op inwilliging daarvan moeten wachten.
Pas op 22 augustus 1930 kwam een Koninklijk Besluit af,
waarbij het van 16 juli 1817 daterende wapen werd
veranderd en een nieuw goedgekeurd. Tilburg had het
derhalve 113 jaar met een niet juist stadswapen gedaan.
Volgens de officiële tekst is ons nieuwe tot op de dag
van vandaag vigerende wapen samengesteld als volgt: "In
azuur (blauw) een gevoegde burcht van goud, bestaande
uit drie verlichte ronde torens, waarvan de middelste
een weinig groter, gedekt met spitse, van bollen en
windvanen voorziene daken, en staande binnen een
veelhoekige ringmuur van hetzelfde (dus ook van goud!)
met poortopening in de schild". Zij, die zich geroepen
voelen voor bv. feestelijke gelegenheden,
souvenirartikelen of anderszins het Tilburgse wapen uit
te voeren, weten nu dus precies, waaraan zij zich te
houden hebben om geen heraldische zonden te bedrijven.
Sinds veertig jaar hoort het zo.
Wat dat
wapen van 1453 betreft: kleuren daarvan zijn niet
bekend. Zegels geven die niet en bij de klok van 1654
kan men daarvoor uiteraard evenmin terecht. Al lang vóór
de officiële vaststelling van het nieuwe wapen golden
blauw en geel als de Tilburgse kleuren. NOAD voetbalt er
nog altijd in. Hoe lang het op het schepenzegel van 1453
voorkomende wapen vóór die tijd eventueel gevoerd is,
behoort tot de raadsels, die op een oplossing wachten.
Incident
Een min
of meer pijnlijk "incident" deed zich om het
gemeentewapen voor, kort na de ingebruikneming van het
Paleis-raadhuis. De burgerij had de gemeente een
gebrandschilderd raam aangeboden, dat men aantreft bij
de trap naar de bovenverdieping. Op dat door de bekende
glazenier Joep Nicolaas vervaardigde raam kwam een
gemeentewapen voor, dat heraldisch fout werd geacht en
daarom aan kritiek blootstond. Vooral L.G. de Wijs,
secretaris van de VVV "Tilburg Vooruit" en in de
dertiger jaren ook enige tijd lid van de gemeenteraad,
toonde zich hierbij actief. Men drong op wijziging aan.
De kunstenaar voelde daar niet veel voor, maar moest ten
slotte voor de aandrang zwichten.
Wat er
toch niet allemaal aan een gemeentewapen kan vastzitten!
En nu maar aan het feesten...!
PIERRE
VAN BEEK