CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Bladel bezit nog veel stille ongerepte bossen

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 13 juli 1968

"O, dat is daar ergens in de 'Acht Zaligheden'. Daar is het met kranten dichtgeplakt." Met dit oordeel zijn we in onze jeugd grootgebracht. Nog altijd heeft de naam "Acht Zaligheden" een bekende klank. Hij houdt echter geen denigratie meer in, maar bezit veeleer de charme van oude Brabantse gemoedelijkheid en wekt de stille verwachting van het intieme, dat reeds op zoveel plaatsen verloren is, maar waarnaar velen, die naar buiten trekken vandaag, al of niet bewust speuren. Die "Acht Zaligheden" zijn de plaatsen Reusel, Eersel, Steensel, Duizel, Hulsel, Knegsel, Wintelré en Netersel, welk laatste dorp onder de gemeente Bladel behoort. Met "Zaligheden" hebben de plaatsen niets vandoen. Ze danken die benaming alleen aan het feit, dat de namen vroeger alle op "sel" uitgingen. Dat geldt zelfs voor het afwijkende Wintelré, dat door de bevolking nog wel Wintersel wordt genoemd. De "Zaligheden" komen dus van de "Selligheden". Bladel hoort er dus niet bij, anders komen we aan negen en dan is het niet leuk meer.

Er zitten er trouwens een paar in het rijtje, die de oude trits zijn ontgroeid door de - na de oorlog - doorgemaakte industriële ontwikkeling. Dit is op de eerste plaats met Bladel, de kerngemeente van dit deel van het Kempenland, het geval. Het is echter niet naar Bladel als kerngemeente dat we op zoek zijn gegaan. Ons lokte het Bladelse bosgebied ten zuiden van de Kempenbaan, die een rustige verbinding tussen Hilvarenbeek en Eindhoven vormt. Hier moest het wel "een veilige plek in deez' rumoerige wereld" zijn.

 

Mogelijk kijkt men in Tilburg een beetje vreemd op als men hoort over de Bladelse bossen. We hebben de indruk, dat de onbekendheid ermee vrij algemeen is en dat het eigenlijk "Hollanders", de mensen van het westen, zijn, die het ongerepte, Brabantse natuurschoon beter kennen dan zij, die er met de neus boven op zitten. Daarom valt er daar ten zuiden van Bladel heel wat te ontdekken voor minnaars van stilte en eenzaamheid.

De toegang tot het hart van het gebied is uiterst gemakkelijk. Hij bevindt zich aan de rondweg, links naast Bladels prachtige zwembad. Dit bad alleen vormt een attractie op zichzelf; niet alleen om zijn tot 21 graden verwarmde water met speel- en zonnewei van 3,5 ha, maar vooral door zijn prachtige ligging, waarvoor 'n dankbaar gebruik werd gemaakt van de reeds voordien aanwezige beplanting: loofhout en hoge mastebomen, waartussen de kenner zelfs de uitheemse zeeden kan ontdekken. Een gemeentelijk sportpark profiteert hier ook dankbaar van de natuurlijke beplanting van de omgeving.

 

"De Tipmast"

De verharde Bossingel boort zich direct naar het zuiden, waarbij hij aan weerskanten door bebossing wordt vergezeld. Er zijn verschillende aardige plekjes. Eenvoudige, pas aangebrachte banken nodigen tot een prettig zitje en de exotische naam "Egypte", welke op een naambord opduikt, prikkelt de nieuwsgierigheid. Steeds tussen bossen door leidt de harde weg naar de "Tipmast", een naam, die ge al bij het begin van de Bossingel zijt tegengekomen. Daar waar de verharding ophoudt, stuit ge tot uw verrassing op een nieuw, langs de weg gelegen restaurantachtig paviljoen, waar op drie verhoogde terrassen aan zuid-, oost- en westkant fleurige stoeltjes onder even fleurige parasols lokken. Aansluitend zult ge er ook nog een welvoorziene winkel ontdekken. Ge zijt aangeland bij een uitgangs- en rustpunt voor uw expeditie door de bossen.

Het paviljoen is de wel zeer comfortabele cantine van de Stichting Vakantiespreiding Ambtenaren, die hier op een 26 ha groot bebost terrein een veertigtal bungalows voor bij haar aangeslotenen beschikbaar houdt. Een in de buurt gelegen bos werd bestemd voor kampeerders met tent of caravan. Een nieuwigheidje daarbij is, dat ieder kampeerplekje blijkt uitgerust met 'n kookgelegenheid en sanitair, zodat men hier de lusten van het kamperen kan genieten met minder lasten dan de gebruikelijke. Bij enige herhaalde bezoeken bleek de kantine, die evenwel niet op alle uren van de dag is geopend, ook toegankelijk voor de gaande en komende man.

 

Wandelroutes

En nu maar op stap door de bossen! Een aantal wandelroutes staan hier met paaltjes uitgestippeld. Laten we eerst maar die van de rechterkant kiezen, welke u vroeg of laat naar het Kroonven voert. Sommige wat verwilderde wegen zijn pas schoongemaakt, wat hun aantrekkelijkheid niet verhoogt en waarom zij het onderspit delven tegen de met gras begroeide. Maar de natuur is wel zo mild, dat zij het kale, grijze zand met de mantel van haar liefde zal bedekken door in de kortste keren voor een weer natuurlijke bodembegroeiing te zorgen. Er wordt hier trouwens veel aan de natuur overgelaten, men speculeert zelfs op haar medewerking. In een deel van de bebossing aan de rechterkant van de Postelse Dijk werd in het verleden de opkomende onderbegroeiing opzettelijk vernietigd. Thans heeft men het roer omgegooid. Wat er opschiet, zal zijn plaats in de schaduw waardig gekeurd worden en zo hoopt men eerlang zonder aanplant een natuurlijke onderbegroeiing te krijgen en de eentonigheid van het dennebos te breken.

 

Kroonven

Als ge niet verkeerd gelopen zijt, ziet ge plotseling ergens de waterspiegel van het Kroonven tussen de bomen doorschijnen. Dit ven van middelbare afmeting ligt geheel door dennebossen omsloten, maar hier en daar geven enige berkebomen met het wit van hun stammen en het lichte groen van de fijne bladeren een fleurig accent. Verscholen tussen vliegdennen noden een paar bankjes. Ge kunt echter ook uw dekentje uitspreiden ergens tegen de schuinaflopende kant om vandaar uw in het water ploeterende kroost gade te slaan, want in het Kroonven wordt gebaad. Ge kunt er zelfs in zwemmen. In het midden bedraagt de diepte ongeveer een meter al is de bodem er niet zo plezierig.

De bossen van de omgeving van het Kroonven worden gedeeltelijk begrensd door akkerland op een stuk waarvan we een nieuwe aanplant van spar ontdekten. Dat betekent de omgekeerde weg van ontginning, een situatie die zich in de toekomst best elders mag herhalen. Al rijdende en zwervende door het Brabantse land rijst menigmaal de vraag of er niet te veel werd ontgonnen en recreatiegebied voor de mens niet belangrijker is dan slecht akkerland. De bossen van het Kroonven, welke als Kroonvense Heide op de stafkaart vermeld staan, geven ook aansluiting op de nog meer uitgebreide bossen van de Postelse Heide. Daar zit ge echter reeds op het gebied van de gemeente Reusel.

 

"Palts" en "Goor"

Tot nu toe zwierven we rond aan de westkant van de Postelse Dijk. Landschappelijk gezien is het gebied aan de oostkant, namelijk dat van 't Goor en het voormalige moeras de Palts, veel aantrekkelijker. Ge hebt hier namelijk te maken met loofbossen. Ze worden doorsneden door brede wegen, die er als een netwerk doorheen gespreid liggen en voor het publiek toegankelijk zijn. De grote attractie vormt hier de natuurlijke ongereptheid. Hoewel er wandeltochten staan uitgestippeld, kan men rustig zeggen met een toeristisch nog niet ontdekt gebied te maken te hebben. Hier voelt de zwerver zich voortdurend op expeditie, al mist hij node romantische kronkelpaadjes, die de nogal regelmatig aangelegde, lange hoofdwegen met elkaar verbinden. Maar misschien komt dat nog in de toekomst. In ieder geval echter ligt hier gelegenheid te over voor avontuur. Wie er op goed geluk gaat zwerven, zal veel plezier beleven van een kompas en een stafkaart. Deze laatste kunt ge wel krijgen in de kantine van 't bungalowkamp "De Tipmast". Zonder deze attributen is kans op verdwalen niet uitgesloten, zodat ge wel eens zonder het te weten in Postel of op de Hapertse Hei terecht zoudt kunnen komen. Al deze bossen vormen een enorm, aaneengesloten gebied.

 

Zandvang

Ergens in de Palts stroomt de Grote Beerze, die hier op de kaart nog de naam van Aa draagt. Die forse Beerze van het meer bovenloopse deel blijkt hier een nog heel wat bescheidener stroompje, dat zijn weg kiest na het passeren van een zogenaamde zandvang van het waterschap "De Dommel". Wie vanaf de Postelse Dijk, na "de Blokhut", de eerste weg links inslaat, loopt betrekkelijk snel uit op deze zandvang, waar het bordje "Verboden toegang", dat er in het verleden prijkte, bij ons laatste bezoek in ieder geval verdwenen was. De zandvang is een kunstmatig stuwbekken, dat in het westen en het zuiden door bos wordt begrensd, maar vanwaar men van de andere kanten een vrij uitzicht heeft over uitgestrekt akkerland met weer bossen, heel ver aan de horizont.

 

Water uit Maas?

In het kunstmatige meertje met zijn als een strand zo zandige westelijke oever stromen de Beerze en nog een tweetal sloten binnen. Het uit de ontginningen meegevoerde zand krijgt in het stuwbekken gelegenheid te bezinken. Het zo gezuiverde water verlaat aan de andere kant via de kleine stuw, waarop het een watervalletje vormt, weer het bekken om dan als een wat meer mans geworden Beerze zijn weg naar het noorden te vervolgen. De Beerze ontstaat in België. Naar men ons meedeelde, zou ze via het Belgische kanalenstelsel van de Kempen uiteindelijk zelfs water krijgen uit de Maas. Haar waterrijkdom is in ieder geval zó groot, dat de hier toch zo kleine beek ook des zomers nooit droog zou staan.

 

Als een oerwoud...

Speciale aandacht vragen we voor het aan de westkant van de zandvang gelegen bos, waarin hoge berken de boventoon voeren. Het is 'n gemengd loofbos van een weergaloze schoonheid door een natuurlijke woestheid, die men elders zelden zal aantreffen. Behoudens een nauwelijks toegankelijk laantje, schijnt het jarenlang door geen mensenhand aangeraakt. Al wat er op de bodem maar wortel kon schieten, heeft er zich omhoog geworsteld in een taaie strijd om het bestaan met als basis het recht van de sterkste. Kamperfoelie en andere parasieten hebben zich als lianenbundels meters omhoog gewerkt langs de stammen op zoek naar de zon. Sommige moesten de strijd staken en hangen er nu dood te kijken, andere zegevierden maar houden een boom in dodelijke omknelling. Toch geeft het bos geen beeld van de dood. Het spreekt daarentegen juist van leven en hardnekkige worsteling zoals die ongeremd doorgaat in een oerwoud, maar die hier toch wel tot de ongewone verschijnselen behoort. Onnodig te zeggen, dat zo'n bos ontoegankelijk is. Het wordt er enkel maar grootser en méér uitdagend door.

 

"In een rijtuigje"

Nog iets anders heeft ons ten zuiden van Bladel getroffen. Voor onze tocht zijn we gestart aan de Bossingel bij het zwembad. Neem echter eens de meer westelijk van de betonweg naar het zuiden afbuigende weg door het gebied dat "Leemskuilen" heet al zijn er dan ook geen leemkuilen aanwezig. In de "Leemskuilen" wonen romantische mensen, die vierpersoonsponywagentjes voor u gereed houden. Kleine ouderwetse rijtuigjes, waaronder zelfs een huifkarretje. Als met het befaamde karretje van de zandweg kunt ge hiermee uw pony'tje zelf mennend de nabijgelegen Postelse Dijk opsjokken. Meer moderne mensen gaan automatisch "In een rijtuigje" neuriën. Maar dan zonder "Vinkeveen" erbij! Ge kunt die dijk natuurlijk ook op een andere manier bezoeken. Kiest ge de auto dan dient ge wel op eindeloos stof te zijn voorbereid. Die dijk is namelijk een karakteristiek Kempische zandweg zoals er weinige zijn overgebleven.

De hoofdweg: zand, zand en nog eens zand. Er naast een beter fietspad met de bekende houten paaltjes, links en rechts bos met het fijne, taaie gras op de bodem, dennenaalden en groepjes kleine mastappeltjes hier en daar op het fietspad en overal de rust en stilte van de natuur, welke slechts onderbroken maar niet gestoord, wél daarentegen geaccentueerd wordt door het gefluit van de vogels.

 

Oeroude zandweg

Later verandert het karakter. Er komt loofbos ter linker en akkerland aan de rechterkant met vergezichten, maar toch altijd dekken overal bossen de horizont af. Lijnrecht, als getrokken met de liniaal, boort de weg zich naar het zuiden, met die mysterieus lokkende bossen van de verte. Ergens waar de wereld ver weg is, ge geheel alleen zijt met de natuur en een onmetelijke hemel boven u, sluipt hij - het verbod van de douane negerend - als een smokkelaar de grens over om een poosje later weer door de bossen te worden opgeslokt. Wie hem tot hier gevolgd heeft, zal ten slotte in Postel bij de abdij komen, na het uit keistenen bestaande veldkapelletje op de hoek van de Reuselse Dijk in Postel te zijn gepasseerd. Wellicht tot uw teleurstelling moeten we melden, dat de weg Bladel - Postel voor auto's niet te berijden is. De grensovergang is er trouwens verboden "zonder toestemming van douane" zoals een bord tijdig kenbaar maakt. "Ze rijden er toch wel door", zei een op het land werkende boer. Dat zijn dan wetsovertreders!

 

Geen grens met België

Zonder het te weten - of ge moet uw stafkaart wel heel goed bestudeerd hebben - zijt ge nog even op het grondgebied van de gemeente Bergeijk geweest. Er doet zich onderweg een topografische merkwaardigheid voor. Ofschoon het bossengebied van Bladel op dat van het Belgische Postel aansluit, grenst de gemeente Bladel niet aan België. Zij is hiervan gescheiden door een ongeveer 3,5 km lange en nog geen 500 meter brede strook territoir van de gemeente Bergeijk. Een vreemdsoortig aanhangsel als een blindedarm, die in het westen aan het gebied van de gemeente Reusel grenst. Een en ander houdt verband met het vaststellen van de grens bij het verdrag van 1843, waarbij naar een rechte grenslijn werd gestreefd. Gedeelten van Bergeijk en Luyksgestel zijn daarbij aan België gekomen. Ter compensatie kreeg Bergeijk hier een gedeelte van het onder Mol behorende Postelse gebied toegevoegd.

 

Wieg van Holland

De gebiedsscheiding is des te merkwaardiger omdat Bladel van oudsher sterke banden met Postel had. De abdij heeft eeuwenlang te Bladel talrijke goederen bezeten. Dat begon reeds omstreeks het jaar 1200. In latere tijd bezat Postel o.a. zeven grote pachthoeven in Bladel, t.w. ten Vorsel, Toornkens, Isegrim, Hoog Tercoyen, Hofstad, Hooiberg en Wolfswinkel, namen waarvan men er nu nog aantreft. Ook Bladel heeft dus wel zeer oude papieren. Het oudste gegeven van Bladel is zelfs een akte van 922, waarin Karel de Eenvoudige, koning van Frankrijk - in een kasteel "Pladella villa" - aan graaf Dirk ten geschenke gaf "Holland ende die Kerch 't Egmonde" (Kennemerland). In Bladel (of Netersel) stond derhalve de wieg van Holland. Over die plaats van het "kasteel" zijn veel gissingen gedaan. Strikt bewijs is echter uitgebleven want "Pladella villa" werd nooit teruggevonden. Bladels grote zoon, de vooral in België beroemde schrijver dr. August Snieders, wiens geboortehuis in Bladel helaas moest worden afgebroken, publiceerde twee maal een historische novelle onder de titel "Villa Platella". Hij zoekt het "kasteel" daarin te Netersel.

Bladel bezit twee als zodanig beschermde historische monumenten: de alleenstaande, méér dan vijf eeuwen oude, typisch oud-Kempische toren, welke de plaats van de middeleeuwse parochiekerk aangeeft, en de geheel gerestaureerde Hervormde kerk.

 

"Achterste Hoef"

Én uit historisch én uit een oogpunt van landschapsschoon is Bladel bijzonder interessant. We bezagen het echter op de eerste plaats onder het laatste opzicht. En in dit verband kunnen wij niet voorbijgaan aan het schilderachtige gebied van de "Achterste Hoef" met het gelijknamige bondskampeerterrein met zijn vele door bossen beschutte en afgescheiden plaatsjes voor tent en caravan. Meer primitieve kampeerders vinden nog een afzonderlijk gebied van hun gading achter de reeds vermelde "Tipmast." Hoogst aantrekkelijk is de langs de "Achterste Hoef" lopende asfaltweg, die midden in de bossen richting Hapert afbuigt en waaruit een zandweg (in de zomer uiterst stoffig!) met fietspad ernaast - de zg. Bredase Baan - u naar het hart van de Hapertse bossen, de Hapertse hei en de Cartierheide voert. Het natuurgenot ten zuiden en ten oosten van Bladel kan niet op!

 

Wat zal er echter straks van die weldadige stilte en rust terecht komen wanneer de ontworpen autosnelweg E3 geëffectueerd is? Deze snijdt "rücksichtlos" door de bossen van Hapert, de zo fraaie gebieden van Palts en Goor en door de oneindigheden van Postel. Voorlopig kunt ge echter nog "alleen op de wereld" zijn.

 

PIERRE VAN BEEK