De Goolse Vloed en de Leij
Weinig
bekend, weinig bezocht, stil en verdroomd ligt ten zuiden van
Goirle - in hoofdzaak op het gebied van de gemeente
Hilvarenbeek - het landgoed "Gorp". Sinds de
Stichting "Het Brabantse Landschap" een klein
gedeelte hiervan heeft aangekocht, is de naam "Gorp"
een paar jaar geleden in het nieuws gekomen. Ter
onderscheiding van het overige en veel groter deel van "Gorp"
heeft men het bezit van de Stichting de naam "Gorp de Ley"
gegeven. Het is thans echter niet dit stuk maar dat andere
deel van "Gorp" waarvan wij wat vertellen willen.
"Gorp"
is eigendom van de heer R. van Puyenbroek uit Goirle en alleen
toegankelijk met speciaal uitgegeven wandelkaarten. Het
landgoed wordt echter doorkruist door een paar openbare wegen.
Wij beperken ons hier tot wat er vanaf de openbare weg te zien
is. Dit houdt echter al zoveel interessants en zoveel
natuurschoon in, dat men zich in verbazing afvraagt hoe het
toch komt, dat dit land zó dicht in de buurt van Tilburg
eigenlijk nog helemaal niet ontdekt is. Maar nu wordt dit
"Gorp" dit weekend plotseling in het licht van de
schijnwerpers gezet. Fijnproevers hadden een idee. Tijdens de
traditionele Kempische Cultuurdagen zal de Hilvarenbeekse
literatuurprijs op het centrum van "Gorp" worden
uitgereikt. Daarvoor bestaan meerdere gronden, waarvan ditmaal
wel de voornaamste ligt in het feit, dat op dit stille "Gorp"
in voorbije eeuwen de wieg van een groot Beekenaar gestaan
heeft.
De
toegangswegen tot "Gorp" zijn alle zandwegen. In de
tijd dat men er met de fiets op uit trok, waren ze afdoende,
maar er bestond toen niet zo'n algemene trek naar de natuur
als nu het geval is. Thans, nu het allemaal met de auto moet
gebeuren, heeft deze het wel een beetje te verduren op de
zandwegen, maar men ziet zijn moeite beloond.
De
aardigste weg loopt voor ons nog altijd via Goirle. Men neemt
bij de oude kerk van St. Jan de Doper de richting Poppel
(Bergstraat) maar slaat bij de eerste verharde weg links af.
Over wat hobbelige keien passeert ge een brug over de Ley.
Links van de brug, in de huidige tuin van de heer Van
Puyenbroek, stond vele jaren geleden de Goirlese watermolen,
waaraan de naar de brug voerende Watermolenstraat nog haar
naam heeft te danken. Vier en een halve eeuw lang heeft die
watermolen op de Ley gestaan. Plannen van de heer J. Botermans
(hij werd in 1903 eigenaar van de molen) om de sluizen
dienstbaar te maken aan de bevloeiing van "De
Vloed", waarvoor goedkeuring werd verkregen, betekenden
het einde van de molen. Tot in het begin van deze eeuw heeft
men aan het perceeltje gemeentegrond "De Gemeijnt"
nog de oude schuur van de voormalige molen kunnen zien. Een
deel van de molenwiel vormt nu een vijver in de tuin van de
heer Van Puyenbroek.
"Goolse
Vloed"
De
Leybrug gepasseerd, komt men aan een met klinkers verharde weg
en 'n daarmee parallel lopende zandweg, welke laatste weg
openbaar is. Beide wegen slingeren zich langs de roemruchte
"Goolse Vloed", zeer laag gebleven weilanden. De
bevloeiingsplannen van weleer zijn een mislukking geworden,
maar "De Vloed" genoot in het begin van deze eeuw
tot in Tilburg een reputatie als ijsbaan, want in de winter
stonden deze weilanden totaal onder water. Voor een deel van
"De Vloed" geldt dit laatste ook thans nog. "De
Vloed" is ooit beplant geweest met honderden
Canada-populieren, maar ook dat is verleden tijd. Op een
perceel links over de brug treft men nog enige populieren aan
die uit diezelfde tijd dateren.
De
weg slingert zich om een ANWB-paddestoel, die vermeldt: "Gorp
3.1 km; Rovert 4.9 km". Men volgt de pijl van deze
paddestoel en niet de klinkerweg met het witte bord "Gorp,
De Rovert", want anders raakt ge op particulier terrein.
"Breehees"
Het
nu volgend weggedeelte behoorde tot voor kort tot een van de
meest aantrekkelijke Brabantse zandwegen. Deze zomer werd hier
echter een asfaltweg gelegd, die de mulle zandweg een deel van
zijn karakter ontnomen heeft, maar voor de automobilist een
verademing betekent. Rechts vergezellen weilanden de weg,
links afgesloten dennebossen. Vlak langs de weg ligt het
geheel door mast en hei ingesloten restant van wat eens de
"Holle vennen" genoemd werden. Zij lagen tegenover
elkaar aan weerszijden van de "Breehese dijk". Een
van de twee is echter aan de ontginning ten offer gevallen.
Dan komt men aan het gehucht "Breehees", een
verzameling van enkele boerderijen bij de laatste waarvan de
verharde weg ophoudt.
Hier
eenmaal voorbij, rijdt men eigenlijk "Goor" binnen
over een niet zo goede zandweg maar door een prachtige
berkenlaan. Hier wordt ge door "Gorp" als het ware
omarmd. De natuur slaat zich als een mantel van groen, dennen,
sparren en loofhout om de bezoeker om hem voorlopig niet meer
los te laten. Bij zwaar bewolkte hemel is de sfeer er gedrukt
en vol weemoed, doch op een heerlijke zonnedag als die van het
voorbije weekeinde is het er feest. Een deel van "Gorp"
draagt de naam "Het Paradijs", maar hier is
eigenlijk overal het paradijs. De natuur trekt op zo'n dag
alle registers open. Via de "Grote Hoef" (naam staat
op een ovaal bord tegen de gevel te lezen), langs beuken als
zuilen en booggewelven van een kathedraal belandt ge op het
punt, waar wij u heen wilden voeren.
"De
Koepel"
Een
merkwaardige boerderij trekt de aandacht. Dat is de
"Leenhof", in de volksmond beter bekend als "De
Koepel". Er ligt een brede gracht voor, waaroverheen een
deels rustieke brug voert naar een merkwaardig aanbouwsel aan
de boerderij, een zeshoekig gebouwtje met rieten dak en een
hooggelegen deur, waartoe een stenen trapje toegang geeft.
De
voormalige boerderij is van het langgeveltype. Met kleine
ruitjes en fris geschilderde venstertjes in de kleuren rood en
groen (hoewel de oude kleuren van "Gorp" geel en
groen zijn), kijkt zij naar de wereld. De zijgevel, waar ook
nog een oud bakhuisje tegenaan geplakt zit, is een
schilderspalet van kleuren, die bijna transparant schijnen te
worden wanneer er de zonnevlekken op hangen te wiegen, welke
zeven door het gebladerte van de bomen die het fotogenieke
complex voor een deel overschaduwen. Aan de voorzijde van de
boerderij steekt de lange witte gevel met blauwe schaduwvakken
vrolijk af tussen al dat groen van het omringend geboomte.
Goropius
Op
een nieuwe weide naast "De Koepel" zullen de mensen
van de Kempische Cultuurdagen zich verzamelen. Hier in de
schaduw van beuken en eiken in "het Leenhofke van Gorp"
groeide op de humanist Joannes Goropius Becanus (1519-1572).
Zijn vader heette Gerard en hijzelf droeg eigenlijk de naam
Jan Gerartsen van Gorp, wat hij later - volgens de
geleerdengewoonte uit die tijd - latiniseerde tot Goropius
Becanus. Zijn moeder was Mechtildis Coremans, die "een
vrouw van niet alledaagse geestesbegaafdheid" genoemd
wordt. Zijn oom van vaderskant was witheer van Tongerloo en de
abt van Tongerloo (1559) Jacobus Veltacker uit Diessen was
zijn neef.
Voorvaderen
van onze Goropius, die o.a. aan de kapittelschool van
Hilvarenbeek en bij de school van de "Broeders des
Gemenen Levens" in Den Bosch studeerde voordat hij naar
Leuven trok om daar in 1539 te promoveren in de letteren en
wijsbegeerte, hebben de streek van Gorp in cultuur gebracht.
Later gaf de familie Van Gorp de landerijen aan anderen in
pacht.
Veelzijdig
Goropius
studeerde ook nog wiskunde en geneeskunde en hij werd voor wat
het laatste betreft zó hoog aangeslagen, dat Karel V hem naar
Spanje riep als lijfarts van diens twee zusters, de
koninginnen van Hongarije en Frankrijk. Bij testament
begiftigden de koninginnen hem met een jaargeld. Ook Philips
II deed zijn best hem tot geneesheer te krijgen, maar Goropius
weigerde en trok naar Antwerpen om te studeren. Hier trouwde
hij een adellijke dame Catharina de Cordes van wie hij twee
dochters kreeg. In 1570 vertrok hij naar Luik om daar stil te
leven, echter niet zonder studie en wetenschappelijk contact.
Hij overleed in 1572 te Maastricht op 28 juni en werd begraven
in de Franciscanerkerk te Antwerpen. Een mooie grafsteen dekt
hier zijn gebeente.
Taalwetenschap
Deze
Brabander was een der eersten die zich met vergelijkende
taalwetenschap bezighield. Hij kwam met veel geleerdheid tot
conclusies, waarom nu niet alleen de wetenschap lachen moet.
Ergens echter blijkt weer, dat zijn opvattingen over taal en
dialect, leenwoorden en fonetiek opvallen door juistheid. Dat
geldt niet van zijn verklaring, dat het Antwerpse dialect de
oudste taal der wereld is. Hij meende: duyts is douts en
duytse taal is dus "de oudste" taal. Adam en Eva
zouden dus ook "Hollands" gesproken moeten hebben.
Zelfs Goropius' dienstmaagd nam haar heer op dit gebied
blijkbaar niet serieus. Naar verhaald wordt, meende zij de
kunst van de woordafleiding ook wel te kennen. Omdat onze
Becanus een "vooruitstrevende en gebogen" neus
bezat, verklaarde zij Becanus als "Bek aan neus". Se
non è vero. De Beekse Pickwick-club zou aan haar ongetwijfeld
een verdienstelijk medelid gehad hebben.
Eigenaren
"Gorp"
heeft in de loop der jaren verscheidene heren gehad,
oorspronkelijk Zuid-Nederlandse baronnen en adellijken van
Spaanse afkomst. O.a. regeerde er baron de Zerezo en Osy de
Wichem. In 1737 was Cornelius Bles, notaris te Tilburg,
eigenaar. In de jongere tijd was het landgoed eigendom van
notaris M. Huysmans uit Hilvarenbeek, die als bezitter werd
opgevolgd door A.P. Hubert van Beusekom uit Rotterdam terwijl
de huidige eigenaar is de heer R. van Puyenbroek uit Goirle.
De heer Hubert van Beusekom, die het landgoed hermetisch
afgesloten hield tot misnoegen van de bewoners uit de naaste
omgeving, die daarom niet zo hard liepen om de grote bosbrand
te blussen, welke er in de twintiger jaren woedde, vertoefde
vaak op "Gorp".
"Het
Kasteeltje"
Hij
bewoonde dan het zg. kasteeltje, dat men vanaf "De
Koepel" door het geboomte ziet schemeren. Het ontleent
ongetwijfeld zijn naam aan de twee elegante torentjes aan de
voorgevel. Eens verkeerde het in een vrij verwaarloosde
toestand. De heer Van Puyenbroek heeft het al jaren geleden
laten opknappen. Toen is ook de grote glazen waranda aan de
voorzijde verdwenen.
Vóór
het kasteeltje staat 'n beeld van Diana, de godin van de
jacht. Het siert eigenlijk het graf van enige honden van de
heer H. van Beusekom. Hiervan getuigde een aantal jaren nog
een kleine hardstenen plaat, die voor het beeld lag en het
opschrift droeg "nostris canibus fidelibus" (voor
onze trouwe honden). Die plaat is nu verdwenen. Diana had in
de loop der tijden een arm verspeeld, maar deze blijkt
intussen "aangegroeid".
Vol
sfeer
Dit
complex: "De Koepel" en "Het Kasteeltje"
vormen het hart van "Gorp". Er heerst hier een
geheel eigen sfeer, melancholisch in voor- en najaar, juichend
maar zonder te grote uitbundigheid op een zomerdag van zon.
Vooral tijdens de ochtenduren als ge niets hoort dan het
gekwetter van vogels, krijgt ge het gevoel hier een vinger in
de hemel te soppen.
Van
"Gorp" kan men via een zandweg Hilvarenbeek
bereiken. Ge kunt ook doorrijden naar "De Rovert" en
vandaar naar Hilvarenbeek, waarbij ge dan vooral op het
silhouet van Beek moet letten. Dit alles bijeen vormt vanuit
Tilburg een mooie rondrit, weinig kilometers maar het neusje
van de zalm. Kortom: Brabant op z'n best!
PIERRE
VAN BEEK