CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 Redactie: Ben van de Pol - Foto: Archief Pierre van Beek

 

"Gorp", streek vol eigen sfeer

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 9 juli 1966

De Goolse Vloed en de Leij

 

Weinig bekend, weinig bezocht, stil en verdroomd ligt ten zuiden van Goirle - in hoofdzaak op het gebied van de gemeente Hilvarenbeek - het landgoed "Gorp". Sinds de Stichting "Het Brabantse Landschap" een klein gedeelte hiervan heeft aangekocht, is de naam "Gorp" een paar jaar geleden in het nieuws gekomen. Ter onderscheiding van het overige en veel groter deel van "Gorp" heeft men het bezit van de Stichting de naam "Gorp de Ley" gegeven. Het is thans echter niet dit stuk maar dat andere deel van "Gorp" waarvan wij wat vertellen willen.

"Gorp" is eigendom van de heer R. van Puyenbroek uit Goirle en alleen toegankelijk met speciaal uitgegeven wandelkaarten. Het landgoed wordt echter doorkruist door een paar openbare wegen. Wij beperken ons hier tot wat er vanaf de openbare weg te zien is. Dit houdt echter al zoveel interessants en zoveel natuurschoon in, dat men zich in verbazing afvraagt hoe het toch komt, dat dit land zó dicht in de buurt van Tilburg eigenlijk nog helemaal niet ontdekt is. Maar nu wordt dit "Gorp" dit weekend plotseling in het licht van de schijnwerpers gezet. Fijnproevers hadden een idee. Tijdens de traditionele Kempische Cultuurdagen zal de Hilvarenbeekse literatuurprijs op het centrum van "Gorp" worden uitgereikt. Daarvoor bestaan meerdere gronden, waarvan ditmaal wel de voornaamste ligt in het feit, dat op dit stille "Gorp" in voorbije eeuwen de wieg van een groot Beekenaar gestaan heeft.

 

De toegangswegen tot "Gorp" zijn alle zandwegen. In de tijd dat men er met de fiets op uit trok, waren ze afdoende, maar er bestond toen niet zo'n algemene trek naar de natuur als nu het geval is. Thans, nu het allemaal met de auto moet gebeuren, heeft deze het wel een beetje te verduren op de zandwegen, maar men ziet zijn moeite beloond.

De aardigste weg loopt voor ons nog altijd via Goirle. Men neemt bij de oude kerk van St. Jan de Doper de richting Poppel (Bergstraat) maar slaat bij de eerste verharde weg links af. Over wat hobbelige keien passeert ge een brug over de Ley. Links van de brug, in de huidige tuin van de heer Van Puyenbroek, stond vele jaren geleden de Goirlese watermolen, waaraan de naar de brug voerende Watermolenstraat nog haar naam heeft te danken. Vier en een halve eeuw lang heeft die watermolen op de Ley gestaan. Plannen van de heer J. Botermans (hij werd in 1903 eigenaar van de molen) om de sluizen dienstbaar te maken aan de bevloeiing van "De Vloed", waarvoor goedkeuring werd verkregen, betekenden het einde van de molen. Tot in het begin van deze eeuw heeft men aan het perceeltje gemeentegrond "De Gemeijnt" nog de oude schuur van de voormalige molen kunnen zien. Een deel van de molenwiel vormt nu een vijver in de tuin van de heer Van Puyenbroek.

 

"Goolse Vloed"

De Leybrug gepasseerd, komt men aan een met klinkers verharde weg en 'n daarmee parallel lopende zandweg, welke laatste weg openbaar is. Beide wegen slingeren zich langs de roemruchte "Goolse Vloed", zeer laag gebleven weilanden. De bevloeiingsplannen van weleer zijn een mislukking geworden, maar "De Vloed" genoot in het begin van deze eeuw tot in Tilburg een reputatie als ijsbaan, want in de winter stonden deze weilanden totaal onder water. Voor een deel van "De Vloed" geldt dit laatste ook thans nog. "De Vloed" is ooit beplant geweest met honderden Canada-populieren, maar ook dat is verleden tijd. Op een perceel links over de brug treft men nog enige populieren aan die uit diezelfde tijd dateren.

De weg slingert zich om een ANWB-paddestoel, die vermeldt: "Gorp 3.1 km; Rovert 4.9 km". Men volgt de pijl van deze paddestoel en niet de klinkerweg met het witte bord "Gorp, De Rovert", want anders raakt ge op particulier terrein.

 

"Breehees"

Het nu volgend weggedeelte behoorde tot voor kort tot een van de meest aantrekkelijke Brabantse zandwegen. Deze zomer werd hier echter een asfaltweg gelegd, die de mulle zandweg een deel van zijn karakter ontnomen heeft, maar voor de automobilist een verademing betekent. Rechts vergezellen weilanden de weg, links afgesloten dennebossen. Vlak langs de weg ligt het geheel door mast en hei ingesloten restant van wat eens de "Holle vennen" genoemd werden. Zij lagen tegenover elkaar aan weerszijden van de "Breehese dijk". Een van de twee is echter aan de ontginning ten offer gevallen. Dan komt men aan het gehucht "Breehees", een verzameling van enkele boerderijen bij de laatste waarvan de verharde weg ophoudt.

Hier eenmaal voorbij, rijdt men eigenlijk "Goor" binnen over een niet zo goede zandweg maar door een prachtige berkenlaan. Hier wordt ge door "Gorp" als het ware omarmd. De natuur slaat zich als een mantel van groen, dennen, sparren en loofhout om de bezoeker om hem voorlopig niet meer los te laten. Bij zwaar bewolkte hemel is de sfeer er gedrukt en vol weemoed, doch op een heerlijke zonnedag als die van het voorbije weekeinde is het er feest. Een deel van "Gorp" draagt de naam "Het Paradijs", maar hier is eigenlijk overal het paradijs. De natuur trekt op zo'n dag alle registers open. Via de "Grote Hoef" (naam staat op een ovaal bord tegen de gevel te lezen), langs beuken als zuilen en booggewelven van een kathedraal belandt ge op het punt, waar wij u heen wilden voeren.

 

"De Koepel"

Een merkwaardige boerderij trekt de aandacht. Dat is de "Leenhof", in de volksmond beter bekend als "De Koepel". Er ligt een brede gracht voor, waaroverheen een deels rustieke brug voert naar een merkwaardig aanbouwsel aan de boerderij, een zeshoekig gebouwtje met rieten dak en een hooggelegen deur, waartoe een stenen trapje toegang geeft.

De voormalige boerderij is van het langgeveltype. Met kleine ruitjes en fris geschilderde venstertjes in de kleuren rood en groen (hoewel de oude kleuren van "Gorp" geel en groen zijn), kijkt zij naar de wereld. De zijgevel, waar ook nog een oud bakhuisje tegenaan geplakt zit, is een schilderspalet van kleuren, die bijna transparant schijnen te worden wanneer er de zonnevlekken op hangen te wiegen, welke zeven door het gebladerte van de bomen die het fotogenieke complex voor een deel overschaduwen. Aan de voorzijde van de boerderij steekt de lange witte gevel met blauwe schaduwvakken vrolijk af tussen al dat groen van het omringend geboomte.

 

Goropius

Op een nieuwe weide naast "De Koepel" zullen de mensen van de Kempische Cultuurdagen zich verzamelen. Hier in de schaduw van beuken en eiken in "het Leenhofke van Gorp" groeide op de humanist Joannes Goropius Becanus (1519-1572). Zijn vader heette Gerard en hijzelf droeg eigenlijk de naam Jan Gerartsen van Gorp, wat hij later - volgens de geleerdengewoonte uit die tijd - latiniseerde tot Goropius Becanus. Zijn moeder was Mechtildis Coremans, die "een vrouw van niet alledaagse geestesbegaafdheid" genoemd wordt. Zijn oom van vaderskant was witheer van Tongerloo en de abt van Tongerloo (1559) Jacobus Veltacker uit Diessen was zijn neef.

Voorvaderen van onze Goropius, die o.a. aan de kapittelschool van Hilvarenbeek en bij de school van de "Broeders des Gemenen Levens" in Den Bosch studeerde voordat hij naar Leuven trok om daar in 1539 te promoveren in de letteren en wijsbegeerte, hebben de streek van Gorp in cultuur gebracht. Later gaf de familie Van Gorp de landerijen aan anderen in pacht.

 

Veelzijdig

Goropius studeerde ook nog wiskunde en geneeskunde en hij werd voor wat het laatste betreft zó hoog aangeslagen, dat Karel V hem naar Spanje riep als lijfarts van diens twee zusters, de koninginnen van Hongarije en Frankrijk. Bij testament begiftigden de koninginnen hem met een jaargeld. Ook Philips II deed zijn best hem tot geneesheer te krijgen, maar Goropius weigerde en trok naar Antwerpen om te studeren. Hier trouwde hij een adellijke dame Catharina de Cordes van wie hij twee dochters kreeg. In 1570 vertrok hij naar Luik om daar stil te leven, echter niet zonder studie en wetenschappelijk contact. Hij overleed in 1572 te Maastricht op 28 juni en werd begraven in de Franciscanerkerk te Antwerpen. Een mooie grafsteen dekt hier zijn gebeente.

 

Taalwetenschap

Deze Brabander was een der eersten die zich met vergelijkende taalwetenschap bezighield. Hij kwam met veel geleerdheid tot conclusies, waarom nu niet alleen de wetenschap lachen moet. Ergens echter blijkt weer, dat zijn opvattingen over taal en dialect, leenwoorden en fonetiek opvallen door juistheid. Dat geldt niet van zijn verklaring, dat het Antwerpse dialect de oudste taal der wereld is. Hij meende: duyts is douts en duytse taal is dus "de oudste" taal. Adam en Eva zouden dus ook "Hollands" gesproken moeten hebben. Zelfs Goropius' dienstmaagd nam haar heer op dit gebied blijkbaar niet serieus. Naar verhaald wordt, meende zij de kunst van de woordafleiding ook wel te kennen. Omdat onze Becanus een "vooruitstrevende en gebogen" neus bezat, verklaarde zij Becanus als "Bek aan neus". Se non è vero. De Beekse Pickwick-club zou aan haar ongetwijfeld een verdienstelijk medelid gehad hebben.

 

Eigenaren

"Gorp" heeft in de loop der jaren verscheidene heren gehad, oorspronkelijk Zuid-Nederlandse baronnen en adellijken van Spaanse afkomst. O.a. regeerde er baron de Zerezo en Osy de Wichem. In 1737 was Cornelius Bles, notaris te Tilburg, eigenaar. In de jongere tijd was het landgoed eigendom van notaris M. Huysmans uit Hilvarenbeek, die als bezitter werd opgevolgd door A.P. Hubert van Beusekom uit Rotterdam terwijl de huidige eigenaar is de heer R. van Puyenbroek uit Goirle. De heer Hubert van Beusekom, die het landgoed hermetisch afgesloten hield tot misnoegen van de bewoners uit de naaste omgeving, die daarom niet zo hard liepen om de grote bosbrand te blussen, welke er in de twintiger jaren woedde, vertoefde vaak op "Gorp".

 

"Het Kasteeltje"

Hij bewoonde dan het zg. kasteeltje, dat men vanaf "De Koepel" door het geboomte ziet schemeren. Het ontleent ongetwijfeld zijn naam aan de twee elegante torentjes aan de voorgevel. Eens verkeerde het in een vrij verwaarloosde toestand. De heer Van Puyenbroek heeft het al jaren geleden laten opknappen. Toen is ook de grote glazen waranda aan de voorzijde verdwenen.

Vóór het kasteeltje staat 'n beeld van Diana, de godin van de jacht. Het siert eigenlijk het graf van enige honden van de heer H. van Beusekom. Hiervan getuigde een aantal jaren nog een kleine hardstenen plaat, die voor het beeld lag en het opschrift droeg "nostris canibus fidelibus" (voor onze trouwe honden). Die plaat is nu verdwenen. Diana had in de loop der tijden een arm verspeeld, maar deze blijkt intussen "aangegroeid".

 

Vol sfeer

Dit complex: "De Koepel" en "Het Kasteeltje" vormen het hart van "Gorp". Er heerst hier een geheel eigen sfeer, melancholisch in voor- en najaar, juichend maar zonder te grote uitbundigheid op een zomerdag van zon. Vooral tijdens de ochtenduren als ge niets hoort dan het gekwetter van vogels, krijgt ge het gevoel hier een vinger in de hemel te soppen.

Van "Gorp" kan men via een zandweg Hilvarenbeek bereiken. Ge kunt ook doorrijden naar "De Rovert" en vandaar naar Hilvarenbeek, waarbij ge dan vooral op het silhouet van Beek moet letten. Dit alles bijeen vormt vanuit Tilburg een mooie rondrit, weinig kilometers maar het neusje van de zalm. Kortom: Brabant op z'n best!

 

PIERRE VAN BEEK

De Goolse vloed en de Leij