Dat de emoties, die mijn
verschijnen op de aardbol teweeg gebracht hadden, na de eerste
dagen langzaam zouden ineenzakken als een leeglopend
kermisopblazertje (het geluid buiten beschouwing gelaten), mocht
verwacht worden. Zo gebeurde het dan ook, dat de golven der
sensatie tot rust kwamen en werden ingebed in de intieme
geslotenheid van ons huis, waar de witte schort, alias de
verpleegster, de enige ongewone verschijning bleef gedurende de
eerste veertien dagen.
Grote gedeelten van de dag verdeed
ik, knus onder de dekens weggestopt, met slapen. Als mijlpalen
stonden tussen dit slapen in, de precies uitgerekende uren der
voeding met de daaraan onafscheidelijk verbonden "ups en
downs", waarvan huilconcerten, beginnende reeds een uur voor
het tijdstip van eten, als het belangrijkste genoemd dienen te
worden. Geen wonder dan ook, dat pa zijn aanvankelijk zo resoluut
geluchte pedagogische wijsheid van: "Dat kind moet orde
leren!" liet verdringen door een geheel andere maar daarom
niet minder resolute conclusie: "Dat kind lijdt honger!"
In deze overtuiging meende hij zich gestaafd te zien door het
feit, dat ik maar niet zwaarder wilde worden. Tot grote droefenis
van mama had ik de eerste dagen al twee ons van mijn
geboortegewicht ingebrokt en of nu de schort verzekerde dat dit
baby-usance was, mams had geen rust alvorens die twee ons dubbel
waren ingehaald. Eerlijk gezegd kan een mens van water en melk
toch eigenlijk ook niet groeien. En meer kreeg ik niet!
U zult het reeds merken, dat ik tot
de categorie van fleskinderen behoorde. Er had zich een heel drama
afgespeeld, alvorens ik hiertoe gedegradeerd werd en mams had
daarbij menig heet traantje op mijn fondant-rose koontjes laten
lekken - mams had als goede moeder nu eenmaal een hekel aan de
fles - doch de uiterste noodzaak dwong en, na vele tormenten, had
zij zich gewonnen moeten geven. Omdat het water en de melk mij
niet in staat stelden tot de prestaties, die men verwachtte, werd
besloten tot het kant-en-klaar recept, dat in winkels met een
schone naam wordt afgeleverd. En ziet, het wonder geschiedde: ik
overschreed weer de grens van mijn geboortegewicht om daarna - met
twee ons per week - op het volgende pond af te sprinten...
Indien slapen en eten ook al een
aanzienlijk deel van mijn bestaan in beslag namen, er bleef toch
nog genoeg tijd over voor het uithalen van diverse experimenten.
Zo herinner ik het mij nog als de dag van gisteren, dat ik grote
beroering verwekte door op mijn zesde levensdag, toen ik op mijn
buikje op de commode lag, mijn hoofd en borst op te lichten. Dit
gold als een ongehoorde prestatie, die volgens de boeken der
geleerden eigenlijk pas op de leeftijd van twee maanden had mogen
geleverd worden. Van die dag af genoot ik plotseling de reputatie
"een sterk kind" te zijn. Oma beweerde dit al vanaf de
eerste dag gezien te hebben en bij deze gelegenheid begon ze zó
de loftrompet te steken over mijn buitenissige eigenschappen en
toekomstperspectieven, dat ik - nadat men mij weer in mijn wiegje
gelegd had - niets beters wist te doen dan diep onder de dekens
weggekropen van schaamte te gaan liggen blozen. Ik voelde me
totaal incapabel aan al de verwachtingen te voldoen, zodat het
ineens vaststond, dat ik nog een voorwerp van veel desillusie
moest worden. Met deze sombere dreigingen boven het hoofd heeft
mijn Engelbewaarder me die dag zien indommelen...
PIETJE WIJSNEUS