Wie
in vroeger tijden lichamelijk van de norm afweek, kreeg hiervoor
verbaal de wrange rekening gepresenteerd. Er werd beslist geen
blad voor de mond genomen. De afwijking die het meest in het oog
sprong, moet het scheel kijken wel zijn geweest, aangezien die in
de Tilburgse Taalplastiek het meest aan de orde komt.
Een
vrouw kan als "loeter" gekwalificeerd worden. In onze
jeugd hebben wij dit woord steeds ervaren als een afschuwelijk
scheldwoord, dat we nooit durfden te gebruiken. Het leek wel met
een vreselijke vloek gelijk te staan. We weten echter niet of het
voor iedereen zo zwaar was geladen. Als we het nu eens nader
bekijken, lijkt het niet meer zo verschrikkelijk. Het komt van het
Franse "l'outre", dat "de otter" betekent. Men
zegt dan ook wel - vooral in Vlaanderen - "Gij zijt 'nen
otter". Dat betekent: domoor. Daarnaast kan het ook slaan op
iemand, die scheel ziet. "Juffrouw Plus had tegen Vrouw
Struyck geroepen "ge zijt 'nen otter" (Bergmann).
"Otter" als scheldwoord kan blijkbaar zowel voor een man
als een vrouw gebruikt worden. "Loeter" daarentegen
hebben we steeds van een vrouw horen zeggen. En dat was minstens
een kreng van een vrouw, waarbij aan het zachtaardige
"domheid" niet eens werd gedacht.
Een
Tilburgse, nieuwbakken vader kan zijn vrienden uitnodigen een
borreltje te komen drinken om de geboorte te vieren met de
woorden: "Komde gullie 'ns langs om 't schèèl d'r af te
drinken!"
Het
hier gebruikte "schèèl" zou kunnen herinneren aan het
feit, dat een pasgeboren baby soms wat loenst. Het kan ook wijzen
op een wat misvormd hoofdje dat echter spoedig weer bijtrekt. In
onze gewestelijke taal betekent "schèèl" o.a. scheef.
Iets kan namelijk "zo schèèl als een molenwiek" zijn.
Molenwieken hebben steeds een uitgerekte scheve vorm.
In
het slagersbedrijf kent men tenslotte een bepaald soort vet, dat
de naam scheelvet of ook wel scheilvet draagt. Zo zou misschien
het "schèèl" van onze uitdrukking ook wel kunnen slaan
op de huidsmeer van een pasgeboren baby.
Nu
naar een wat beter verstaanbare taal! "Hij kijkt mee z'n
rechter oog in z'ne linker vestjeszak" wordt gezegd van
iemand, die erg scheel kijkt.
Tot
slot nog wat uitdrukkingen: Wie "naar de Klundert kijkt of de
Willemstad in brand staat" kijkt verschrikkelijk scheel.
Willemstad ligt namelijk een heel stuk ten noordwesten van
Klundert.
We
brachten in het verleden hier al eens enige uitdrukkingen, die het
scheel kijken op de korrel namen. Er kwamen nog twee nieuwe op ons
bureau gedwarreld. De ene: "Hij kijkt in de andere
week!" De andere legt er bij de overdrijving nog een schepje
op met: "Hij kijkt zo scheel, dat-ie het zweet kruislings
over zijn rug ziet lopen!" En daarmee weet iedereen subiet
hoe verschrikkelijk scheel dat wel moet zijn. We kunnen er iets
van maken!
Volkomen
nieuw voor ons is: "Kijk eens wat een Bolsward", wat
gezegd zou worden van een "verzadigd groot hoofd", aldus
de gegeven toelichting. Het lijkt ons geen algemeen gangbare
uitdrukking, maar meer een privé-bezit van een eenling.
Over
een man met een wat groot uitgevallen hoofd: "'t Is zund
(zonde); daar hadden ze er wel twee van kunnen maken".
Wie
uitgerust is met "verkensvangers", is in het weinig
benijdenswaardig bezit van een stel o-benen. Het kwam wel voor,
dat men lastige varkens of biggen in bedwang probeerde te houden
door op de rug van de beesten te gaan zitten en ze dan met de
benen te omklemmen. Op die manier hadden de benen dan tijdelijk de
vorm van een hoepel of de letter "o".
Menselijke,
lichamelijk onvolkomenheden of afwijkingen hebben steeds tot
mikpunt van soms goedmoedige maar vaak ook wel hatelijke spot
gediend. Niet alleen bultenaars moesten het daarbij ontgelden. Van
iemand die niet al te best kon lopen, werd gezegd: "Wat een
mikhorst; een goeie ossenstawer (stouwer).
Een
te dikke figuur: "Dat is een goeie om door te zagen!"
"Dieje
meens heej echte maon-ooge(n)" hoorden wij iemand zeggen
zonder daardoor veel wijzer te zijn geworden. Maar vragende wordt
men wijs en zo vernamen we dat dit werd gezegd van iemand wiens
ogen overtrokken zijn door een bloederig netvlies. Paarden met dit
soort ogen worden ook "maon-oog" genoemd. Volgens onze
zegsman zou dit uitsluitend voorkomen bij paarden met een grote
bles, een witte streep vanaf de voorkop tot aan de neus.