HET
FRANS
De
Franse taal komt in de Tilburgse Taalplastiek nogal eens ter
sprake. Veel woorden en uitdrukkingen uit ons dialect vinden
volgens Pierre van Beek hierin hun oorsprong. Het Frans was voor
de meeste Tilburgers wel geen open boek, maar daar trokken ze zich
maar weinig van aan. Er werd dus volop verbasterd. Vandaar ook de
term "Fraans mee haor", die niets aan duidelijkheid te
wensen overlaat.
In
1916 of 1917 heeft een lezer 'n Tilburger horen zeggen: "Hij
ging er van deur van de lantère". Men zou kunnen denken, dat
iemand wegliep van een lantaarn, wat dan overigens ook nog duister
genoeg blijft. Die lantaarn heeft er echter helemaal niets mee te
maken. "Van de lantère" is een verbastering van het
Franse "ventre à terre", letterlijk vertaald:
"Buik tegen de grond". Dit heeft betrekking op zwaar en
ingespannen trekken van een paard. De gelegenheid om dit nog eens
te zien is de dag van vandaag niet zo groot, want voor dat zware
trekken heeft men nu auto's en tractoren. Vroeger kon men het
vooral waarnemen, als de zware wagens van een circus of van de
kermis door paarden wei- of akkerland werden opgetrokken, en ook
tijdens militaire manoeuvres als kanonnen van de artillerie door
mulle zandwegen in de hei werden getrokken. Bij het zware trekken
gingen de paarden naar voren gebogen in de strengen hangen, zodat
de buik dichter dan bij normaal trekken bij de grond kwam. De
volksmond heeft dat "ventre à terre" vermoedelijk van
het leger overgenomen. Daar hij het Frans echter niet verstond,
heeft hij er een hem wel bekend woord van gemaakt. En dat was dan
in dit geval de gewestelijke uitspraak van het woord
"lantaarn".
De
letterlijke en oorspronkelijke betekenis van de uitdrukking is
thans afgesleten. Wanneer men ze nu gebruikt, is de gedachte aan
zwaar trekken, wat altijd ook langzaam trekken betekent, er vreemd
aan. Men denkt nu zelfs aan "snel". Als iemand er "ventre
à terre" vandoor gaat, doet hij dit eigenlijk in vliegende
galop. Toch kan men hierin de oorspronkelijke betekenis nog
terugvinden, indien men denkt aan het scherp afzetten in de grond
bij het begin van de galop. Iemand, die hem smeert, dat is maakt
dat hij wegkomt, gaat er ook wel "viervoets van deur".
Dit heeft ook relatie met het paard. Het betekent in galop, dus
snel.
"Ze
is weer op d're sjanternel geweest" wordt gezegd van een
vrouw, die "op stap is geweest". Sommige vrouwen zijn
"altijd op sjanternel". De uitdrukking heeft een
misprijzende betekenis, die vroeger vermoedelijk sterker geweest
is dan te huidigen dage. Ze wordt gebruikt voor een vrouw, die
weinig thuis is en het er op aan legt zoveel mogelijk het
huishouden in de steek te laten, al of niet gemotiveerd. Het lijkt
mogelijk dat we hier te maken hebben met een verbastering van het
Franse woord "sentinelle", dat "schildwacht"
betekent. We denken dan aan 'n vrouw die in de Franse tijd een
"potje" met de "schildwacht" ging vrijen,
waarvoor ze dan ook wel motieven zal gezocht hebben. Een
verklaring voor de ongunstige betekenis, die we nog voelen, is
daarmee dan ook meteen gevonden. We voelen echter toch meer voor
een verbastering van een ander Frans woord, nl. "chanternelle",
dat "lokvogel" betekent. Een "op sjanternel"
zijnde vrouw zou dan een vrouw of meisje zijn, die "als
lokvogel" de straat optrekken, wat uiteraard oneerbaar is.
Zó ongunstig klinkt de uitdrukking zoals wij ze thans in Tilburg
gebruiken echter lang niet meer, maar een denigrerende bijgedachte
speelt er op de achtergrond toch nog wel altijd in mee.
Een
Tilburgse vrouw zat eens voor een ei, dat ze vlug wilde opeten. Ze
zei: "Wocht 'ns efkes, dees zal ik 'ns gaaw verdestreweren".
De inzender, die ons dit vertelt, heeft links en rechts gevraagd
of men dit merkwaardige werkwoord "verdestreweren" ooit
gehoord had, maar hij kreeg nul op het rekest Wij hebben ook ons
licht eens opgestoken, want we kenden het ook niet. Al heel
spoedig bleek echter, dat Tilburgers het best kenden. Het
betekent: vlug en enigszins schrokkerig opeten. Vermoedelijk
hebben we te maken met een verbastering van het Franse "détruire",
dat is vernielen of vernietigen. Daarnaast kent het Frans "destructeur"
(vernieler). En in Son heeft de NCB zijn destructor, waar kadavers
vernietigd worden. Men zet in onze volkstaal wel meer het
voorzetsel "ver" voor een verbasterd Frans woord.
Iedereen kent immers ons gewestelijk woord:
"verassureren" voor "verzekeren", afkomstig
van het Franse "assurer".
Er
zijn in Tilburg generaties geweest, die graag de uitdrukking:
"Alléé vite un peu!" gebruikten. Dat
"alléé" deed het natuurlijk heel goed in een Tilburgse
mond. "Alléé, loop nou gaauw deur" in de betekenis van
"Ben je gek" kan men nog wel eens te horen krijgen. We
hebben hier te maken met het Franse bevel: "Allez, vite un
peu!", schiet op, maak een beetje voort. Die betekenis
hechtte men er bij het gebruik dan ook aan.
Wij
denken dat dit mondjevol Frans erg plaatsgebonden was, nl.
afkomstig van de school van "Monsieur Verschuure", later
de school van "Monsieur Willems". Dit was de openbare
school aan de Langestraat, waar jarenlang het Frans de voertaal
vormde, zodat men wel van "de Franse school" sprak. In
de tijd dat het lyceum nog in opkomst was, genoot zij in Tilburg
een bijzondere reputatie om haar onderwijs. Voor wie van "de
Franse school" kwam, lag de betrekking klaar. In het begin
van de twintiger jaren werd het Frans als voertaal afgeschaft.
"Gevolg van de nivellerende werking der democratie"
heeft toen eens iemand geschreven... De leerlingen van deze school
hebben o.i. de Franse uitdrukking, die men nauwelijks nog te horen
krijgt, in de stad gebracht. 't Stond immers sjiek, dat mondjevol
Frans, zal men ook wel gedacht hebben.
De
grootvader zaliger van een lezer sprak ook zijn woordje Frans. Hij
placht te zeggen: "Kiske sesies non parlevoe", waarop
hij dan steevast nog een Nederlandse zin liet volgen, die wel goed
rijmde maar die we hier welvoeglijkheidshalve achterwege laten...
Ongetwijfeld hebben we hier te maken met een verbastering van
"Qu'est ce que c'est ce-ci, non parlez vous". Het eerste
deel van de zin betekent dan: "Wat is dit hier?" en het
tweede deel bestaat uit drie achter elkaar gezette Franse woorden,
die de Fransman zo echter niet gebruikt.
Een
leuke verbastering ontmoeten we in: "Den dieje, dè is er
êne van diekomsa!" De spelling, waarin dit laatste woord op
ons bureau dwarrelt, verraadt al, dat men er niet de flauwste
notie van heeft, dat we hier weer eens op onze manier "Frans
met haar" aan het praten zijn. "Diekomsa" komt van:
"comme ci, comme ça", dat onder andere "zo"
of "zo, zo" betekent. Een mens van "diekomsa"
kan iemand zijn van alle markten thuis of van prima gehalte: een
mens: Zó!!!... Gezegd met nadruk, de duim omhoog, met bijpassende
trek van de mond, drie uitroeptekens en puntjes...