CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
REGISTER TILBURGSE TAALPLASTIEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
SPECIAAL

print pagina

Tilburgse Taalplastiek

 op deze pagina's heeft Ben van de Pol een keuze gemaakt
uit de veelheid van lezenswaardige onderwerpen in T T P


Uit de schatkamer van de Tilburgse Taalplastiek (29)

 

 

HET FRANS

 

De Franse taal komt in de Tilburgse Taalplastiek nogal eens ter sprake. Veel woorden en uitdrukkingen uit ons dialect vinden volgens Pierre van Beek hierin hun oorsprong. Het Frans was voor de meeste Tilburgers wel geen open boek, maar daar trokken ze zich maar weinig van aan. Er werd dus volop verbasterd. Vandaar ook de term "Fraans mee haor", die niets aan duidelijkheid te wensen overlaat.

 

In 1916 of 1917 heeft een lezer 'n Tilburger horen zeggen: "Hij ging er van deur van de lantère". Men zou kunnen denken, dat iemand wegliep van een lantaarn, wat dan overigens ook nog duister genoeg blijft. Die lantaarn heeft er echter helemaal niets mee te maken. "Van de lantère" is een verbastering van het Franse "ventre à terre", letterlijk vertaald: "Buik tegen de grond". Dit heeft betrekking op zwaar en ingespannen trekken van een paard. De gelegenheid om dit nog eens te zien is de dag van vandaag niet zo groot, want voor dat zware trekken heeft men nu auto's en tractoren. Vroeger kon men het vooral waarnemen, als de zware wagens van een circus of van de kermis door paarden wei- of akkerland werden opgetrokken, en ook tijdens militaire manoeuvres als kanonnen van de artillerie door mulle zandwegen in de hei werden getrokken. Bij het zware trekken gingen de paarden naar voren gebogen in de strengen hangen, zodat de buik dichter dan bij normaal trekken bij de grond kwam. De volksmond heeft dat "ventre à terre" vermoedelijk van het leger overgenomen. Daar hij het Frans echter niet verstond, heeft hij er een hem wel bekend woord van gemaakt. En dat was dan in dit geval de gewestelijke uitspraak van het woord "lantaarn".

De letterlijke en oorspronkelijke betekenis van de uitdrukking is thans afgesleten. Wanneer men ze nu gebruikt, is de gedachte aan zwaar trekken, wat altijd ook langzaam trekken betekent, er vreemd aan. Men denkt nu zelfs aan "snel". Als iemand er "ventre à terre" vandoor gaat, doet hij dit eigenlijk in vliegende galop. Toch kan men hierin de oorspronkelijke betekenis nog terugvinden, indien men denkt aan het scherp afzetten in de grond bij het begin van de galop. Iemand, die hem smeert, dat is maakt dat hij wegkomt, gaat er ook wel "viervoets van deur". Dit heeft ook relatie met het paard. Het betekent in galop, dus snel.

 

"Ze is weer op d're sjanternel geweest" wordt gezegd van een vrouw, die "op stap is geweest". Sommige vrouwen zijn "altijd op sjanternel". De uitdrukking heeft een misprijzende betekenis, die vroeger vermoedelijk sterker geweest is dan te huidigen dage. Ze wordt gebruikt voor een vrouw, die weinig thuis is en het er op aan legt zoveel mogelijk het huishouden in de steek te laten, al of niet gemotiveerd. Het lijkt mogelijk dat we hier te maken hebben met een verbastering van het Franse woord "sentinelle", dat "schildwacht" betekent. We denken dan aan 'n vrouw die in de Franse tijd een "potje" met de "schildwacht" ging vrijen, waarvoor ze dan ook wel motieven zal gezocht hebben. Een verklaring voor de ongunstige betekenis, die we nog voelen, is daarmee dan ook meteen gevonden. We voelen echter toch meer voor een verbastering van een ander Frans woord, nl. "chanternelle", dat "lokvogel" betekent. Een "op sjanternel" zijnde vrouw zou dan een vrouw of meisje zijn, die "als lokvogel" de straat optrekken, wat uiteraard oneerbaar is. Zó ongunstig klinkt de uitdrukking zoals wij ze thans in Tilburg gebruiken echter lang niet meer, maar een denigrerende bijgedachte speelt er op de achtergrond toch nog wel altijd in mee.

 

Een Tilburgse vrouw zat eens voor een ei, dat ze vlug wilde opeten. Ze zei: "Wocht 'ns efkes, dees zal ik 'ns gaaw verdestreweren". De inzender, die ons dit vertelt, heeft links en rechts gevraagd of men dit merkwaardige werkwoord "verdestreweren" ooit gehoord had, maar hij kreeg nul op het rekest Wij hebben ook ons licht eens opgestoken, want we kenden het ook niet. Al heel spoedig bleek echter, dat Tilburgers het best kenden. Het betekent: vlug en enigszins schrokkerig opeten. Vermoedelijk hebben we te maken met een verbastering van het Franse "détruire", dat is vernielen of vernietigen. Daarnaast kent het Frans "destructeur" (vernieler). En in Son heeft de NCB zijn destructor, waar kadavers vernietigd worden. Men zet in onze volkstaal wel meer het voorzetsel "ver" voor een verbasterd Frans woord. Iedereen kent immers ons gewestelijk woord: "verassureren" voor "verzekeren", afkomstig van het Franse "assurer".

 

Er zijn in Tilburg generaties geweest, die graag de uitdrukking: "Alléé vite un peu!" gebruikten. Dat "alléé" deed het natuurlijk heel goed in een Tilburgse mond. "Alléé, loop nou gaauw deur" in de betekenis van "Ben je gek" kan men nog wel eens te horen krijgen. We hebben hier te maken met het Franse bevel: "Allez, vite un peu!", schiet op, maak een beetje voort. Die betekenis hechtte men er bij het gebruik dan ook aan.

Wij denken dat dit mondjevol Frans erg plaatsgebonden was, nl. afkomstig van de school van "Monsieur Verschuure", later de school van "Monsieur Willems". Dit was de openbare school aan de Langestraat, waar jarenlang het Frans de voertaal vormde, zodat men wel van "de Franse school" sprak. In de tijd dat het lyceum nog in opkomst was, genoot zij in Tilburg een bijzondere reputatie om haar onderwijs. Voor wie van "de Franse school" kwam, lag de betrekking klaar. In het begin van de twintiger jaren werd het Frans als voertaal afgeschaft. "Gevolg van de nivellerende werking der democratie" heeft toen eens iemand geschreven... De leerlingen van deze school hebben o.i. de Franse uitdrukking, die men nauwelijks nog te horen krijgt, in de stad gebracht. 't Stond immers sjiek, dat mondjevol Frans, zal men ook wel gedacht hebben.

 

De grootvader zaliger van een lezer sprak ook zijn woordje Frans. Hij placht te zeggen: "Kiske sesies non parlevoe", waarop hij dan steevast nog een Nederlandse zin liet volgen, die wel goed rijmde maar die we hier welvoeglijkheidshalve achterwege laten... Ongetwijfeld hebben we hier te maken met een verbastering van "Qu'est ce que c'est ce-ci, non parlez vous". Het eerste deel van de zin betekent dan: "Wat is dit hier?" en het tweede deel bestaat uit drie achter elkaar gezette Franse woorden, die de Fransman zo echter niet gebruikt.

 

Een leuke verbastering ontmoeten we in: "Den dieje, dè is er êne van diekomsa!" De spelling, waarin dit laatste woord op ons bureau dwarrelt, verraadt al, dat men er niet de flauwste notie van heeft, dat we hier weer eens op onze manier "Frans met haar" aan het praten zijn. "Diekomsa" komt van: "comme ci, comme ça", dat onder andere "zo" of "zo, zo" betekent. Een mens van "diekomsa" kan iemand zijn van alle markten thuis of van prima gehalte: een mens: Zó!!!... Gezegd met nadruk, de duim omhoog, met bijpassende trek van de mond, drie uitroeptekens en puntjes...