CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Historie van de "Oude Warande"

Het Nieuwsblad van het Zuiden - vrijdag 26 november 1971

 

Wie in Tilburg kent niet de Oude Warande aan de Bredaseweg? Een prachtig landgoed, dat sinds een kleine twintig jaar gemeente-eigendom is en sinds die tijd openstaat ten dienste van de hele Tilburgse gemeenschap. Van zonsopgang tot zonsondergang kan ieder die dat wenst er naar hartelust rondzwerven en er genieten van de schoonheid der natuur en de weldadigheid van de hier heersende rust. En dit alles op zo korte afstand van de stad. Waar vindt ge eigenlijk zoiets? De fijnproevers weten het wel en ook de sportief aangelegden. Ga 's zomers maar eens kijken op de vroege ochtenduren van een zondag. Tien tegen één, dat ge er dan "trimmende" dames en heren vindt, die deze plaats bij uitstek geschikt achten om hun lichamelijke conditie op te vijzelen of in stand te houden volgens de laatste mode.

De lof van de heerlijke sfeer van de Warande hebben we hier reeds een paar jaar geleden gezongen en we zijn niet voornemens dat te herhalen al kunt ge de Warande eigenlijk nooit genoeg roemen. Vandaag gaat het ons om het ontstaan en de ontwikkeling van dit landgoed. Om zijn historie dus. Bij de aankoop ervan door de gemeente op 29 augustus 1952 was er van die geschiedenis maar een heel klein beetje bekend. Die situatie veranderde echter toen een paar jaar later de toenmalige ambtenaar van het Tilburgs gemeentearchief J.H. van Mosselveld in "Brabantia" zijn studie over de Warande publiceerde. Maar ja, zo'n tijdschrift bereikt niet de gewone man en de massa. Toch zijn deze het voor wie het recreatie-oord bestemd is. We kunnen ons niet voorstellen, dat er ook geen interesse voor de historie van dit gebied zou bestaan. Per saldo vormt het een deel van de geschiedenis van ons eigen Tilburg. Die, aan de hand van de hier aangehaalde studie, voor iedereen toegankelijk te maken beoogt dit artikel. En als ge dan straks weer eens in de Warande wandelt, zal het er des te plezieriger zijn omdat ge weet wat er zoal "achter zit".

 

Om nu maar met de naam en speciaal het woord "warande" te beginnen! We hebben hier te maken met een in onze tijd in gebruik geraakt woord. Dat stamt van het oud-Noord-Franse "warande", waarnaast men het oud-Franse "garande" kende, gevormd van "garir" (beschermen), dat zelf weer ontleend is aan het Frankische "waron" (bewaren en beschermen). Men verstaat onder "warande" een jachtterrein, waar het wild beschermd wordt. Later kreeg het de waarde van park of lusthof en ook wel van dierenpark en wandeldreef of gewoon park. Tevens wordt er somtijds privatief jachtrecht mee aangeduid. Met een "waranda", een aanbouw met veel glas aan een villa, heeft het dus niets te maken. Wél is dit woord vermoedelijk oorzaak, dat de volksmond, als hij het over ons recreatiegebied heeft, wel eens met de twee in de knoop zit.

 

Tilburg heeft verschillende "warandes" gekend. In 1592 droeg een stuk zaailand op de Hasselt en in 1714 een perceel akkerland op Loven die naam. In 1752 komt er een perceel bos en hei voor, dat "de warande aan de Moerenburg" genoemd wordt.

De bepaling "Oude" verwijst naar een mogelijke "Nieuwe Warande". Die hebben we inderdaad gekend. Het betrof een in 1757 door de Heer van Tilburg, graaf Van Hogendorp, in de Rauwbraken aangelegd landgoed. Vanaf die tijd dateert de onderscheiding tussen "oude" en "nieuwe". Voorheen heette het complex aan de Bredaseweg gewoon de Warande. De Nieuwe Warande staat nog vermeld op een stafkaart van rond 1900. Er ligt hier thans een woest perceeltje bos als laatste overschot van de Rauwbraken. Men komt er langs, gaande van Enschot naar de Hazennest over de Rauwbrakenweg. Tegen de noodwestkant van dit bos en tegen de grens van Berkel-Enschot lag de Nieuwe Warande als een zuiver rechthoekig perceel.

 

Sterrebos

Hoewel onze huidige Warande aan de Bredaseweg in de loop der jaren tal van meer of minder ingrijpende wijzigingen heeft ondergaan, valt het toch op, dat zij - voor wat haar aanleg betreft - in wezen haar oorspronkelijke karakteristiek de eeuwen door herkenbaar bewaard heeft. Dat is één factor, die haar voor de huidige generaties bijzonder interessant maakt. Zij verraadt zich onmiddellijk als aanleg van een zogenaamd sterrebos d.w.z. een centraal punt in het midden vanwaar de hoofdlanen straalsgewijze uitgaan. We drukken hierbij het grondplan af zoals dit voorkomt op de door Diederik Zijnen in 1760 vervaardigde kaart van Tilburg en welke kaart in originalis aanwezig is in het Tilburgs gemeentearchief. Overigens op het onhanteerbare formaat van niet minder dan 3.15 x 4.15 meter. Er bestaan echter ook verkleiningen van.

Bij het aanschouwen van de tekening zien we een van uit een centraal punt harmonisch ontworpen lanenstelsel, waarin een perspectivische werking wordt gevonden door de lanen, die, deels loodrecht en deels diagonaalsgewijze, naar de grenzen van het park voeren. Elk van de kwadraten bezit een minder strenge en meer speelse geometrische figuratie van lanen en wegen. We hebben hier te maken met een mengsel van een laat-renaissance en een barokstijl in de parkaanleg.

 

Geïnspireerd

Als vader van de zo sterk gestileerde stijl herkent ge de Franse grootmeester André Lenôtre wiens naam o.a. verbonden is aan Versailles, de Tuilerieën te Parijs, het St. Jamespark te Londen en... het Loo te Apeldoorn. Wie de architect van de Tilburgse Warande was, valt niet te zeggen. Het zou de in Rijswijk in 1668 geboren en te Tilburg op 13 augustus 1726 begraven Jan van Leeuwen geweest kunnen zijn. Die wordt als "mr hovenier" van Van Hessen-Kassel genoemd. Hij kan met het werk van Lenôtre (1613-1700) bekend geweest zijn.

De Tilburgse mensen schijnen deze Van Leeuwen niet erg gemogen te hebben. Hij woonde op de Hoeven (Koningshoeven). In de nacht van 12 op 13 juni 1721 deed daar een hoop volk een aanval op zijn woning. Het huis werd geplunderd, de ruiten sneuvelden en de man zag zich zelfs met doodslag bedreigd. Dat muisje had natuurlijk wel een staartje. Drost en schepenen slaagden er echter niet in de daders te achterhalen. Van Leeuwen kreeg de schade uit de gemeentekas vergoed. Op de Hoeven was hem intussen de grond wat te heet onder de voeten geworden, redenen waarom hij naar de Veldhoven verhuisde.

 

Het begin

Met de naam Van Hessen-Kassel begint wel het leven van de Warande. Deze Duitse prins Willem van Hessen-Kassel kocht in 1710 van de in Spaanse krijgsdienst staande Charles baron van Grobbendonck de heerlijkheid Tilburg en Goirle voor f 127.500,-. In de betekenis van bos of park wordt er in de koopakte niet over 'n "warande" gesproken. Deze prins, die tot 1754 heer van Tilburg bleef, bracht de liefde tot de edele hovenierskunst van huis uit mee. Kessel kenmerkte zich reeds door mooie tuinen en plantages. Geen wonder, dat hij die "hobby" ook in Tilburg in praktijk trachtte te brengen.

Nu bezaten de heren van Tilburg, buiten hun kasteel, aanvankelijk niet zo geweldig veel gronden. De grond rondom Tilburg was grotendeels "gemeijnt", gemeenschappelijk bezit van de ingezetenen. Dit reeds sinds 1 september 1329. Sommige Heren van de Heerlijkheid en ook gewone particulieren kenden echter wel een kunstje om "gemeijntegronden" in eigen bezit te nemen. Die mogelijkheid lag in een in Tilburg gevolgde grondpolitiek, die een verhaal apart betekent.

 

Wel 60 bunder?

Prins Willem kreeg, via zijn rentmeester Arnold van Loon, in 1712 van de Tilburgse drost en schepenen toestemming om in het vierkant een plak van 600 roeden hei "in te graven" d.w.z. in cultuur te brengen. Deze oppervlakte werd omschreven als volgt: "oost de hei gelegen naar de kant van de Rijt, zuid de nieuwe dijk, west het Zwartven en noord omtrent de Oude Ley". Onder de nieuwe dijk dient hier verstaan de in de 17de eeuw, op aandringen en kosten van de inwoners van Hulten, aangelegde Bredaseweg. De grond werd nagenoeg gratis ingepalmd maar voor de uitvoering van het werk moest Van Hessen-Kassel f 1000,- tegen 4% gaan lenen. Zó werd onze Warande geboren. Er zijn tekenen, die erop wijzen, dat er in 1712 heel wat méér dan 600 roeden werden ingegraven. Volgens een opgave van 1767 zou het wel 60 bunder betroffen hebben, wat dan ook overeenstemt met een opgave van Diederik Zijnen in 1760.

De reeds eerder vermelde aanval op het huis van Van Hessen-Kassel's "hovenier" was blijkbaar een uitbarsting van een volkswoede, die al lang gebroed had. Bij het begin van de snel voortgang makende ontginningen zagen drost en schepenen van Tilburg zich op 2 oktober 1713 tenminste al genoodzaakt de Tilburgers met een boete te bedreigen tegen het aanrichten van vernielingen in de nieuw ingegraven Warande.

 

Zuiver vierkant

Met het klaarkomen van de vijver in 1715 was de Warande voor het grootste deel gereed. Het gaat hier om de nog bestaande rechthoekige vijver, die echter, toen de gemeente eigenaresse werd, een flink stuk werd uitgediept zodat hij nu voortaan altijd water houdt. Bij het graven van de oorspronkelijke vijver had Tilburg 25 en Goirle 5 karren met paard geleverd. Iedere voerman zou daarvoor op het werk jenever en andere drank plus een fooi krijgen, zo was er geconditioneerd.

Het landgoed had toen de vorm van een zuiver vierkant. Die behield het totdat de Warande verkocht werd aan Gijsbertus Steenbergensis Graaf van Hogendorp, vrijheer van Hofwegen, en deze op 13 augustus 1757 van Tilburgs schepenen toestemming kreeg ze aan de buitenzijden met totaal 100 lopensaat uit te breiden. Men zie de hierbij afgedrukte kaart. Deze geeft het oude vierkant met daar omheen de uitbreiding met de afgeschuinde hoeken. Het ven aan de zuidwestzijde is het Zwartven. De huidige naam Zwartvenseweg herinnert er nog aan.

 

Oriëntatie

Om een meer directe verbinding met zijn kasteel op de Hasselt te hebben liet Van Hogendorp een dreef aanleggen, die van de Houtstraat (later Weststraat) rechtstreeks naar de oostwestdreef van de Warande liep. Kijkende door deze oostwestlaan zaagt ge precies in het verlengde daarvan de toren van de Heikese kerk staan. Daarom wordt deze laan nu nog wel "Torendreef" genoemd. De Warande werd bij haar aanleg trouwens helemaal op deze toren georiënteerd. Daarom loopt die dreef ook niet geheel parallel met de Bredaseweg. Genoemde nieuwe dreef van 3,5 roede breed mocht door de Tilburgers gemeenschappelijk gebruikt worden en er werden ook dwarssporen over toegestaan. Later is de weg verdwenen. Een deel ervan heeft ooit samengevallen met de Delmerweg. Die is nu echter ook al weer voor een groot deel opgeheven.

Van Hogendorp had nog heel wat méér landhonger. Geen wonder, want practisch kreeg hij de woeste gronden gratis in bezit. Ondanks verzet van de Tilburgers werd deze familie de voornaamste grootgrondbezitter in Tilburg. Nog in de eerste helft van de 19de eeuw was zij de hoogstaangeslagene in de belasting. Men ontkomt niet aan de indruk, dat bij de Van Hogendorps het gevoel voor eigenbelang goed ontwikkeld was.

 

Geharrewar

Gijsbertus stierf 15 september 1785 te Den Bosch. Zijn zoon Diederik Johan volgde hem op als heer maar diens moeder hield het vruchtgebruik van de Heerlijkheid tot haar dood op 6 maart 1788. Er ontstond met de overheid geharrewar over de grootte van de Warande. Van Hogendorp was van oordeel, dat de oppervlakte 600 lopensaat behoorde te zijn en dat hij daar niet aankwam. Hij pikte wederrechtelijk een stuk in en meende toen nog ca. 38 lopensaat beneden de 600 te blijven. Zijn rentmeester George Schouw (eigenaar van de dit jaar afgebroken Schouwse Hoef aan de Koningshoeven) klopte om dat restant bij de gemeente aan.

Pas in 1829 werd weer een stuk aan het landgoed toegevoegd. Nadien vergrootte de familie Van Hogendorp de Warande nog met enkele stukken door aankoop. Daartoe behoorde een driehoek in het uiterste zuidwesten, die een deel van het vroegere Zwartven vormde. Deze werd 18 december 1851 gekocht van de erfgenamen van wijlen koning Willem II, die dit tussen 1830-1840 - toen hij nog Prins van Oranje was - van de gemeente had gekocht. Het ven was toen al dichtgegroeid en bestond hoofdzakelijk uit hei. Op 18 december 1837 had Van Hogendorp al een trapeziumvormig stuk aan de westkant gekocht van de boer Jan Baptist J.A. Smulders. Het betrof hier ruim vier bunder.

 

Verkoop

De Warande bleef in bezit van de Van Hogendorps tot 1858 toen de hele Heerlijkheid Tilburg en Goirle, met inbegrip van alle rechten, publiek verkocht werd. Diederik Johan François Graaf van Hogendorp was 4 februari 1839 gestorven op zijn Hasselts kasteel. Zijn weduwe overleed 9 mei 1853 en mannelijke nakomelingen waren er niet. Deze verkoping werd met grote aanplakbiljetten en advertenties in de voornaamste kranten aangekondigd. Notaris Josephus Antonie Daamen probeerde de heerlijkheid aan de man te brengen. Dat gebeurde in het bekende koffiehuis Villa Nova op de Heuvel, waarover we hier vroeger al eens geschreven hebben. Het was toen bewoond door A. Stokkermans.

De heerlijkheid viel in diverse kopen uiteen. De Oude Warande wilde echter niemand hebben. "Dan neem ik die zelf maar", dacht notaris Daamen en hij werd voor f 7500,- de man. Het ging om 94 bunder, 53 roeden en 89 ellen bezet met uitgestrekte mastbossen, schaarhout en beukenbossen. In het centrale punt, waar we later een villa gekend hebben, stond toen een theekoepel van waaruit men uitzicht op de grote lanen had. In de nabijheid bevond zich een "bouwmanswoning" met schuur en een niet meer in gebruik zijnde schaapskooi. Bij deze aankoop waren twee percelen uitgezonderd. Deze werden eigendom van Joh. en Hub. van Roessel maar in 1868 kreeg Daamen toch ook deze stukken in handen.

 

Geen windei

Het park zag er weinig florissant uit en maakte een verwaarloosde indruk. Er waren hele stukken bos gekapt en omgeploegd tot akkers, waarop graan werd verbouwd. Notaris Daamen bleek met die Oude Warande geen slechte koop gedaan te hebben. Na een paar jaar had de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen hem nodig voor de aanleg van de spoorlijn Breda-Tilburg. "Dat kan," zei de notaris, "als je maar betaalt, want dat betekent een grote schade voor mijn landgoed." De staat die een grote portemonnaie heeft, schoot goed af. De notaris kreeg voor het af te stane gedeelte een schadevergoeding, die bijna zo groot was als wat hij voor de hele Warande een jaar te voren had betaald. Hij bedong bovendien een recht van eigen weg vanuit de middelste noordzuidlaan naar zijn afgesneden bezit ten noorden van de spoorlijn. Dat kreeg hij ook. Hij mocht prinsheerlijk over de lijn stappen zoals destijds baron Van den Bogaerde van Terbrugge te Haaren een eigen treinhalte bij kasteel Nemelaer wist los te peuteren voor de spoorweg naar Boxtel. Later hebben de Ned. Spoorwegen aan Daamen's privilege in de Warande een einde gemaakt.

De spoorlijn Breda-Tilburg werd 1 oktober 1863 feestelijk geopend door minister Thorbecke. Door de lijn werden de noordelijke gedeelten, die in 1757 en 1790 waren ingegraven, afgesneden. Nog altijd zijn daardoor thans de Warande en het aansluitende Wandelbos, die anders één geheel zouden vormen, van elkaar gescheiden.

 

Weinig respect

Bij de dood van notaris Daamen op 15 januari 1892 erfden zijn kinderen o.a. de Oude Warande. Ze woonden voor het merendeel niet in Tilburg en toonden weinig respect voor het eeuwenoude park. Er werden heel wat bomen gekapt en zelfs prachtige beukendreven gingen tegen de vlakte. Men wilde blijkbaar geld zien. Ten zuiden van de spoorlijn lieten zij zelfs zand afgraven. Daardoor is de huidige, schilderachtige "vijver" ontstaan, die echter doorgaans geen water bezit. De oude vijver werd met prikkeldraad afgezet om te beletten, dat er in gezwommen werd. Zij sloopten in 1893 de theekoepel omdat die in de weg stond voor het paardrennen door de lanen en de bouwmanswoning werd ingericht tot jachtkamer. Rendabel was het landgoed niet. Op verkoopadvertenties kwamen geen liefhebbers opdagen, maar in 1906 verklaarde zich ten slotte Bern. J.M. Verbunt bereid het landgoed te kopen.

 

Nieuwe glorie

De heer Verbunt kreeg weer plezier in de Oude Warande. Hij herstelde de vernielde dreven en zorgde voor een veelsoortige, nieuwe aanplant. Hij besteedde er tien jaar aan om de bossen weer in goede staat te krijgen. Op de plaats van de vroegere koepel liet hij, onder architectuur van Jan van de Valk in Tilburg, een riante villa optrekken, die in 1917-1918 verbouwd werd. Het middelpunt van de voorkamer was het hart van de Warande van waaruit men in alle sterrelanen keek, met uitzondering van de noordwestelijke laan. Er kwam een hertenpark met hertenhuisjes in 1916, nadat al vroeger bij een der lanen een kapelletje was gebouwd. De oude tuinmanswoning zag zich in 1935 door een nieuwe, met eveneens een jachtkamer er in, vervangen en de voormalige schaapskooi werd garage.

De oppervlakte van de Warande onderging intussen enige verandering. In 1918 had de heer Verbunt percelen tot aan de Zwartvenseweg aangekocht van A.M. van de Mortel, die ze in 1904 had gekocht van Vinc. A.A. Bogaers. Hierop zijn later hockeyvelden aangelegd. Deze hebben nooit officieel deel van de Oude Warande uitgemaakt. In 1931 werd een oostelijk deel verkocht aan "Burgers Dierenpark" te Arnhem. Een stuk langs de Bredaseweg werd door het rijk in 1935 onteigend voor de aanleg van een ruiterpad. Percelen noordelijk van de spoorlijn gingen tussen 1936 en 1941 in andere handen over. De meest ingrijpende verandering trad op toen vier kinderen van de heer Verbunt elk een stuk van ca. 5 ha langs de Bredaseweg met een diepte van ca. 200 meter kregen. De westelijke helft van de Warande bleef intact maar op het zuidoostelijk stuk bouwden twee zonen van de heer Verbunt in 1941 elk een villa.

 

Naar gemeente

In die situatie kocht de gemeente in 1952 de Oude Warande van mevr. Verbunt-Janssens. De verdere geschiedenis is te recent om lang bij stil te staan. Intussen is er toch weer heel wat gebeurd. Er werd flink gedund in het veel te dicht beplante park. Er ging een fraai stuk verloren voor het "Bels lijntje", de hockeyvelden werden verlegd, het Tilburgs Dierenpark verschoof wat naar het westen, de vooral na de oorlog verwaarloosde villa, waarvoor geen emplooi viel te vinden, werd gesloopt, het hertenpark verdween en ook het kapelletje werd gesloopt.

Op de villadeur zat eens een deel van een bronzen klopper, die een zeer oud jaartal vermeldde. Toen wij merkten, dat de aanvankelijk muurvastzittende schroeven telkens "wat losser raakten" alsof er aan gepeuterd werd, hebben wij een naar onze mening bevoegde instantie gewaarschuwd, dat het "ding" dreigde te verdwijnen. Men vertoonde daar nauwelijks interesse. Een poos later was het dan ook zo ver: foetsie! Overigens hadden wij niet de indruk, dat de klopper zo oud was als het (helaas vergeten) jaartal vermeldde, maar... wie weet????

 

Geen salami

Na 1952 is de Warande eigenlijk dus minstens al drie keer wat kleiner geworden. De vraag rijst: Wat beoogt de gemeente hier eigenlijk mee? Zal dat zo blijven doorgaan totdat er het argument ter tafel kan komen: Vroeger was de Oude Warande wel iets, maar nu is ze niet meer de moeite waard. Laten we ze maar voor stadsuitbreiding gebruiken. In de grote politiek noemt men zoiets "salami-politiek". Dat betekent: iedere keer een schijfje méér van de worst afsnijden. Niemand neemt dan ooit de moeite zich om een onnozel "schijfje" druk te maken. Wij hopen dat Tilburg die salami niet lust!

 

Als ge nu straks door de Warande wandelt met het hierboven verhaalde in uw achterhoofd, dan zult ge ervaren, dat die Warande niet alleen een fraai natuurmonument betekent maar ook een stuk Tilburgse historie bevat, die dieper gaat dan oppervlakkig lijkt. Zij raakt o.a. een eeuwenlang gevolgde grondpolitiek.

 

PIERRE VAN BEEK