Berkels zilverschat zit onbereikbaar ingemetseld
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - maandag 4 februari 1974
In het
najaar van 1933 - om precies te zijn op 15 november -
werd te Berkel een schat ontdekt, welke in die dagen
nauwelijks, of misschien wel helemaal niet, in het
nieuws is gekomen. De schat bestond uit 116 zilveren
munten uit de 17de eeuw. Dit wordt onthuld in een
geïllustreerd artikeltje van de hand van P.J.M. Wuisman
in de jongste aflevering van "De Kleine Meijerij", het
vlugschrift van de Heemkundekring en het
Streekarchivariaat van Oisterwijk, Berkel-Enschot, Esch,
Haaren, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk en Udenhout. De
Berkelse landbouwer Peter van de Sande deed op genoemde
datum de vondst toen hij graafwerkzaamheden op voor de
stichting van de Trappistinnen Abdij aangekochte gronden
verrichtte. De oorspronkelijke eigenaar van het perceel
met de schat was de landbouwer uit Udenhout H.
Brekelmans, die de grond reeds drie jaar eerder aan de
stichting voor het klooster had overgedaan.
Stenen kruik
Peter
van de Sande kon zijn ogen niet geloven toen er zo'n
grote partij munten uit de kruik barstte. De munten
bevonden zich in een aarden kruik, welke evenwel door de
schop van de vinder brak. Pater Protasius van de
Koningshoeven heeft ze echter keurig gerestaureerd en ze
berust nu in het klooster van de zusters te Berkel.
Aan de
hand van enige tekeningen, die van de munten gemaakt
werden, heeft streekarchivaris Wuisman gepoogd ze te
identificeren. Daarbij kon worden vastgesteld, dat het
hier o.a. gaat om munten van Philips IV (1621-1655) en
diverse munten uit Zeeland, Utrecht, Friesland,
West-Friesland, Overijssel, Zwolle en de steden Kampen
en Deventer, alles lopende tussen de jaren 1600 en 1712.
Munten uit dezelfde periode werden gevonden te Mill
(1926), Heeze (1939) en Tilburg (1961). Waarom de
archivaris zich bij de identificatie met tekeningen
moest behelpen? De schat werd nl. nooit officieel
geregistreerd. Hij bestaat nog altijd maar... is
moeilijk bereikbaar. Wat er dan wel gebeurd is?
Ingemetseld
Na een
vluchtige beschrijving en het maken van een paar
tekeningetjes zijn de munten ingemetseld achter de
eerste steen van het abdijhoofdaltaar. Toen dit
omstreeks 1960 vervangen werd, heeft men de munten
opnieuw ingemetseld in een der voetstukken van het
nieuwe altaar. Het inmetselen van geldstukken bij
bouwwerken betekent geen novum. Normaal neemt men
daarvoor dan munten uit de tijd van de totstandkoming
van het gebouw. Dat er antieke munten voor gebruikt
worden, is echter wél een unicum.
De
vindplaats van de schat werd nauwkeurig vastgelegd. Zo
weten we, dat deze lag aan de rand van een terreintje
aan het oude - inmiddels verdwenen - pad, dat van het
station Berkel-Enschot naar de kom van het dorp Enschot
leidde. Het bewuste perceel was kadastraal bekend als
A.89 en gelegen even ten zuiden van de zg. Leemput,
thans ongeveer ter hoogte van de Eikenboschweg.
Schatbegraver
Verborgen geld speelt ook een rol in het uitvoerige en
goed gedocumenteerde artikel van ir. C.H.J. van den
Brekel. Deze heeft de ontwikkelingen nageplozen van de
nalatenschap, niet van een schatgraver maar van een
schatbegraver. Het gaat hier om een telg uit een oud
Oisterwijks geslacht Laurens van den Brekel. In 1710 in
Oisterwijk gedoopt en in 1754 in Tilburg getrouwd met de
50-jarige Maria de Groot, de weduwe van Willem Mutsaers
en dochter van Peter Willem de Groot en Barbel Gerart
Verbunt. Laurens, van beroep landbouwer, zat er warmpjes
bij. Behalve geld had hij vastgoed op Loven, Oerle,
Veldhoven en Broekhoven.
Laurens
had de gewoonte zijn geld in Keulse potten in zijn huis
te begraven. Dit huis stond op de Hogen Dries nabij het
punt waar voorheen de Commerstraat en de Oisterwijkse
baan samenkwamen. Laurens schijnt vrij plotseling
overleden te zijn, want daags tevoren had hij zijn
dienstbode in vertrouwen genomen met de opdracht de
plaatsen van het verborgen geld "aan zijn vrinden
aantewijsen". Twee Keulse potten kwamen inderdaad te
voorschijn maar het geld, dat volgens een "boekske" op
de schouw moest liggen, bleek onvindbaar.
Ook
familie?
Nou, die
affaire heeft heel wat geharrewar opgeleverd, dat we
hier niet allemaal kunnen vertellen. In het artikel
komen tal van namen voor, die voor Tilburg geen
onbekenden zijn. Ongetwijfeld huisvest onze stad
families, die zich aan onze Laurens geparenteerd weten.
Wellicht vinden zij in dit artikel gedocumenteerde
bevestiging van verhalen, welke in die kringen nog min
of meer als "legende" leven. De geruchtmakende erfdeling
die in 1779 begon, kreeg pas in 1785 haar beslag.
In
ditzelfde nummer van de "De Kleine Meijerij" schrijft
P.J.M. Wuisman over de officiële Udenhoutse vlag. Thilde
Bruning heeft een "verhaaltje" van een mulder die geen
blad voor de mond nam en een Moergestelse Schout die weg
moest. Dezelfde schrijfster geeft ook een reeks namen
van zwervers en bedelaars, die van 1796 tot 1808 in
Moergestel werden opgebracht. Er komen nogal wat Belgen
in voor. Tilburgers ontbreken. Het zilver van het
Oisterwijkse Sint-Sebastiaangilde krijgt aandacht door
W. de Bakker en B. Kupers brengt het tweede deel van de
geschiedenis van de Hervormde Kerk te Oisterwijk. Voorts
spreekt dit nummer van een vossenplaag in de dertiger
jaren van de 18de eeuw te Moergestel.
Het
harnas
Een jaar
of vier geleden brachten wij in Het Nieuwsblad de
curieuze historie van "De man met het koperen harnas"
uit Oisterwijk. Uit de "De Kleine Meijerij" komen we nu,
door P. Wuisman, te weten waar dit befaamde harnas, na
de plotselinge dood van de drager A. Denissen gebleven
is. Toen zijn inboedel zou worden geveild, hadden de
erfgenamen het harnas al voor negen gulden verkocht aan
een koperslager. Op de veiling bleek voor het
"kledingstuk" echter zo'n grote belangstelling te
bestaan - zo luidt een bericht in de Tilburgse Courant
van 26 maart 1874 - dat men het terugkocht en alsnog in
veiling bracht. Eerste bieder was een antiquair uit Den
Bosch, die er honderd gulden voor over had. Uiteindelijk
werd het toegewezen aan Adr. v.d. Muysenbergh, koopman
in metalen en antiquiteiten te Roosendaal voor de som
van f 121. En wie weet waar het nu uithangt?...
PIERRE
VAN BEEK