Pierre Ditz, de man met "negen zilveren ribben"
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 21 april 1973
Op deze
plaats hebben we eens het verhaal verteld van de
charlatan "dokter Sequah", die in het begin van deze
eeuw onze stad zodanig op stelten zette, dat zijn naam
in Tilburg decennialang voortleefde. Het zou tot in de
twintiger jaren duren, voordat Tilburg weer eens op een
opzienbarende wijze bij de neus genomen werd. Thans
echter niet door een "wonderdokter" maar door een
aartssimulant, die speculeerde op de meelijdende harten
van de Tilburgers. Misschien raden sommigen het al: het
gaat om Pierre Ditz oftewel "de man met de zilveren
ribben". Toevallig liepen wij dezer dagen weer eens
tegen die naam aan. Dit bracht ons op de gedachte, dat
misschien ook jongere generaties, die het niet allemaal
zelf hebben meegemaakt maar er toch wel eens de klok
over hoorden luiden, het interessant zouden kunnen
vinden wat nader over dit unieke "geval" te worden
ingelicht.
Pierre
Ditz was geen Tilburger. Hij heette zelfs niet eens zo.
Zijn initialen luidden W.F.L. en daarbij stuitte men dan
op een erg Duits klinkende naam hoewel hij Nederlander
van nationaliteit was. Het begon dus al met een valse
naam. Daaronder woonde hij zowat anderhalf jaar in een
hotel in de Willem II-straat. Om aan de kost te komen
had hij een vorm van invaliditeit uitgevonden, welke
vermoedelijk geen weerga vindt in de geschiedenis van de
simulatie. Hij bewoog zich op een dusdanig vreemde
manier door Tilburgs straten, dat het moeilijk is
daarvan door beschrijving een met de werkelijkheid
overeenkomend beeld te geven. We volstaan daarom met de
vermelding van het meest opvallende.
Kunststuk
Het
opvallende lag in het feit, dat hij bij iedere stap
welke hij zette, het lichaam onnatuurlijk ver schuin
achteroversloeg. Reeds een kunststuk op zich. Daarbij
behoorde dan het mooie verhaal, dat hij zelf wel zal
hebben rondgestrooid. Hij zou zijn rechterarm en
rechterbeen missen en zijn uitgerust met niet minder dan
negen zilveren ribben. Dit alles als gevolg van een
mijnongeluk... Zo gingen de verhalen door Tilburg. Als
Pierre Ditz voorbij kwam, bleven de mensen stilstaan.
Men kende blinden, doofstommen, mensen met geamputeerde
of onvolledig ontwikkelde ledematen, maar dit brok
ellende was nog nooit vertoond! Ouders verboden hun
kinderen de man na te kijken (was het al niet erg
genoeg!) maar de kinderen en de ouders zelf keken toch.
Het
medelijden kende geen grenzen. De poort van het
Sportpark aan de Goirleseweg stond wijd voor de man open
en Pierre Ditz zat daar bij wedstrijden gratis langs de
grasmat. De TWEM (Tilburgse Wieler- en Motorbaan) onder
Goirle, welke toen haar gloriedagen beleefde, mocht hem
onder haar trouwe, gratis bezoekers rekenen. Door de
tunnel kwam hij naar het middenterrein gereden en ieder
maakte ruim baan voor hem. Het leven was hem intussen
wel iets gemakkelijker geworden want hij had het o.a.
ook al tot een invalidewagentje geschopt. Dit was hem
geschonken door de Tilburgse dames B. Eigenlijk kwam het
hem niet zó goed te pas, want al rijdende in een
wagentje ging er veel van het spectaculaire element uit
zijn vroegere voetgangersbestaan verloren. Met dit
wagentje begaf hij zich soms ook naar omliggende
plaatsen. Als dit per trein geschiedde, liet hij zich
doodgemoedereerd in een goederenwagon rijden.
Het
einde
De kruik
gaat evenwel zolang te water tot ze breekt. De ironie
van het lot heeft gewild, dat Pierre Ditz op zekere dag
voor de Bredase rechtbank stond voor een doodgewone
oplichting van slechts f 25,- en niet voor zijn
inmiddels ontmaskerde simulatie, al bleef die uiteraard
niet buiten bespreking. Pierre Ditz zou op een kwade dag
op zijn kamer betrapt zijn bij het maken van
gymnastische oefeningen. Geen overbodige luxe als je ook
nog een arm op de rug gebonden hield! Het spiedende oog
kon zichzelf niet geloven toen het daar een van onder de
befaamde "camouflagehuid" te voorschijn gekomen normaal
mens ontdekte.
Nadien
bleek voor Pierre Ditz de Tilburgse grond wat te heet
onder de voeten te zijn geworden. Hij vond het raadzaam
naar veiliger oorden te vertrekken. Om aan geld voor een
reis naar Franeker te komen wendde hij zich tot de
Amsterdamse marktkoopman W. v.d. H., die ook wel eens in
het hotel aan de Willem II-straat logeerde. Uit
medelijden met de ongelukkige invalide had deze koopman
Pierre Ditz een partijtje kousen ter beschikking gesteld
om daarmee negotie te doen. Pierre droeg in het begin
wat geld af doch later kwam daar niets van terecht. Maar
alla! De koopman maakte er geen kapsones over "want
Pierre Ditz was al ongelukkig genoeg!"...
Smoesje
Pierre
vroeg op 27 juni 1924, zogenaamd in naam van zijn
hospita, de koopman f 25,- te leen in het kader van het
verhaaltje, dat deze (de hospita!) zich op de markt
bevond en plotseling tot de ontdekking was gekomen, dat
ze geen portemonnee bij zich had. Ze zou de koopman het
geld weer, vóórdat hij naar de trein ging, teruggeven.
De Amsterdammer aarzelde geen ogenblik aan het verzoek
te voldoen. Nu kon Pierre naar Franeker vertrekken. Hij
werd echter in Leeuwarden gearresteerd. Bij de
thuiskomst van de hospita bleek al ras, dat het
opgediste verhaaltje totaal verzonnen was. Dit gevoegd
bij een reeds bestaande verdenking van simulatie liet in
het goede hart van de beetgenomen koopman geen plaats
meer voor medelijden over. Er werd bij de politie
aangifte van oplichting gedaan. De arrestatie bracht
uiteraard de simulatie definitief aan het licht.
Men kan
zich voorstellen, dat er een schok door Tilburg ging.
Pierre Ditz, de man met de negen zilveren ribben..., de
man die zich zo vreselijk moeizaam moest
voortbewegen..., de invalide met wie men zoveel
medelijden had gevoeld, dat sommigen hem met tranen in
de ogen hadden bekeken, een simulant???... Hoe bestaat
het! En nooit was er iemand, in geen enkele kring waar
dan ook, tot de sceptische vraag gekomen of het allemaal
wel zuivere koffie zou zijn. En of het allemaal kon wat
men voor zijn ogen meende te zien!... Het was weer eens
bewezen, dat wie verschrikkelijk hard en brutaal liegt,
gemakkelijk geloofd wordt omdat men zich het omgekeerde
niet kan voorstellen.
Humor
wint
Na de
eerste verbijstering won het evenwel de humor. Hij had
ons allemaal tuk gehad. Tilburg heeft daar hartelijk om
gelachen. Er verscheen zelfs in een weekblad, de
Tilburgsche Post, een vers, dat Pierre Ditz bezong als
de man "met de ruggegraat van elastiek". De eerste
strofe daarvan luidde:
In een
grote wereldstad
Kwam een
invalied
Arm en
been finaal kapot
Ribben
had hij niet
Als hij
door de straat moest gaan
Deed hij
heel komiek
Want hij
had een ruggegraat
Van
prima elastiek.
Hij zei
maar: Tja!
Geef mij
geen bananen
Geef mij
maar wat spanen (d.i. geld) vandaag!
Het lied
werd gezongen op de wijs van de schlager "Ik heb geen
bananen vandaag", die bijna een halve eeuw later nog
eens opnieuw zou opduiken.
Geen
wonder, dat op 5 augustus 1924 de publieke tribune van
de Bredase rechtbank uitpuilde van op sensatie beluste
Tilburgers, die hun Pierre Ditz nu ook wel eens recht
van lijf en leden voor zich wilden zien. Met bussen vol
waren ze overgekomen en lang voordat om 9 uur de deuren
tot de tribune open gingen, verdrongen ze zich daar. Het
heeft hun een hele dag wachten gekost. De rechtbank,
gepresideerd door mr. Roebroek, behandelde alsmaar
andere zaken. De zitting werd door verschillende
schorsingen onderbroken. Wie er ook voor het hekje
verschenen... geen Pierre Ditz...
Pas des
avonds om kwart vóór acht konden de wachtenden een
verzuchting slaken. Eindelijk was het dan zo ver. Daar
verscheen hij onder geleide van een marechaussee. Er
ontstond geroezemoes op de bijna ingeslapen tribune.
Pierre die nu geen "Pierre" en geen "Ditz" meer heette -
hoeveel hij de mensen ook had "diets" (wijs) gemaakt
(was de valse naam soms een symbool?!) - zag er goed
verzorgd uit in zijn donkerblauw, gestreept colbert en
met donker bruine schoenen aan. Hij ging een beetje
waggelend alsof hij nog de naweeën van zijn "elastieken
rug" ondervond en die rug zich nog niet helemaal aan het
normale leven had aangepast. Vlak vóór het
beklaagdenbankje maakte hij een sierlijke buiging voor
de rechtbank. Nu - in tegenstelling tot al zijn vroegere
buigingen - in voorwaartse richting! Stram en kaarsrecht
stond hij daar tot de uitnodiging kwam te gaan zitten.
Of de
kijkers waar voor al hun opofferingen gekregen hebben?
Er was de man per saldo niets anders dan oplichting van
f 25,- ten laste gelegd. Daarvoor bleken slechts twee
getuigen gedagvaard: de Amsterdamse koopman en de
hotelhoudster uit Tilburg, die hun belevenissen nog eens
bevestigden.
Hilariteit
Het
publiek liet zich de gelegenheid tot lachen niet
ontgaan. De president gaf daartoe ook de gelegenheid
toen de "negen zilveren ribben" op de proppen kwamen. De
rechtbank had trouwens zelf moeite een lach te
onderdrukken. Terwijl de tribune het uitschaterde, stond
daar evenwel één man, die vond dat er niets te lachen
viel. Pierre Ditz vertrok geen spier van zijn gezicht
maar keek doodernstig voor zich uit. Toen hij zelf voor
verhoor aan de beurt kwam, stond hij in één kwieke
beweging kaarsrecht voor zijn rechters. Het ging om die
f 25,- maar de president wilde van die simulatie toch
ook wel iets weten. "Hoe deed u dat toch allemaal? U
zei, dat u uw rechtarm en uw linkerbeen kwijt was. Hoe
liep u dan?" Tot grote hilariteit van de publieke
tribune luidde daarop het lakonieke antwoord van de
ondervraagde: "Ik stond toch op mijn beide benen. De
mensen zullen niet goed gekeken hebben..."
Echte
tranen
De
president snapte wél, dat men Ditz niet om zijn "negen
ribben" gevraagd had, maar vond het een raadsel hoe hij
(Ditz) dat met zijn "gebrekkige voeten en armen"
allemaal klaargespeeld had. Overigens meende de
president, dat de beklaagde zijn talenten wel op een
meer normale manier had kunnen gebruiken. En talent had
hij! Dat was ook gebleken toen hij, tijdens een bezoek
aan het graf van zijn moeder te Maastricht, in
gezelschap van zijn hospita, daar werkelijk tranen te
voorschijn toverde. Toen de beklaagde zei, dat "de
omstandigheden" hem tot zijn optreden brachten, begon
bij te snikken. Hem werd ook nog onder de neus gewreven
al verschillende veroordelingen achter de rug te hebben.
De
officier van justitie mr. Speyart van Woerden hield maar
een kort requisitoir, waarin hij één jaar en zes maanden
wegens oplichting eiste. De verdachte had royaal zijn
schuld toegegeven en spijt bekend. Diens toegevoegde
verdediger deed goed zijn best. Hij klampte zich vooral
vast aan het feit, dat het hier om een doodeenvoudige
oplichting ging, maar dat daar bijgehaald werd de
simulatie, welke verdachte helemaal niet ten laste was
gelegd. Dit laatste "om overigens wel begrijpelijke
redenen". De verdediger vond het onjuist de simulatie
hier te laten meespreken in de bepaling van de
strafmaat. Daardoor was de eis veel te hoog.
Tragiek
Zodra
beklaagde gelegenheid kreeg voor een laatste woord kon
de publieke tribune een stukje tragiek te horen krijgen,
waarbij komedie overigens ook weer een rol had gespeeld.
De man onthulde, dat ze hem vijf jaar lang in een
krankzinnigengesticht gestopt hadden zonder te merken,
dat hij simuleerde. Toen hij er uit kwam, hoorde hij
zich van alle kanten hulp beloven maar daar kwam in de
praktijk niets van terecht. "Zonder hulp werd ik in de
maatschappij teruggeworpen. Ik kon geen betrekking
vinden omdat ik geen andere getuigschriften bezat dan
dat ik in de gevangenis en in een krankzinnigengesticht
gezeten had..." Deze woorden werden bijna een halve eeuw
geleden gesproken voor de Bredase rechtbank. Ze hebben
méér aan actualiteit gewonnen dan verloren... De
verdediger had niet tevergeefs gepleit. Toen op 19
augustus de uitspraak viel, bleken er van de geëiste
anderhalf jaar nog zes maanden te zijn overgebleven.
Tijdens
de behandeling van zijn zaak stond "Ditz" te Den Haag
gedomicilieerd. Waar deze figuur gebleven is? In Tilburg
hebben wij hem nooit meer ontmoet. Nu hier zijn naam
weer genoemd is, zullen evenwel velen nog eens de oren
spitsen en rechtop gaan zitten om voor kinderen en
kindskinderen het verhaal te onderstrepen van "de man
met de zilveren ribben", die de zaak zo verduveld
belaaitafelde!...
PIERRE
VAN BEEK