Alphen maakt goud van 't zand
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 17 juni 1976
"Ge
staat gewoon te midden van een speels kunstwerk van
de natuur, die er plezier in heeft gehad hier bijna
alles wat er te bedenken valt dooreen te klutsen
maar dan altijd zonder de harmonie uit het oog te
verliezen. Dat doet de natuur trouwens nooit zolang
de mens er maar niet al te veel met zijn vingers aan
zit." Dit schreven wij in mei 1969 in deze krant
over het toen nog weinig bekende natuurgebied 't
Zand van de gemeente Alphen, waarvoor we destijds
het ergste vreesden in verband met op stapel staande
plannen. Precies na zeven jaar, welke jaren als een
ademtocht zijn voorbijgegaan zodat ge er zelf even
van schrikt, zwierven we deze zomer weer eens door
't Zand, waarover we destijds nogal enthousiast
gedaan hebben. De mens heeft er inderdaad met zijn
vingers aan gezeten. Veel van wat enkel nog op
papier stond en in hoofden leefde, is sinds geruime
tijd grotendeels werkelijkheid geworden. Als ge
daarbij dan constateert, dat ge uw woorden van
weleer desondanks niet helemaal behoeft in te
trekken, betekent dat een plezierige vaststelling.
In 't Zand is veel veranderd en toch is dat aloude
Zand nog steeds zichzelf gebleven. Een zucht van
verlichting bleek zodoende op zijn plaats. Het is
alles bij elkaar nogal meegevallen!
Misschien herinnert ge u nog iets van de plannen op
dit bos- en heigebied van 236 hectaren. Villawijken,
camping, zomerhuisjes, dagkampeerruimte, een grote
waterplas, parkeerplaatsen en er bijna dwars
doorheen de nieuwe provinciale weg Tilburg -
Baarle-Nassau. Dit alles dan samengevat onder wat in
ons huidige spraakgebruik als "Dagrecreatie"
burgerrecht verworven heeft. De hele mikmak bij
elkaar genoeg om de minnaar van de stille natuur en
speciaal van het Alphense Zand de rillingen over het
lijf te jagen. Die nieuwe wegaanleg, welke reeds
geprojecteerd stond op de kaarten van de
Topografische Dienst, schijnt gelukkig van de baan
te zijn. Van de rest is veel tot stand gekomen en
intussen gaan de werkzaamheden steeds voort. Geheel
zonder kleerscheuren is 't Zand er niet afgekomen.
Er werd heel wat bos, waaronder een complex van
prachtige Corsicaanse den, prijsgegeven. Wanneer ge
echter de vóór- en nadelen tegenover elkaar afweegt,
dan slaat de balans toch wel behoorlijk naar de
eerste door.
Met
aftrek van de villawijk bleef er van 't Zand nog
altijd een tweehonderd hectaren over. Daarvan worden
thans zeven ha ingenomen door een grote waterplas
omgeven door zeer brede stranden en zonweiden.
Zodoende souperen in totaal de zon- en
watergeneugten ca. 20 ha op. De rest is dan bos en
hei. Door het watercomplex aan de uitbreiding
waarvan nog steeds gewerkt wordt, heeft 't Zand als
het ware een dimensie bij gekregen, maar ge kunt
eigenlijk niet ten volle beweren, dat daarmede nu
ook het totaal gezicht van 't Zand van weleer
wezenlijke verandering onderging. De strand- en
waterpartij, die zich bv. voor wat de jonge aanplant
van loofhout betreft in de komende jaren nog
ontwikkelen moet, ligt heerlijk ingepast in het
milieu. Ditzelfde geldt voor de speel- en
dagkampeerterreinen en zelfs voor de in de bossen
gecamoufleerde parkeerterreinen voor 200 auto's.
Zand is goud
Ofschoon de graafwerkzaamheden voorlopig nog niet
stil zullen vallen, draait 't Zand als recreatieoord
al volop. In de voorbije winter werd er ook schaats
gereden. Het publiek, tot uit de verre omtrek, heeft
aardig de smaak te pakken gekregen. Zodanig zelfs,
dat er nu problemen rijzen, waarop men bij de start
toch eigenlijk niet gerekend had. Voor wat de
aantrekkingskracht betreft zijn de schattingen ver
uit de gooi gegaan. Maar de gemeente Alphen behoeft
daarvan niet wakker te liggen. Ze heeft door de
aankoop van 't Zand van de in het eerste kwartaal
van dit jaar overleden dr. J.A. Klein Swormink,
oud-directeur van het Ignatiusziekenhuis te Breda,
destijds in 1966 een goede gok gedaan al moest er
toen vlug f 2.185.000 op tafel komen. Niet mis, want
dat betekende precies het dubbele van de begroting
van Alphen en Riel voor een heel jaar. Er zullen
toen ongetwijfeld bedachtzame hoofden geschud zijn.
Maar nu zit Alphen op rozen. Ze kocht niet alleen
bos, hei en bouwgrond maar er zat ook nog "goud" in
de grond. "Goud" in de vorm van... zand, waarvoor
dik geld betaald wordt. Ge hoeft al niet méér te
weten dan dat de winst uit de zandexploitatie tot
voor kort al was opgelopen tot f 280.000. Ze zitten
er dus goed in "de slappe was". En daarom slapen ze
in Alphen nog steeds rustig - ook al vergt 't Zand
door de grote toeloop nu méér voorzieningen. Op
zondagen zitten de parkeerplaatsen propvol en wordt
ook de geasfalteerde toegangsweg door auto's in
beslag genomen. Hoe moet dat nu als er eens bosbrand
uitbreekt? Paniek?... "We maken er nog 200
parkeerplaatsen bij," zeggen ze in Alphen, "dan
hebben we er tenminste 400!" De hellingen buiten de
stranden worden beter aangekleed, méér sanitaire
voorziening, uitbreiding van de vijver enz....
Baden en wandelen
De
waterplas was aanvankelijk bedoeld als spartelvijver
met een maximum waterstand op 't diepste deel van
1.50 m, wat in de praktijk betekent, dat het water
normaal slechts 80 tot 100 cm diep is. Thans zal één
af te bakenen hectare tot 2.20 m worden uitgediept
zodat er dus behoorlijk kan gezwommen worden. De
waterafvoer gaat hier alleen reeds f 90.000 kosten
(althans volgens de raming). Alphen blijft dus niet
op de winst zitten broeden!
Maar
waar blijven we nu met al die ongereptheid van 't
Zand? Dat eigen gezicht? Ondanks alles wat we hier
vertelden, bleef dat gehandhaafd. Het overgrote,
onaangetaste deel werd alleen wat beter toegankelijk
gemaakt door het uitzetten van een viertal
wandelroutes. Ze beginnen op de parkeerplaats en
voeren u daar ook weer terug. Rustieke banken (half
doorgezaagde dikke boomstammen) bieden op tal van
plaatsen gelegenheid tot rust. Wie deze voettochten
niet gemaakt en ook beleefd heeft, kan niet
meepraten over 't Zand. Hij heeft dan slechts een
recreatieoord bezocht zoals er zo vele bestaan.
Moeiteloos ziet ge u geconfronteerd met een
verleden, dat 't Zand zijn naam gaf en het daarmee
tekende. Wat de mens van heden ontspanning biedt,
was eens - althans voor een deel - als
zandverstuiving een kwelling voor de boer. Geen
wonder, dat hij maatregelen ter bescherming van zijn
akkers nam. Vandaar de eiken singels hier en daar
aan de rand van het gebied. Wij spraken met iemand,
die zich bv. nog de restanten herinnerde van rieten
matten, die als "zandvang" geplaatst waren aan de
kant van de weg naar Gilze. Vroegere eigenaren, de
leerlooiers, de gebroeders Baeten, hebben ooit te
Scheveningen helm uit de duinen gehaald en naar
Alphen overgeplant om het zand vast te houden. Nog
altijd treft ge hier thans de sporen van helmgras
aan.
Uniek
Als
we nu de strandgeneugten eens terzijde schuiven, wat
is dan de karakteristiek van het resterende en
overgrote deel van 't Zand? Waardoor onderscheidt
het zich van alles wat ge tot in de wijde omtrek op
dit gebied vinden kunt? Dat zit in de
geaccidenteerdheid van het terrein en de grote
variatie. Ge gaat er door dalen en bestijgt er
heuvels, waarvan soms de gele zandkoppen al van
verre wenken. Het golft er als in de Drunense duinen
maar met dit verschil, dat die "bergen" hier meestal
beplant zijn. Nu eens loofhout, dan weer een
vrijstaande en daardoor flink uit de kluiten
gewassen vliegden op een fraai stukje hei. Het
hoogste punt bedraagt er 33.5 meter wat voor onze
contreien aanzienlijk is.
Plotseling wordt ge geconfronteerd met een grillige
diepte, waarin de hei en het buntgras welig tieren.
De mensen van de streek hebben voor dit deel de naam
"het Hollands Diep" uitgevonden. Altijd gemakkelijk
zo'n naam! Dan weet ge waarover gepraat wordt en ge
hebt een oriëntatiepunt, dat hier best welkom is.
Opvallend voor 't Zand is het veel voorkomen van
buntgras, sporen van voormalige vennetjes en
vochtige plaatsen. Hoogstens in een natte winter
zoudt ge ergens water kunnen aantreffen maar de bunt
is er nog steeds en werkt er zó decoratief dat deze
mede bepalend is voor het unieke karakter van 't
Zand.
We
weten niet of ge tot de avonturiers behoort, die
nieuwsgierig en belust op altijd weer nieuwe
ontdekkingen, de vier uitgezette wandelroutes: de
witte, de gele, de rode en blauwe, wilt "afstropen".
Mocht dit wel het geval zijn, dan kan een nadere
oriëntering op de ligging van 't Zand u ongetwijfeld
onvermoede vreugde opleveren.
Oeroude banen
Een
gebied spreekt niet alleen uit zichzelf maar wordt
mede bepaald door zijn begrenzingen. Met het oog
daarop kunnen wij niet nalaten de aandacht te
vestigen op twee wegen: de Oude Maastrichtse Baan en
de Oude Gilse Baan, voor wat de laatste betreft het
deel, dat de Maastrichtse Baan verbindt met de
Franse Baan, de officiële toegangsweg tot het
recreatieoord. Hier staat ge oog in oog met twee
typische Brabantse zandwegen, die ieder voor zich
eigenlijk een natuurmonument-apart vormen. Brabant
heeft ooit zoveel zulke wegen gekend, die eens traag
door de heide van dorp tot dorp en van kerktoren
naar kerktoren trokken. Daarover hebben geslachten
hun reis door de eeuwen gemaakt. Toen is de man met
de machine gekomen. Een laag beton of een laag
asfalt erover en het was gedaan met die
banen-zonder-haast. Maar zover is het hier thans nog
niet. Ge komt ze nog sporadisch tegen die
historische zandwegen. Hier liggen ze. Aan
weerskanten begrensd door bossen.
De
Oude Maastrichtse Baan, waar de totaal vernielde St.
Willibrorduskapel, die daar tussen het lover zo'n
intieme sfeer schept, weer uit haar puin herrezen
blijkt, laat zich vergezellen door een fietspad met
de van ouds bekende paaltjes. Ge mist er alleen de
karresporen van weleer want de brede rijbaan is vlak
gewalst door het autoverkeer en de rubberbanden,
waarvan zich in onze tijd ook de boeren voor hun
wagens en karren bedienen. De Oude Gilse Baan met
haar smalle fietspaadje is, voor wat het door ons
bedoelde gedeelte aangaat, bijzonder attractief
omdat, ongeveer in het midden, de met naald- en
loofhout beplante kanten hoog boven het wegdek
oprijzen, zodat ge eigenlijk met een holle weg te
maken hebt. De auto's hebben het niet klaargespeeld
hier de rijbaan te walsen. Zij is mul, mul en blijft
mul zodat iedere auto een grote stofwolk achter zich
laat. "Niet zo comfortabel", zult ge zeggen.
Akkoord, maar juist daardoor komt het oude Brabant
hier nog volledig aan zijn trekken. Moet je nou gek
zijn om voor het behoud van deze "banen" in hun
huidige staat een balletje op te werpen? We dachten
van niet! Ze zijn medebepalend voor het hele
Zandmilieu.
Tot
slot willen we nog een paar woorden in herinnering
roepen, die Alphens burgemeester mr. D. Osse in
januari 1969 sprak bij de introductie van het toen
geplande recreatieoord: "De plas en dat strand en
het hele gebied worden vrij toegankelijk. Zo vrij
als het strand van de zee!" Daar is geen woord Frans
bij! Eerlijkheidshalve moeten we er wél bij
vermelden, dat toen tegelijkertijd werd meegedeeld,
dat 't parkeren van auto's en (brom)fietsen geld zou
gaan kosten. Tot heden is dit laatste nog niet het
geval.
Zó
hebben wij 't Zand, op slechts een kattesprong van
Tilburg, na zeven jaar teruggevonden. Dat Zand, dat
eens een kwelling voor de mensen was en hun nu tot
zegen is geworden!...
PIERRE VAN BEEK