CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Wrijving om kerkschuur van Haaren en Belveren

Het Nieuwsblad van het Zuiden - zaterdag 8 januari 1977

 

Jaren hebben ze in Haaren met de gedachte gespeeld eens een echt raadhuis te bezitten. Dat begon al kort na 1881 toen de Haarense onderwijzerszoon Cornelis Andries Schijvens zich tot burgemeester zag benoemd nadat F.G.A.R. baron van Lamsweerde, burgemeester van Boxtel en Haaren, zijn ontslag had gevraagd. 't Was toch te gek, dat de "magistratuur" van Haaren zetelde in een weinig representatief gebouwtje bij de oude toren op het Kerkeind, ongeveer tegenover de huidige Tempeliersweg. Van te voren was het misschien nog wel gekker geweest, want toen vergaderde de raad in het oude schoolhuis, waarin - voor 25 gld. per jaar - de veldwachter woonde. En die veldwachter moest dan zorgen, dat daar een zijkamer (de oude Raadkamer) ter beschikking van het gemeentebestuur stond als dit zin had te vergaderen. Dit alles komen we te weten uit een artikel van P.J.M. Wuisman in het jongste nummer van "De Kleine Meijerij", het vlugschrift van de gelijknamige Heemkundekring en van het Streekarchivariaat Oisterwijk. In het derde jaar van zijn ambtsperiode begon de nieuwe burgemeester al aan een nieuw raadhuis te trekken. Dat kwam er ten slotte ook in 1890. Zo'n intiem dorpsraadhuisje met een bordes en een hoog gelegen deur, dat zich - zoals op zovele dorpen destijds - direct als het bestuurscentrum kenbaar maakte. Dat raadhuisje heeft inmiddels ook weer voor een modern gebouw plaats moeten maken.

 

Gildezilver

Drs. W.H.Th. Knippenberg gaat onverdroten voort met zijn beschrijving van het gildezilver in "De Kleine Meijerij". Dit maal gaat het over het gilde van St. Katharina en St. Barbara te Helvoirt. Dat blijkt over een rijke collectie te beschikken, lopende van 1561 tot 1975. De op dit zilver gegraveerde wapens worden toegelicht door mr. G. Berkelmans.

 

Een uitvoerige beschouwing besteedt W. de Bakker aan de oude Kreiteheide en de uitgifte onder Oisterwijk kort na 1900. Waar die rare naam Kreiteheide vandaan komt? Geen geleerde heeft het nog met zekerheid kunnen vertellen. Ferdinand Smulders wenste het woord Creyte(n) niet in verband te brengen met "Kreits, kring, ban, rechtsgebied". Hij dacht eerder aan een oudere veldnaam "die Creyt", die zijn naam overleverde aan de hei en aan Kreitemolen te Udenhout.

De Kreiteheide lag eens midden in de Haarense "gemeint" tussen de dorpen Udenhout, Berkel en Oisterwijk. Zij vormde een natuurlijke grens, met name tussen de genoemde dorpen. De in het prille begin van de 19de eeuw (?) aangelegde Bosscheweg is er dwars doorheen gelegd. Van die voormalige grote heide zijn in onze dagen alle sporen in het landschap verdwenen. Eigenlijk is er van die hele hei maar weinig bekend. Er schijnt eertijds een gerechtsplaats te zijn geweest. Althans in 1541 is er "het rad gezet" om ene Jan van Weert, alias Roch, zijn gerechte straf te doen ondergaan.

Aan de hand van een kadasterkaart verzamelde de schrijver een hele reeks percelen van de Kreitehei met hun oppervlakte en eigenaren in 1832, zowel voor het gebied onder Berkel als onder Oisterwijk. Aardig voor de inheemsen eens na te gaan of er soms ook een voorvader onder schuilt! Over het Haarense gedeelte wordt slechts een voorlopige indruk gegeven, gebaseerd op de leggers, omdat de schrijver de kadastrale kaarten hiervoor niet kon bemachtigen.

 

Kerkschuur

De geschiedenis van de kerkschuur van Haaren wordt in een vervolgartikel verder uit de doeken gedaan door Br. Adelbertus. In 1754 ontstond er trammelant over een nieuw te bouwen kerkschuur. De bewoners van het gehucht Belveren wilden ze weer op de oude plaats zien maar die van de Haarense kant meenden dat ze nu eens wat dichter naar het centrum van hun gehucht diende te komen. Ten slotte kwam de kerk op de oude plaats. De verliezende partij kon dat niet zo goed verkroppen. Men zegt in onze streken nog wel eens: "Ze kunnen niet door één deur in en uit", wanneer er niet geaccordeerd wordt tussen mensen. Nou dat was daar in Haaren dan letterlijk het geval. De pastoor zag zich gedwongen aan die kerkschuur twee verschillende ingangen te maken omdat die van Haaren en Belveren het gewoon vertikten door dezelfde deur binnen te gaan om de Heer in alle "ootmoet" te gaan dienen... Dat zijn zo van die dingen, welke in kleine gemeenschappen een grote rol kunnen spelen! In 1857 is de omstreden kerkschuur gesloopt. Zou die "oorlog" méér dan honderd jaar geduurd hebben?

 

Wat is "Speyck"?

Ook de Tilburgers willen ongetwijfeld weten, waar de ook hun heel bekende naam "Speyck" in Oisterwijk vandaan komt. Ze drinken er immers zo dikwijls hun biertje in 't "Groot" en in 't "Klein"! S. van Deinse heeft er eens naar gesnuffeld. Het blijkt, dat de woorden "speyck" en "speeke" gebruikt worden als namen voor plaatsen, waar een weg een beek kruist. Die beken zijn er in Oisterwijk t.w. de Reusel en de Rozep. Men moet denken aan doorwaadbare plaatsen in de beken zg. "voorten". De bodem daarvan was vaak met boomstammen, rijshout en ook wel stenen bedekt om het passeren van mensen, vee en voertuigen te vergemakkelijken. De wegen daalden schuin in de beken neer. Dat weten we nu dan ook weer!

 

Zo'n chirurgijn!

Met een omstreden chirurgijn heeft in het laatste kwart van de 18de eeuw Moergestel in haar maag gezeten. P.J.M. Wuisman licht diens doopceel. Het betreft hier ene Paulus Hustenbout. Over zijn chirurgische prestaties wordt bijna niets in de archieven teruggevonden maar de man was er dan ook tegelijkertijd vorster en gerechtsbode. Noch in de ene noch in de andere branche voldeed hij. Een bepaald rapport van zijn hand bleek "niet leesbaar". Zou het dan toch een echte dokter geweest zijn?!... De man werd beschuldigd van "onbequaamheid" en "slecht gedrag" als vorster. Tijdens zijn eerste (kinderloos) huwelijk heeft hij een nicht van zijn vrouw, een jonge dochter, "verleyd en beswangert". Eenmaal weduwnaar en enige tijd uit de republiek met de zuster van zijn vrouw verdwenen, heeft hij "dezelve insgelijks beswangert". Kijk, zoiets kan niet! En als je tweede vrouw kwaad wegloopt en je ook nog aan de drank geraakt, dan is de boot helemaal aan. Zonder dat het gemeentebestuur daarvoor toestemming uit Den Bosch afwachtte, stuurde het hem de laan uit. Waar Paulus gebleven is? Niet gevonden! Hij moet na 1812 gestorven zijn maar Moergestel heeft geen overlijdensakte van hem. Zijn tweede vrouw kwam in Moergestel terug. Zij stierf daar op 27 juni 1812 op 65-jarige leeftijd, nog altijd als echtgenote van Paulus.

 

Verder bevat de aflevering een antwoord op enige Dialectvragen (P. Wuisman), een aanvulling op de Moergestelse Monumentenlijst en een rechtelijk archiefstuk "De rampen van de oorlog" (Tilde Bruning). Zoals steeds is het nummer weer flink geïllustreerd. Dat het boeiend en afwisselend is, moge blijken uit bovenstaand resumé.

 

PIERRE VAN BEEK