CUBRA

INHOUD PIERRE VAN BEEK
HOME 
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
AUDIO
SPECIAAL

PRINT

Pierre van Beek - Heemkunde-artikelen

 redactie: Ben van de Pol

 

Gilze bezit eeuwenoud landgoed Valkenberg

Het Nieuwsblad van het Zuiden - vrijdag 15 juli 1977

 

Menigeen zal vreemd opkijken als we er hier attent op maken, dat het zo nabije dorp Gilze binnen zijn gebied een eeuwenoud landgoed bergt. Eigenlijk geen wonder want het is, tot nog niet zo lang geleden, voor het publiek afgesloten terrein geweest. Bovendien is zijn ligging van dien aard, dat degene, die het al eens ooit ontdekt heeft, daarbij zeker niet op de eerste plaats aan Gilze maar veeleer aan Chaam of Nieuw-Ginneken (Ulvenhout) zal gedacht hebben. Het gaat hier om het 180 ha omvattende landgoed Valkenberg, dat ook wel ooit - overigens historisch ten onrechte - als "Valkenburg" gespeld werd. Uit archieven blijkt, dat het al in de 15de eeuw bestond en mogelijk ligt de oorsprong nog verder terug. Een eerbiedwaardigheid derhalve om je petje voor af te nemen.

De openstelling voor het publiek is niet zo nadrukkelijk geschied. De bekende groene borden bv. ontbreken bij de diverse ingangen maar tegelijkertijd ook die van "Verboden toegang". Voor wat dit laatste betreft, met uitzondering van de onmiddellijke nabijheid van de grote villa als centrum van het geheel. En zodoende beschikt de natuurliefhebber en wandelaar hier over een aantrekkelijk gebied, dat voor velen daarenboven nog de attractie van het bekende geniet, tenminste zeker voor een Meijerijenaar, die in de Baronie niet zo goed thuis pleegt te zijn.

Valkenberg beslaat zeker voor driekwart van zijn oppervlakte de zuidwestelijke uitloper van de gemeente Gilze-Rijen en ligt als zodanig ingeklemd tussen Nieuw-Ginneken (Ulvenhout) en Chaam. Als je nu Chaam al gepasseerd bent in de richting Ulvenhout, verwacht je eigenlijk niet meer nog eens in Gilze terecht te komen. En tóch gebeurt je dat als je van deze kant, via een lange laan, het landgoed binnendringt. Wij geven echter de voorkeur aan een van de noordelijk gelegen ingangen, waarheen wij u de weg nog zullen wijzen.

Maar nu eerst een duik in de geschiedenis met een studie van J.H. van Mosselveld uit "De Oranjeboom" als leidraad. Per saldo leeft zo'n oud landgoed niet alleen door wat het hedendaagse oog waarneemt maar vooral ook door de geslachten en generaties, die er door de trits van de eeuwen heen als levende mensen achter gezeten hebben. En dat kun je er zo maar niet met enkel het blote oog aan afzien. Het zijn niet minder dan een twintigtal eigenaren, die de processie van de voorbijgetrokken zielen uitmaakten. We zijn niet van plan ze allemaal op een rijtje te laten paraderen - hoe interessant dit misschien ook zou zijn - maar pikken er slechts enige uit in de hoop, dat dit voldoende is voor een suggestie van het historische beeld.

 

De oude naam

De vroegst bekende eigenaresse van Valkenberg is ene "joffrouw Lijsbeth van Valkenberg". Van deze Lijsbeth weten we verder niets. Dus ook niet of zij haar naam aan het landgoed ontleende of dit laatste naar haar werd genoemd. In een voogdijgeldlijst duikt in 1440 een Willem van Berchem op als opvolger van zijn vader Jan. Deze Willem was Ridder van Oostmal, een heerlijkheid, die een Breda's leen vormde. Tot 1648 bleef het landgoed in handen van nakomelingen van genoemde Willem. Klinkende namen en vooraanstaande openbare functies komen daarbij naar voren. O.a. een Frederik van Renesse, een Zuid-Nederlandse edelman, die zijn meeste bezittingen ten zuiden van de grenslijn van 1648 (vrede van Munster) had liggen. Hij voelde zeker nattigheid en wilde wel van zijn eigendom in Staats Brabant af.

Als koper vond hij de bij het einde van de 80-jarige oorlog werkeloos geworden generaal van de republiek Antonius Crocq. Deze wilde vermoedelijk op Valkenberg gaan ontginnen, een bezigheid, waartoe zich wel méér oud-officieren, die wat geld te beleggen hadden, geroepen voelden. Volgens de koopakte omvatte het landgoed: Hoeve, huisinghe, schure, stalling, zaai-, wei- en bosland en hei, over de honderd bunder. De hoeve was aan een boer verpacht. Crocq had als officier een respectabele staat van dienst achter de rug. O.a. was hij luitenant-gouverneur van Breda in welke plaats hij het latere bisschoppelijke paleis aan de Veemarkt kocht.

Op Valkenberg toonde hij zich heel actief. Hij breidde uit, ontgon, bouwde hoeven en voor eigen gebruik een "huis van plaisance" - zomerverblijf - tegen de grootste hoeve aan. Hoewel de inrichting van dit "plezierhuis", waarbij ge niets kwaads moet denken, het in de verste verte niet haalde bij zijn weelderige hoofdwoning in Breda, mocht het er toch best zijn. Het "salet" of de "beste caemer" bezat bijvoorbeeld gouden behang. Eigenlijk wijst alles er op, dat Valkenberg een slechts nu en dan gebruikt soort jachtslot was.

Maar in 1658 ging Crocq dood nadat hij zijn zaken bij testament geregeld had. Hij had goed gezorgd voor zijn weduwe, zijn broer, zusters en een halve zuster. Hoewel de cornet Jonker Jan de Villages, die getrouwd was met een dochter uit Crocq's eerste huwelijk, na de dood van zijn schoonmoeder de helft van alle bezittingen zou erven, via zijn vrouw, die de eigenlijke erfgename was, schijnt dit echtpaar zich al direct na de dood van Crocq op Valkenberg gevestigd te hebben. In 1661 had De Villages er een veestapel van tien koeien en twee paarden staan.

 

Verdeling

In 1682 werd het landgoed bij loting in twee stukken verdeeld. Jans weduwe kreeg de westelijke kavel met het herenhuis (30 bunder) en familieleden van Crocq de oostelijke van 41 bunder. Onder het beheer van Jans weduwe geraakte haar helft langzamerhand in de verwaarlozing.

Onder een zoon van Jan Gautier de Villages kwam het landgoed ten slotte opnieuw in één hand in 1736. Wéér hadden we daar met een luitenant-generaal te maken. Deze was getrouwd met Anna Ch. baronesse Taets van Amerongen. Een dochter uit zijn tweede huwelijk trouwde in 1761 met Jan Carel baron van der Borch, die hoge functies bezat o.a. Kamerheer van de Prins van Oranje en buitengewoon gezant aan het Zweedse hof. Deze moet een nogal kleurrijk figuur geweest zijn. Zijn levenswijze kostte handen vol geld en schijnt niet altijd even onberispelijk te zijn geweest. Vermoedelijk zag zijn schoonpapa dat allemaal niet zo zitten. Deze liet tenminste in 1770 Valkenberg niet aan zijn dochter of schoonzoon maar aan de tweede zoon van dit huwelijk Willem Frederik van der Borch terwijl hij ook een dertigjarig kapverbod op het landgoed legde.

Een belangrijke figuur lijkt ons een Benjamin van der Borch, die in 1772 op Valkenberg het heft in handen kreeg. Ook hij was weer een man met talrijke overheidsfuncties o.a. in 1785 drossaard van Breda en ontvanger-generaal van de belastingen in het Land van Breda tot zijn dood in 1804. Hij maakte een eind aan de verwaarlozing, die hem overal aangrijnsde. Hij vond er twee vervallen heihoeven en van het oorspronkelijk herenhuis tegen een der hoeven stonden nog nauwelijks vier muren overeind. Benjamin maakte in de kortste keren een kamer weer bewoonbaar en sloeg met vaste hand aan het boeren. Niet zo'n eenvoudige zaak op het woeste Valkenberg, waar nauwelijks mest en hooi te vinden viel. Hij liet dat dan ook allemaal van uren ver aanvoeren.

 

Nog meer activiteit

Hij ontgon, creëerde bouw- en weiland en plantte fijne den, larix en ander houtgewas zoals veel beuk, eik, es en berk. In 1792 werd er bij het huis een Engelse tuin aangelegd met een grote en een kleine vijver. De andere hoeve werd nieuw opgetrokken met eigen gebakken stenen en er verrezen woningen voor een zestal arbeidersgezinnen. Men kon nu weer uit de voeten. In 1803 kon Valkenberg 5 tot 6 melkkoeien, een even groot aantal trekossen en zes jonge ossen van voer van eigen bodem voorzien.

Benjamins dochter Anna Carolina Lucile erfde in 1805 alle bezittingen der ouders, waaronder Valkenberg, (in 1808) groot 95 bunder. Deze dochter trouwde later met mr. St. Bern. Jantzon, heer van Nieuwland en een bekende figuur te Breda, o.a. rechter van instructie en van 1805-1820 burgemeester van Breda. Zijn weduwe douairière Jantzon overleefde hem twintig jaar. Zij stierf te Breda 1847. Omdat haar huwelijk kinderloos was gebleven, vererfde het landgoed nu in de tak Van der Borch van Verwolde o.a. bij de in 1842 te Oosterhout geboren Lucien Paul baron van der Borch, wiens vader mr. Willem François Emile baron van der Borch van Verwolde was. Deze tak van de familie had intussen ook de nabijgelegen landgoederen "Honsdonk" en "Luchtenberg" geërfd van de in 1820 overleden generaal Lucien baron van der Borch. Uit het huwelijk van Charles(?) werd in 1887 een dochter Frederica W.C.H. baronesse Van der Borch geboren, die in 1960 nog eigenares van Valkenberg was maar thans overleden is. De huidige eigenaar is mr. F.B.E. Baron Prisse en de villa wordt bewoond door de aan deze baron geparenteerde mr. Baron van Tuyll van Serooskerke.

 

Stilte en rust

Met de onder Nieuw-Ginneken en Chaam vallende gedeelten besloeg het landgoed rond 1960 in totaal 220 ha. Een hele tippel als ge dat allemaal wilt doen. Wie zich echter tot het centrum bepaalt, komt daar al ruimschoots aan zijn trekken. Als centraal punt staat daar, achter een groot gazon, waarop ooit Prins Bernhard met een helicopter voor een vriendenbezoek landde, de huidige villa. In de loop der jaren heeft zij heel wat veranderingen ondergaan. Met haar vele donkere ramen in beneden- en bovenverdieping en in het dakgedeelte spreekt zij van goede tijden maar staart u door de stilte heen wat wezenloos aan. Op een ruig begroeide vijver rechts met een rustieke boogbrug drijven, eveneens zwijgend, enkele witte ganzen als accenten van een alom heersende rust.

Het kan zijn, dat wij het op onze lentedag extra getroffen hebben, want Valkenberg is bij ons vóór alles overgekomen als een land voor de minnaar van natuur, rust en stilte en ondergedompeld in een sfeer van feodaliteit. Deze wordt bijzonder voelbaar in de achter een grote hoeve gelegen tweede waterpartij met een eiland en het omringend bos. Witte berken staan verwonderd om hun eigen prille groen naar zichzelf te kijken in de waterspiegel, waarop een paar witte eendjes wat rimpels maken. Het wild en dichtbegroeide eiland houdt zijn geheimen verborgen zodat er voor ieder naar eigen goesting nog wat te fantaseren overblijft.

Ergens stroomt een beekje met hier en daar een meer of minder primitief bruggetje. Er zijn paden met de afgevallen bladeren van jaren, die veren als een dik tapijt maar ook kraken onder de voeten zodat ge u een indringer voelt, die een taboe overschrijdt. Want dit alles speelt zich af in wat ge een imponerend woud zoudt willen noemen. "Schuldig" daaraan zijn de hoogopgeschoten rododendrons maar vóór alles de enorme hoge en dikke beuken. Niet zo maar een enkeling, die het sterven vergeten heeft, maar talrijke. Laag bij de grond afgezaagde stobben verraden hoeveel het er vroeger wel zijn geweest. De generaties van eeuwen zijn op Valkenberg gekomen en gegaan. Deze beukenbomen hebben ze zien voorbijtrekken en zijn gebleven, zwijgend boodschappend ván en mediterend óver "Sic transit"... Als ge niet oppast hier, zoudt ge er waarachtig zelf nog aan mee gaan doen!

 

Ruigheid

Wat ons in Valkenberg - ook in andere gedeelten - nog zo bijzonder bevalt, is zijn natuurlijke ruigheid en het ontbreken van overcultuur. De mens is er, de mens werkt er, maar hij is er niet te nadrukkelijk en zit niet overal met zijn smerige vingers aan en smijt er ook geen rommel neer. De oorlog heeft er wél ooit huisgehouden. Duitsers hebben hele complexen oude bomen geveld maar die zijn opnieuw ingeplant en tellen alweer mee. De houtvariatie is er groot. Wat ge daar al niet ziet! Beuk, eik, fijne en grove den, spar, larix, douglas, prunus, berk, acacia, es, peppel en wilg. Gaat er maar aan staan!

Valkenberg bezit nog een curiositeit in de vorm van een grafkelder onder een heuvel. Er stonden daarin twee lijkkisten. De ene van de in 1847 overleden douairière Jantzon en de andere zou - volgens overlevering - het overschot bevatten van een abdis uit het geslacht Van der Borch, die rond 1800 zou geleefd zou hebben. Maar dat verhaal klopte niet bij een historisch onderzoek. De tweede bijzetting betrof een kanunnikes van het stift Clarenberg, Josina Amalia van der Borch. In de Franse tijd woonde zij in Breda in een eigen huis aan de Haagdijk. Daar stierf zij in 1812 maar werd op Valkenberg begraven. De grafkelder dankte zijn ontstaan aan de Napoleontische wet, die het begraven in kerken verbood. Men heeft dus hier met een soortgelijk geval als dat van de grafkelder van de Van Hogendorpen op Nieuwkerk onder Goirle te maken. De kelder is thans leeg. Wie de weg van Chaam naar Ulvenhout rijdt, vindt hem gemakkelijk aan het eind van een heel lange, beklinkerde laan. De toegang ligt bij fraaie, oude beuken met een brug over de Chaamse beek, die hier met haar kronkels een bekoorlijk stuk landschap oplevert. De laan wordt ook wel Meeldreef genoemd omdat ze - lijnrecht naar het zuiden doorgetrokken - op de kerktoren van het Belgische Meerle zou uitkomen.

Nog een kleine waterpartij, een diepliggend vennetje in een krans van rododendrons van vele jaren oud, bevindt zich in een wat geaccidenteerd westelijke deel van Valkenberg. Dit voor de zwerflustigen! Volgens de memoires van baronesse F.W.C.H. van der Borch bezat Valkenberg ooit een zg. kluizenaarshuisje. Als ge daar op een veer drukte, sprong de deur open en begon er een monnik uit een houten napje te eten. Er heeft een tijd bestaan, dat dit soort mechanische grapjes erg in trek was.

 

Wegwijzer

Voor een tocht naar Valkenberg bevelen wij de route Tilburg - Gilzerbaan - Gilze- Chaamseweg - Snijders-Chaam aan. Daar waar midden op de Chaamse betonbaan aan de rechterkant, voorbij de boswachterswoning, de bossen zijn opgehouden, tegenover een camping het smalle asfaltweggetje rechts nemen. Op het kruispunt van Snijders-Chaam rechts de Zandstraat in en dan ten slotte over de zandweg de bossen in. Ge komt dan uit aan de noordoostkant van Valkenberg, dat links ligt met tegenover zich de uitgebreide, opengestelde en van wandelwegen voorziene Staatsbossen. Die het echter niet bij het aloude Valkenberg kunnen halen! De rit over Snijders-Chaam is ook landelijk bijzonder interessant. Een heel dagje buiten zit er dik in. En dicht in de buurt. Maar 20 tot 25 km van Tilburg. Had u niet gedacht, hè!

 

PIERRE VAN BEEK