De vroegere bewoners van de Berkelse "Boerderij
Denissen"
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - donderdag 28 april 1977
"Boerderij Denissen" te Berkel-Enschot is voor de
lezers van deze krant een bekend begrip. Zij
verschijnt geregeld in de publiciteit omdat in deze
gerestaureerde hoeve het sociaal-cultureel centrum,
dat grote activiteit ontwikkelt, gevestigd is. Wie
van die hoeve nu eens wat méér op historisch gebied
wil weten, kan daarvoor terecht in het jongste
nummer van "De Kleine Meijerij", het periodiek van
de gelijknamige Heemkundekring en het
Streekarchivariaat in het kwartier Oisterwijk. Het
is archivaris P.J.M. Wuisman, die de eigenaren vanaf
het midden van de vorige eeuw op een rijtje weet te
zetten. Daarbij vernemen we ook, dat de boerderij
boven de deur een ingemetselde steen bezit met de
volgende, op het eerste gezicht wat raadselachtige
inscriptie: "DE KINDen IB 1857". Dat klopt helemaal
niet met "Denissen". De verklaring daarvoor ligt in
het feit, dat het slaat op de kinderen van een
Johannes Bertens, drie ongehuwden, die in 1857 de
hoeve lieten bouwen. Ten slotte kwam de boerderij in
bezit van het geslacht Denissen. Ene Jan regeerde
bijna 32 jaar op de boerderij. Vandaar de huidige
benaming.
Tijdens de oorlog verloor deze Denissen twee van
zijn kinderen. De jongste werd 11 mei 1940 als
sergeant bij Alblasserdam gewond en stierf reeds op
de tweede oorlogsdag te Gorinchem. Jaren nadien, 30
november 1944, trapte een andere zoon, die kapelaan
was te Goirle, bij hulpverlening aan een slachtoffer
van een mijn, zelf op een nog niet opgeruimde Duitse
landmijn. Kort daarna overleed hij aan de
verwondingen. In 1947 droeg Jan Denissen zijn
boerderij over aan zijn zoon Cornelis Gerardus. Met
zijn vrouw, de uit Goirle afkomstige Cornelia Maria
de Brouwer, en met zijn kinderen bewoonde hij de
hoeve een twintigtal jaren totdat hij ze in 1969 aan
de gemeente verkocht.
Meer licht
Wie
in archieven duikt, kan daar vaak heel wat
ontdekken. Dit blijkt uit hetgeen Mechelien
Spierings weet te vertellen over "De Perweyshoeven"
in Udenhout. Het Rijksarchief te Den Bosch is in
bezit geraakt van kopieën van documenten uit het te
Brussel bewaarde familiearchief De Merode-Westerloo.
Dit zijn rentmeestersrekeningen van vóór 1600, die
voor wat die Perweyshoeven betreft "aan de stoutste
verwachtingen voldoen". Ze omvatten niet alleen de
namen van pachters maar geven ook inlichtingen over
de pachtcondities en over wat er in de loop der
eeuwen aan die hoeven werd gebouwd en verbouwd. Men
is zodoende ineens een heel stuk opgeschoten met de
voorgeschiedenis van de hoeven. Een voorproefje
daarvan geeft het artikel en er staat nog meer op
stapel.
W.
de Bakker staat stil bij het "Archeologische
Oisterwijk", dat echter heel schamel blijkt te zijn.
Van wat er gevonden werd, verloren ging en
overbleef, wordt hier verhaald. De auteur
concludeert, dat men niet de indruk krijgt, dat
Oisterwijk in de prehistorie intensief bewoond was.
Of het zou moeten zijn, dat er ooit méér zaken naar
boven zijn gekomen dan er tot geïnteresseerden is
doorgedrongen. Hij schijnt er nu op te speculeren,
dat er nog eens iets opduikt. Hoop doet leven! Het
artikel van dr. P.J.R. Modderman over opgravingen
aan de Beukendreef sluit eigenlijk goed bij het
voorgaande aan. Dat geldt ook voor het summier
"Archeologisch overzicht" van G. Beex.
Gestolen ambtsketen
Burgemeesters dragen bij openbaar optreden een
ambtsketen. Ook zulke attributen voor het decorum
kunnen sinds de invoering in 1851 geschiedenis
hebben. Dat is, zoals P.J.M. Wuisman meldt, het
geval met de ambtsketen van de Essche burgervader.
Die (de keten!) werd in de nacht van 16 op 17
november 1976 bij een inbraak in het raadhuis
gestolen. Zelfs dat zijn dingen die gebeuren in een
rustig dorp.
De
historische "Torentjeshoef" te Berkel (niet die op
de Koningshoeven bij Tilburg!) heeft voor nieuwbouw
het veld moeten ruimen in november 1970. In de gevel
van de boerderij van het leengoed De Oude Schouw
bevond zich een gevelsteen. Een merkwaardigheid
daarvan was, dat deze het jaartal 1054 vermeldde
maar een nauwkeurig onderzoek heeft uitgewezen, dat
er oorspronkelijk 1654 had gestaan. Iemand schijnt
de boerderij stiekem wat ouder gemaakt te hebben
maar dan wel op een ondeskundige en doorzichtige
manier! Th. Brekelmans geeft een beschrijving van
het op de steen voorkomend wapen van het geslacht
Van Zoemeren. Deze gevelsteen kunt ge thans
terugvinden in het bejaardencentrum "Torentjeshoef"
op 100 meter zuidoostelijk van de oorspronkelijke
ligging van de boerderij van diezelfde naam.
Traditiegetrouw is ook dit nummer van "De Kleine
Meijerij" weer voorzien van foto's en tekeningen.
PIERRE VAN BEEK