Pas geplante
Wilhelminaboom in 1900 vernield
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - maandag 19 november 1973
Op
Oudejaar 1780 ontstond er in de buurtschap
Couwenberg, dat is op de Heikant, opschudding.
Oorzaak daarvan was de vondst van het lijk van een
pasgeboren jongetje, dat - nauwelijks met zand
bedekt - in een kuil begraven lag. Met een breed
uitgesponnen verhaal hierover opent W. van Hest het
oktobernummer van "Actum Tilliburgis", het
tijdschrift van de Heemkundekring "Tilborch". We
lezen van een reeks getuigenverklaringen bij het
ingestelde onderzoek. Uit die verklaringen en andere
omstandigheden werd de waarschijnlijke moeder van
het kind met de vinger nagewezen. Na een maand, die
het onderzoek in beslag nam, was er verder weinig
positiefs uit de bus gekomen. De vragen wie het kind
vermoord had en verstopt - met behulp van anderen of
alleen? - ze bleven onbeantwoord. De gedoodverfde
moeder, een boerenmeid uit Moergestel afkomstig, nam
de benen en er werd nooit meer iets van haar
vernomen. Haar moeder had haar dochter afgeschreven.
Ze wilde haar kleren niet eens in ontvangst nemen...
Wielerbaan
P.
van Ierlant vervolgt zijn "Historie van de Tilburgse
Wielersport en de voetbalclub Willem II". Tal van
wetenswaardigheden over de activiteiten op de
wielerbaan aan de Moergestelseweg in 1897 komen we
daarbij te weten. Het blijkt, dat Tilburg in de
wielerwereld een plaats innam in de rij van de
grootste banen van het land t.w. Amsterdam, Den Haag
en Utrecht. Het is wel interessant eens de namen te
zien van degenen, die op de
aandeelhoudersvergadering van 21 februari van dat
jaar in het bestuur gekozen werden. Dat waren mr.
J.H.E. Bink, André Houben, Frans van Waesberghe,
J.P. v.d. Bergh Czn en Hubert v.d. Muijsenberg. Tot
erevoorzitter was benoemd J.C.M. Hubar. Het
maatschappelijk kapitaal der baan werd uitgebreid
tot f 15.000, in aandelen van f 100. Een hele reeks
van namen van renners treft men er ook aan. Niet
alleen Nederlanders maar eveneens deelnemers uit
België en Zuid-Wales. Tilburgers waren ook van de
partij. Bij die renners ontmoetten we als prof o.a.
P. Dickentman. In de twintiger jaren van onze eeuw
hebben we deze, naar we menen toen 45-jarige stayer,
op de Twem onder Goirle zien rijden. In die dagen
reed daar ook motorgangmaker Slesker, wellicht was
dit de A. Slesker, die als prof op de Tilburgse baan
genoemd wordt.
Wilhelminapark
De
opening met daarbij behorende festiviteiten van het
Tilburgse Wilhelminapark op 14 september 1898 roept
P.J. van Berkel in herinnering. Volgens een
afgedrukte foto lag het park er in 1900 heel
kaaltjes bij. Nogal beroering ontstond er in Tilburg
door een aanslag op de een dag tevoren geplante
Wilhelminaboom. Deze bleek gedurende de nacht vanaf
de grond tot aan de takken van zijn schors ontdaan.
Voorts hadden de nooit gevonden vandalen ook nog
krassen en sneden gemaakt op de medaillons van de
koningin, welke en relief waren aangebracht op het
hek om de boom. De huidige Wilhelminaboom in het
park is derhalve niet de originele al maakt de
auteur geen melding van het planten van een nieuwe.
"Kettinghuwelijk"
Een
genealogische merkwaardigheid heeft Roland Peeters
ontdekt, namelijk een "kettinghuwelijk" zoals hij
het noemt. Hoe dat in elkaar zat wilt u weten? Het
gaat om een vorm van echtverbintenis in de 18de
eeuw, waarbij in totaal acht personen betrokken
waren, die samen zeven keer getrouwd waren. Na de
dood van een echtgenoot hertrouwde diens weduwe met
een weduwnaar, die op zijn beurt weer getrouwd was
geweest met een weduwe. Deze laatste weduwnaar
hertrouwde evenwel, na de dood van zijn tweede
vrouw, voor de derde keer. In dit geval wéér met een
weduwe. Deze laatste weduwe ten slotte stapte, na de
dood van haar tweede echtgenoot, voor de derde keer
in het huwelijksbootje. Een nogal gecompliceerde
toestand.
Dit
"kettinghuwelijk" duurde in totaal dertig jaar,
waarin slechts zes kinderen geboren werden. Drie
weduwen trouwden met één man. Één vrouw was drie
keer weduwe en werd daarbij toch nog 82 jaar. Om het
allemaal duidelijker uit elkaar te houden treft de
puzzelaar een heel overzichtelijk, getekend schema
aan. Rest nog te vermelden, dat de curieuze affaire
zich in hoofdzaak op de Heikant afspeelde.
Om de centen
Onder de titel "Tilburgs archief kwam niet zonder
moeilijkheden tot stand" vertelt Martin de Bruijn
over een financiële affaire in 1632 bij het tot
stand komen van Tilburgs eerste archief. Dat
gebeurde met geld van de kerk. Pas in de veertiger
jaren van de 17de eeuw slaagde pastoor Wichmans er
in het geld weer terug te krijgen. En het archief
bleef nog vele en gelukkige jaren "omtrent den toren
in de kerck"...
De
aflevering bevat een lijst van namen en adressen van
alle leden van Tilburgs Heemkundekring. Het zijn er
een dikke 160, die ook verspreid zitten over andere
plaatsen t.w. Amsterdam, Oisterwijk, Goirle, Berkel
en Rodenrijs, Utrecht, Berkel-Enschot, Hilvarenbeek,
Best, Eindhoven, Drunen, Nijmegen, Moergestel,
Borkel en Schaft, Den Bosch, Den Haag, Udenhout,
Valkenswaard, Waalre, Arnhem, Wassenaar, Loon op
Zand, Dongen, Zwolle en Eekeren in België. Verder
brengt het oktobernummer verslag van Ronald Peeters
over een excursie naar Catharinadal te Oosterhout,
een bestuursverklaring naar aanleiding van een
redactioneel "Ten geleide" in het vorige nummer, een
Heemkunde-agenda, vermelding van "Nieuwe Uitgaven"
en aanwinsten van de bibliotheek.
PIERRE VAN BEEK