Tilburger op schavot
op de Heuvel onthoofd
Het
Nieuwsblad van het Zuiden - dinsdag 28 oktober 1975
"In
de nacht van woensdag 2 mei 1736, om omstreeks 12
uur, werd het Nieuwland opgeschrikt door een
ongewone herrie. Er werd met stokken geslagen op de
vensters van het huis van Jan Maes."... Met deze
woorden begint J. Trommelen het verhaal van een
"gruwelijke en execrabele moord" op een Tilburgse
voerman. Deze opschudding verwekkende affaire in het
hartje van het oude Tilburg wordt, aan de hand van
documenten uit het criminele archief, nog eens tot
leven gebracht in het jongste nummer van "Actum
Tilliburgis", het tijdschrift van de Heemkundekring
"Tilborch". Het slachtoffer blijkt kort na de
overval aan een diepe messteek onder de arm te zijn
overleden. Het verhaal bevat alle elementen voor een
sensationele stuiversroman: een vader, die diep in
het glas placht te kijken, een niet accorderend
echtpaar, een echtbreuk, een medeminnaar, een
19-jarige zoon, een vlucht naar het buitenland,
verbanning en publieke onthoofding op de Heuvel. Wat
wil je nog meer! Maar het is allemaal bittere
werkelijkheid geweest.
Executie
De
overspelige moeder en haar medeminnaar, een
chirurgijn van de Heikant, ontsnapten aan executie
door tijdige vlucht naar België. Daardoor bleef er
niets anders over dan de twee bij verstek tot
verbanning te veroordelen. De zoon Adriaen Maes
kreeg men wél te pakken. Op de 30ste november 1736
rolde zijn hoofd op het schavot. Dat bracht de beul
één gulden en vier stuivers op. De geëxecuteerde
werd niet op het kerkhof begraven. Zijn lichaam werd
"in een kuil of op de hei geworpen". De knaap komt
daarom niet in het begraafboek voor.
De
gehele rechtsgang wordt in dit verhaal breed
uitgesponnen. Daardoor krijgt de lezer een duidelijk
beeld van de wijze, waarop het gerechtelijk apparaat
in die dagen functioneerde. Het gaat derhalve niet
over een brok sensatie-zonder-meer. Daarnaast
ontmoet de lezer er tal van namen van hen, die - als
getuigen of anderszins - een rol speelden. O.a. komt
men daarbij te weten wie er als buren van het
slachtoffer in die tijd in het Nieuwland (de huidige
Nieuwlandstraat) woonden. We noteren een paar van
die namen: Laurens Willem Hoecken, Francis Batings,
overbuur van het slachtoffer en caféhouder Jan
Eulings, Jennemie de Beer en Norbartus de Beer,
vermoedelijk eveneens buren. President-schepen te
Tilburg was in die dagen Diederick Uleus. Als
procureur trad op Johan Tabbers. Vorster was Jan de
Munnick en nachtroeper Willem van den Hout.
Gegoed man
De
kosten van het proces moesten betaald worden uit de
nagelaten boedel van het slachtoffer. Die
boedellijst wordt ook afgedrukt. Daaruit blijkt, dat
de vermoorde er warmpjes bij zat. Hij was eigenaar
van tal van huizen, akkers, weilanden, bossen,
heiden en moerputten. Dit alles over Tilburg
verspreid. Deze bezittingen had hij grotendeels
gekocht tussen 1731 en 1735. De totale opbrengst bij
executie bedroeg 4472 gulden en 10 stuivers. De
vermoorde was voerman en boer. Naast twee paarden
hield hij ook twee koeien en een kalf. Het huis dat
hij bewoonde stond "aan het eind van het Nieuwland".
Zijn vrouw stamde uit deze wijk maar hij zelf kwam
van de Hasselt. Het echtpaar heeft zeven kinderen
gehad, waarvan de onthoofde de jongste was. Uit de
processtukken komt ook naar voren, dat er in 1736 in
Tilburg reeds aardappels verbouwd werden en dat
woorden als "botterham" (boterham) en "verket"
(vork) er gangbaar waren. Interessante
bijzonderheden genoeg bij deze "gruwelijke en
execrabele moord"!
Kwakzalver
Wim
van Hest houdt zich bezig met het optreden van een
kwakzalver in Tilburg in 1741, zekere Frauenreider.
Volgens een verklaring van de Dongense "vroede
vaderen" had deze man in die gemeente Dirck Basters
met goed gevolg van een "canckereus speckgeswell"
aan de hals verlost. Nu had ene Cornelis Spaninckx
in Tilburg ook "een swaar geswell off aanwas". De
"bekwame" vreemdeling, betiteld als "Hoogduijts
operateur", wilde onze Cornelis zelfs gratis helpen.
Het schepencollege maakte geen bezwaar tegen een
operatie maar stelde toch wel als voorwaarde, dat
bij de operatie aanwezig zouden zijn een doctor, een
chirurgijn en een vertegenwoordiger van de
magistraat. Is er geopereerd? Nergens iets van te
vinden. Maar... een paar dagen nadat de "operateur"
toestemming had gekregen nl. op 8 juni 1741 werd er
in Tilburg wél ene Cornelis Spaninckx begraven...
"Actum Tilliburgis" sluit met een nagelaten artikel
van Piet van Ierlant over de Tilburgse wielersport
over banen in onze stad. Daarin zien we, dat op 11
augustus 1913 op de tentoonstellingswielerbaan (baan
van 300 meter) op het attractieterrein aan de
Bosscheweg o.a. als renners optraden de Tilburger
Tinus van Beurden en de Goirlenaren H. Vromans en C.
van Laarhoven. De baan verhuisde naar het Willem
II-terrein op de Koningshoeven totdat ze in maart
1914 naar Apeldoorn ging.
PIERRE VAN BEEK