CuBra


Jeroen van Wilgen
Gedicht uit de bundel 'De vergulde Trom' (1979)

ACHTER HET WILD VARKEN

Herberg "In 't wild vercken."

 

Boer Knillis hield een verken
in 't hartje van Den Bosch,
't Wier wild, 't wier 'n sterke,
zo sterk gelijk 'n os.

 

Dat zou boer Knillis merken:
het dier brak schreeuwend los,
toen hij hem wou verwerken
tot zure zult en worst.

 

Hij rende door de straatjes
langs huis en stoeprand heen,
tot hij achter de tapkast
van een kroeg verdween.

 

Ze morsten bier en borrel
en slachtten saam het beest
op tafel, bank en ladder.
Boer Knillis zoop het meest.

 

De schout kwam met zijn rakker
die nacht nog laat voorbij,
zag 't zwijnshoofd op de tapkast
en viet 'n pint erbij.

 

Toen de laatste van de gasten
traag zingend huiswaarts trok,
hing buiten naast de luifel
'n staart en varkenskop.

 

Sinds kan men zich gaan laven
bij alle lief en leed
in de herberg "'t Wilt vercken."
't Is maar dat ge het weet.