INHOUD HET IS ALTIJD VANDAAG
INHOUD WILLEM IVEN
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

 

Gepast


Twije durskes van de huishoudschool die ziede dat ze in wat gebogen houding staan te gluren dur een gat in de heg. Dat is de heg van N., die hi een deel pèrd’ en daar duut ier ok wa mi. Hij duu in perd’.

Handel, pèrdenhandel. ‘Handel in Paarden’ staat er op een grote houteren plaat aan de weg, en daar onder in klender letters ‘werk-, tuig-, draaf-, ren- en springpaarden’, regel lager ‘bezoekt onze stallen’, en helemaal onderaan stond N. zijne naam voluit.

In de stoeterij - zo hiet ’n omvangrijk pèrdespul – van N.ne daar was nen hengst bezig. Dat konde op straat goed heuren aan ’t gebriens van dat dier en ’t koketterend sjansgehinnik van dravende merries in de weiden daar, en er was er één die niet draafde, maar die stond wél te koketteren, want mee en dan dee ze plassen en efkes latter d’r achtereind omhoog hupsen. Kiekt, en daar deen die durskes van de huishoudschool netuurlijk naar loeren, nou begrijp ik ‘t. En dat er nen hengst was, dat konde trouwens ook zien aan de vrachtwagen van den hengstenboer, die aan de straat stond.

De pestoor kumt daar neven gefietst, en zie die meiskes ston te kieken. En hum zien ze nie. Hi stapt taf en duu ter bij gon ston.

Mar als ie de merrie ziet én den hengstenboer én den hengst, en wat die van plan is, dien hengst, dan drijt ie zijn eigen en zeen bezurgd gezicht naar die durskes um te zeggen Dat ze daar, foei toch! nie naar horen te kieken, want da past niet!

En die grietjes giechelden als geitjes en zeiden Dat ie zijn eigen vergiste, want ze hadden daartoekrek nog gezien, dat ‘t heel goed pies/paste.