INHOUD HET IS ALTIJD VANDAAG
INHOUD WILLEM IVEN
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

 

Jutten                  

D’r is iets heel ergs gebeurd op den Vakantiesen Oeceaan. D’r is een schip verongelukt en zoiets is altijd al erg zat maar zeker op zo’ne groten oeceaan, want ook als ge ter daar levendig vanaf brengt, dan bende  wel nat. Want tis welhaast onmeugelijk dat ge ergend  zult aanspoelen omdat de kant overal te wijd weg is.

Op het nieuws zeeden ze dat den boot  hartstikkende volgelaaien was geweest met bier in fleskes en tonnekes en  fusten. Al dat bier was afkomstig geweest van een grote Brabantse brouwerij sinds zuvventienzovveul en volgens zeggen  was  geeneen van  de bieren die ter op heel de wirreld waren lekkerder  dan dit bier dat nou dan verdronken was. En het was bestemd geweest vur een wijdwegland achter dien oeceaan, waar ze nog niet wisten wat Brabants bier wel voor geweldig spul is. Omdaarom was er  ook een promotietiem meegevaren. Dat was ‘n stel van de schoonste Brabantse juffrouws die verstand hadden van bier en van aan de man brengen, ja ook van bier ..

Dat was dus allemaal niet doorgegaan, zund zat.  Alles verzopen, zo in ene keer, hè toch! Treurnis en beklag waren groot in de brouwerij en in heel Brabant. Maar er gebeurt zoveul ergs alle dagen en overal in de wirreld,  ge kunt tut allemaal niet bijhouwen. En al gauw is iedereen den bierbootramp op de grote zee dan ook vergeten

Tis toevallig dat Arjaan van Achterstevoord op avontuur gaat. Die gaat naar de kanten van den Vakantiesen Oeceaan omdat ie dat alzeleven al eens had  willen doen.  Een zee of oeceaan ha tie nooit-van-ze-leven ooit gezien want ie woonde in Streufsel in De Kempen en daar is geen zee of zo.

Maar dezen Arjaan was nen arige. Hij was bezeten geraakt van jutten, dat is spullen van de zeekant die daar zijn aangespuuld oprapen of uit tut zand spaaien en meenemen,  van waarde of waardeloos, geeft niks, het ging om de  sport. 

En wat beide feiten met mekaar hebben uit te staan, weten we zo.

Jutten 2

De lijfspreuk van Arjaan van Achterstevoord uit Streufsel was  ‘Die zoekt, die vindt’, en ie had zijn  eigen opgejut um te gaan jutten aan de kant van den oeceaan. Hij wist uit de literatuur krek hoe dat moest maar gejut had tie nog nooit.

Arjaan die loopt daar aan de rand  van den oeceaan en ie vindt zoveul dat tut  ‘m te pakken krijgt, ie gaat maar voort en ie raakt uitgeput, maar niet uitgejut,  en ie versmacht van den dorst. En daar vindt ie int zand die jufrouw. Tis duidelijk da ze is aangespuuld, d’r haar’ zijn nog nat, d’ren buik zit zand aan en ze ligt half over een biervat, daar is ze mee gekommen. Het vat is d’r enigste bezit want wijter is ze aling bloot.  Een schoon gezicht is dat, vindt den Arjaan en ie duu ter z’n best naar kieken,  zoiets zaagde bij hullie in Streufsel ummers nooit.                          

Den Arjaan zoekt ne  vers gejutte schotelslet uit zijne voorraad, spuult. die uit in den oeceaan en begint de juffrouw te poetsen. Ze wordt daar nog schoonder af. Hij doet zachte  zalf  uit de EHBOtas op de schraal’ plekken en als ie ‘t lid vant linkse oog inwreeft, gaan bei de ogen open en ze zien hum aan. Arjaan gaat bekant kepot  van verlegenigheid als zij blij en dankbaar als ‘n hondje d’r lijf draait en zachtjes Dankoewel zegt. Int Brabants! Tis er ijn van’t promotietiem vurt bier van de verzopen boot, en ze weet nie hoe lang ze al wel onderwegens is sinds de ramp.  Maar ze zegt daar niks over. Wel dat ze oe zo blij is met de redder-strandvonder en dat ze al had gedacht nooit meer ne mens te zien. Ze vraagt hoe tie hiet en dettie alles van heur mag hebben voor beloning, alles. Ze doet knipogen met dat zalflid en aait hum over de wangen en overal. De surprisie zal groot zijn, knipoogt ze nog eens.

De Arjaan ziet heur verbazeld aan: Ge bedoelt toch zeker nie detter nog altijd bier in die ton  zit...