INHOUD HET IS ALTIJD VANDAAG
INHOUD WILLEM IVEN
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

Tuinclub


Deze maand is de tuinclub-beurt bij tante Eileen. Ze heeft alles klaargezet op het blad, koffie, thee en sap, kopjes, lepeltjes, zoetjes, de suikerklontjestang en de asbak voor de ene meneer die lid is én die sigaren rookt wat heel vervelend is als ze net bij Zéphirine staan te snuiven, zoals ze elk jaar doen in de tuin van Eemie die zoveel geur-rozen heeft. Ze moet als ze er allemaal zijn toch echt vertellen van haar tuinarchitect, die zó goed is en een leuke vent ook nog, éé-nig! En zo heerlijk gewóón. Half, kwart voor tien komen ze. De eersten zeggen Dag Eileen, de lateren zeggen Dag samen! Of Goeie mórgen allemaal! Bij het hand drukken hoor je dat Het best hoor, gaat en het antwoord op de vraag naar een prieelberk is, dat tuincentrum Achterom hem vást heeft of anders die voor je uit Boskoop mee zal brengen. Maar zeg weet je wel wat die kósten
De dames dragen wollen sjaals, spijkerbroeken, stevige sokken of klompschoenen als mannen, vesten met Natuurmonumenten, Dierenbescherming, hét Fund, een tuinreisfirma. Eén baait luidruchtig binnen. Ze draagt een door de inhoud – zacht gezegd - nogal opvallende tent van rokbroek, je kunt er niet omheen en je moet ernaar kijken en toch denk je: géén gezicht. Zwarte nagels. Van het tuinwerk. Het haar in zo’n Sidonia-knot, hondenketting met een bril eraan rammelbungelt op haar boezem. Hallóóhó jongelui, roept ze, zoekt de kring rond naar tante Eileen, pakt onderweg een hand, een schouder, valt bijna over dat lage rottafeltje, vindt dan Eileen. Die kan nog net het blad met verswarme eigenbak-appeltaart neerzetten, grijpt de uitgestoken hand met zwarte nagels en krijgt drie natte pleppers op het gezicht. Ze zegt dat hier het gebak is en dat er ook nog vlaai is van gisteren, je zegt het maar.
En dáár komt Frida. Met veel gevoel voor timing. Frida is de oudste van allen. Maar ze golvt nog en gaat naar de sauna. Om de keel heeft ze een zwart bandje, even los als het vel in die omgeving. En een verbéélding! Ze praat namaak–adellijk hoog-Haags. En ze heeft een dubbele naam: Van Cattenburgh-Van Bommel. Als je haar hoort, klinkt het nog hoger Haags. Maar iedereen weet dat zij gewoon een gewone Van Bommel is en haar ex de bekende Van Cattenburgh is, eens midvoor van FC Pecunia of zo. Ze roept tweestemmig Hahaai! En begint dan de hele rij af te sebbelen, ook de meneer met de sigaar. Sjurs, kčrel, wat jij nog altijd een röze figeur hep, zag!
Na de verhalen van verre vakanties en vakantietjes en het inleidinkje van Isabel, de voorzitster. – tégen haar zin, en ze wil ook nooit in een voor zitten! -, worden er tuinervaringen gedaan. Ieder doet wat in het zakje. Er is daar een zakje. Over dat ellendige zevenblad, mos op het tegelpad, Hortensia’s die zowel van kleur als van naam veranderen omdat ze eigenlijk Hydrangea heten, sier-Malus, het bollenbedrijf in Westwijk dat goedkoper levert als een bestelling via haar gaat, Isabel,want dat is familie van haar. 0ver Helleboris, Calendula en dat ‘jullie daar altijd de klemtóón verkeerd zeggen’, brengt Sjors in, ‘en bij Campanula ligt de nadruk op pa en niet op nú, zoals jullie doen.
Dan drinken ze sherry en vermouth. Maar voor Frida is het waskie en voor Sjors mag het best een ouwetje zijn. Dan moeten ze toch weg. Weer kussen en pleppen.en een krijgt bemoedigende armklopjes omdat ze wordt opgenomen.
Of Sandra nog aan die stek denkt? roept iemand. Mooie Alyssums heb je daar, Eileen. En dan Dag dag, Ja,hoor, Dahaag, Doewie, Tot ziens, Ja, tot ziens, Tot bij Johanna, 
Ik rij wel voor…Geronk van de gewone auto’s, gerammel van die ene lelijke eend,.de krassende fietsbel van Sidonia, forse claxons, een lichte Puup! van de Frida-eend.