INHOUD JONKERGOUW
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print deze Pagina

HONGER

Soms als het wat te laat werd om voor het eten op tijd thuis te zijn, had ik al een enorme trek. Zeg maar gerust " honger"! Want dat kon je als puber nou eenmaal hebben. Zo zou ik met de trein vanuit den Bosch naar Tilburg reizen, maar moest vanwege een vertraging een halfuur langer op het station verblijven.

Mijn maag knorde en ik keek uit naar wat eetbaars. Mijn ogen werden als vanzelf in de richting getrokken van de perronsautomatiek, waar allerlei warms achter glazen luikjes lag te wachten. Het rook er warm en goed. Een worstenbroodje, dat leek me wel wat. Het kwartje viel, en ik trok het laatje open. Héét was het! Dat kwam van de lamp waaronder het gelegen had.

Voorzichtig nam ik het met het vettige servetje op en nam een forse hap. Ik proefde echter enkel en alleen brood en keek in het ontstane gat, waarin ik een stukje gehakt verwachtte en daar, zij het met enige moeite, ook kon waarnemen. Véél kon het niet zijn, dus draaide in het broodje om en nam een hap van het "kontje". Helaas! Het gehakt viel er aan de andere kant uit. Weer alléén maar brood! Geen kwartjes meer.

En honger, dat ik had!