INHOUD JONKERGOUW
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print deze Pagina

EEN ONTMOETING

 

Een herinnering aan een vakantie die me voor altijd is bijgebleven.

Even een paar dagen weg. De oppas-oma in huis. Iets wat ze sinds ze weduwe is het liefste doet. De kinderen zeggen ons goeiendag en rennen naar school.

Dus daar gaan we dan. Even helemaal wat anders.

Drie dagen Parijs met de trein. Dat was weer een tijdje geleden. Vroeger uit bed dan je gewend bent en op tijd naar het station.

Voor de meimaand is het al aardig druk. Overal mensen met grote koffers voor verre reizen. Nog maar even, en de trein is er. Binnen de kortste keren zitten we vanuit Tilburg in Roosendaal waar de trein Brussel-Paris-Nord al klaarstaat en we dus overstappen.

Vanaf dat moment zul je een kleine vier uur tegenover elkaar zitten met wat praten en lezen of gewoon maar uit het raam kijken, naar het wisselende landschap.

Eenmaal in Antwerpen aangekomen, begint het geloop. Mensen stappen in. Weer anderen stappen over. Iedereen minimaal, richting Parijs.

 

Een amechtig hijgende vijftiger stapt samen met zijn kleine vrouw onze coupé binnen.

Hij zeult met een flinke koffer, die hij met moeite in het bagagerek kan krijgen.

Allebei groeten ze ons vriendelijk, doen hun jassen uit en zeggen dat ze wel tot Parijs zullen blijven. "Dan gaan wij zover met u mee", zeggen wij van onze kant.

 

We raken al snel in gesprek met ze en al gauw heerst er een gemoedelijke sfeer. We wisselen ons beider eerdere Parijse ervaringen uit. Vooral de musea trekken ons. "Daar gaan wij ook zeker heen", zeggen ze.

 

Dan staat de man op, moet even naar het toilet zegt hij. Hij verlaat de coupé en wurmt zich door de smalle zijgang naar de wc.

Als mijn vrouw terloops laat vallen dat ik teken en schilder, wordt madam plots enthousiast. Haar man heeft iets bij zich dat we beslist moeten zien maar hij zal het niet gauw tonen, denkt ze. Ze zal proberen daar iets op te vinden.

 

Ze vertelt ons dat haar man een internationaal bekende portretschilder is, een Vlaming wiens werk bij hun eigen minister van Cultuur in haar departement hangt.

Hij heeft de hele regering al in opdracht geschilderd. En ook alle leden van het Belgische koningshuis.

Ze is met hem mee, nu hij in Parijs in een internationale jury plaatsneemt om zijn mening te geven over een aantal internationale kunstenaars en hun werken. Binnenkort verschijnt er een boek van haar man, "Victor Suy".

 

Dat boek zit in zijn valies. Hij wil het in Parijs aan collega’s laten zien. Hij heeft er meer dan een jaar aan gewerkt. Alleen hijzelf en de drukker kennen de uiteindelijke inhoud.

 

Wanneer hij eindelijk de coupé weer binnenstapt en is gaan zitten, steekt ze van wal: "menier hier, vertelt sjuust dat ie ook schildert! We hebben al enthousiast over de kunst geklapt!"zegt ze.

 

De man ontdooit, zegt wel eens iets over kunst gelezen te hebben en lacht eens. "Ach, maak uwen valies eens open Victor… fleemt ze." Laat uwen boek eens zien aan menier en madam".

Eerst pruttelt hij wat tegen. Het is niet zo van belang en zo. Maar ze krijgt hem zovér! Hij tilt zijn valies uit het rek en haalt er een prachtig met rood leer bekleed boek uit.

We zijn stil, van wat we mogen zien.

 

Alle bekende Vlaamse auteurs, van Guido Gezelle en Stijn Streuvels tot aan Hugo Claus, zijn in prachtige portretten afgebeeld. Steeds staat op de naastgelegen pagina iets uit hun oeuvre of een origineel en actueel stukje van de betrokken schrijver, opgedragen aan de portrettist.

We genieten en bewonderen de lichtval. De werking van zijn licht maakt de koppen haast levend. Dit is rijkdom! Wat ik hier in mijn handen houd. Schilderkunst en literatuur inéén. Dat zijn vrienden! Ze zijn dezelfden!

Van Gezelle een prachtig uitgelicht portret, met daarnaast een van zijn bekendste gedichten. Van Hugo Claus een opdracht aan Victor voorzien van een kort verhaal.

Zijn krachtige sprekende kop ernaast.

 

Dan volgt Stijn Streuvels, aandoenlijk geschilderd. Ik zou het boek, alleen al voor die kop, willen stelen. Bezieling en oprechtheid stralen uit zijn ogen. Alles op Rembrandtieke wijze neergezet. We feliciteren Victor met zijn prachtige techniek.

 

De reis lijkt terwijl langs ons heen te gaan. We verstaan elkaar als vanzelfsprekend al eer dat we iets gezegd hebben. Onze stijlen en voorkeuren zijn gelijk. Er ontstaat een spontaan gevoel van herkenning. We praten en lachen …

Totdat we stilstaan en er plots vanuit de luidsprekers "Paris-Nord" klinkt en we er hoe onherroepelijk ook, zijn! We moeten eruit.

 

Het boek gaat terug in het valies. Wel jammer. We krijgen zijn kaartje en beiden nodigen ons vriendelijk uit om eens langs te komen. Ik beloof naar zijn boek uit te zien en zeg hem dat we naar zijn exposities uit zullen zien. Daarna lossen we onzichtbaar in de massa op. Tot een dag later!...

 

Met meer dan gewone verwondering staan we in een overvol Parijs, wéér oog in oog en wijzen elkaar op alles wat er te zien is. Véél te veel voor vier dagen. Ik vraag hem zijn mening over de schilderkunst. Hij krabt eens achter zijn oor, kijkt me lachend aan en zegt: "Het geeft niet hoe gij het doet en met welk materiaal en op welken tijd. Als er iets van uw ziel moet, gooi het eruit! En gelukt het op een maand of op drie dagen, het heeft geen belang. Zodra het resultaat u beweegt is het goed! Laat de rest maar aan de anderen over! Of iets schóón is vraagt ge me? Da’s is nie afhankelijk van waar het hangt, maar van wat het u doet!"

Hij schudt ons nog eens de hand. "Tot ziens". Kom gerust eens bij ons langs in Hamme Moerzeke en durf er wat van te maken!"

Een stel échte en warmhartige Vlamingen. Er was geen woord Frans bij.

 

Een jaar later zijn we bij ze op bezoek gegaan. De verwonderde kleine vrouw deed open met, "Ik zie het al, gij zijt de mensen uit den trein!" Ze laat ons binnen in hun prachtige grote huis met naastgelegen atelier.

Meteen gaat ze Victor halen, die ons zeer vriendelijk begroet. Hij toont ons al zijn stukken in huis.

 

Hij blijkt een meester te zijn in het kopiëren van het werk van Rembrandt. In de hal een kopie van de "Man met tulband". In huis de portretten van de koninklijke familie van België. Wel voorzien van zijn eigen naam. Alles in zijn eigen gloedvolle palet en toch,

met een lichte toets geschilderd. Deze keer geen boek maar realiteit!

 

We worden getrakteerd op champagne en cake. De stoel waarin mijn vrouw zit blijkt dezelfde te zijn als waarin prins Philip nog maar een week tevoren had geposeerd.

Trots laat Victor het logboek zien waarin als laatste gast, de prins bedankt voor de gezelligheid en de lekkere soep.

Tot slot geeft Victor ons een poster mee met zijn zelfportret.

 

We vertrekken. Maar pas nadat we ze hebben uitgenodigd voor een tegenbezoek.

Helaas heb ik zo’n kunsten niet in huis en ben ik ook niet zo Rembrandtiek!

Maar welkom zijn ze!