HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL
INHOUD ZOETE LIEVE GERRITJE


Print Pagina

Zoete Lieve Gerritje - Man of vrouw?

1. Waarin de Nederlandse Posterijen beweren dat Gerritje een man is, en een ex-VVV-directeur boos wordt

Enige maanden geleden gaf de PTT provinciepostzegelseries uit met extra plakzegeltjes zonder waarde. Op de serie Noord-Brabant staat op een van die plakzegels het beeld van Zoete Lieve Gerritje in Den Bosch met als bijschrift ‘Soete  [sic] Lieve Gerritje’.

Jan Bruens, kenner van de Brabantse cultuur, en Bosschenaar, ex-directeur van de VVV aldaar, schreef een klachtenbriefje over die foutieve S van Soete aan de PTT. Er is tenslotte al verloedering genoeg in de wereld. Hij kreeg als antwoord: 'Gebruikt is de oude spelling omdat hij een legendarische cultuurheld is.'

Welnu, daar was Bruens het niet mee eens. Nog even afgezien van de classificatie 'cultuurheld' (die enigszins te denken geeft over wat ze bij de PTT onder heldhaftigheid verstaan). Volgens de Posterijen is Gerritje dus een HIJ; mannelijk. Terwijl Bruens zich in de jaren vijftig van de vorige eeuw nu juist sterk heeft gemaakt voor een ZIJ; vrouwelijk.

 

2. Hoe Gerritje een meisje werd

Maar Bruens, moet ik zeggen, is ook niet geheel onpartijdig. Vanaf het begin van de jaren 1950 was hij directeur van de VVV in Den Bosch. Op zoek naar een mooie publiciteitsstunt kwam hij bij ZLG terecht. Helaas was er weinig over Gerritje bekend. Bruens kende alleen een vrij obscure tekst van Anton van Duinkerken, die Gerritje oormerkt als 'beruchte baanrover, brandstichter of moordenaar'. Wat moet VVV-promotie met zulk tuig, vroeg Bruens zich af. Bruens berichtte mij: 'Veeleer zag ik in Gerritje een vrolijk Meierijs boerenmeisje dat vrolijk naar Den Bosch toe gaat'.

Hij legde de hypothese voor aan Van Duinkerken, en die liet via zijn secretaresse weten: 'Hij vindt uw uitleg wèl zo aardig.'

Met als gevolg: op zaterdag 14 november 1953 trok de vrouwelijke Gerritje feestelijk Den Bosch binnen; in 1958 werd haar beeld in de stad geplaatst. Het is een werk van Leo Geurtjens en het staat bij de Binnendieze, hoek Korenbrug- en Lepelstraat.

 

3. Waarin Gerritje toch weer een man is

Op zoek naar informatie over Gerritje kwam ik op de website http://vestingsteden.nl/beziens_denbosch.htm. Daar lezen we: ‘Een bekend en legendarisch figuur van de stad is ZLG. Hij is bekend van het populair wijsje ‘Dat gaat naar Den Bosch toe’. Op een laag plateau aan de Binnendieze treft u een beeld van hem aan.’

Kijkt u nu eens even naar dat beeld van ‘hem’:

 

4. Waarin Anton van Duinkerken zich buigt over het geslacht van Gerritje

Voor zover ik weet, is Anton van Duinkerken de enige die de tekst van het liedje in de vorige eeuw geïnterpreteerd heeft. Hij deed dat in de brochure '100 jaar wijn- en likeurhandel J.A. Verbunt', door die firma in 1948 uitgegeven. Over Gerritje komt Van Duinkerken daarin te schrijven naar aanleiding van brandewijn met suiker als 'galgendrank'.
Van Duinkerken: 'Dat er met hem naar Den Bosch werd gegaan, betekende niet veel goeds voor zijn onmiddellijke toekomst, want Den Bosch bezat het recht van capitaal vonnis en executie voor de vier kwartieren, zodat een reis daarheen op kosten van de belastingbetaler (de eerste boer de beste), gevolgd door een maal van rijstpap (het doodsmaal), besproeid door een glaasje brandewijn met suiker (ter bemoediging en verdoving) uitliep op de terechtstelling van Gerritje, vermoedelijk een beruchte baanrover, brandstichter of moordenaar, die in het ironische lied een beurtzang wisselt met de zoete lieve meid, van wie hij afscheid moet nemen.'

Een heel plausibele verklaring. Maar hoe kwam Van Duinkerken eigenlijk op die brandewijn?

 

5. Waarin blijkt hoe het liedje over Gerritje steeds verder krimpt

Wie alleen de huidige versies van het lied kent, kan niets begrijpen van Van Duinkerkens verklaring. Hoe gaat de tekst ook al weer? We vonden hem in de ‘Encyclopedie van Noord-Brabant’ met drie coupletten:

 

Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje
Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve meid.

Wie zal dat betalen? zoete lieve Gerritje
Wie zal dat betalen? zoete lieve meid.

D'n eerste boer de beste, zoete lieve Gerritje
D'n eerste boer de beste, zoete lieve meid.

 

En op het internet: http://home.hccnet.nl/jos.sparreboom/bboschnl.htm , waar het derde couplet niet meer wordt weergegeven.

Ook hier dus geen brandewijn. Die treffen we pas aan als we de tekst lezen die in de bundel ‘Wereldlijke volksliederen’ (1949) staat. Als volgt weergegeven (opgetekend uit de volksmond; ik heb de tegenwoordig ontbrekende coupletten vet gemaakt):

 

Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje
Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve meid.

Wie zal dat betalen? zoete lieve Gerritje
Wie zal dat betalen? zoete lieve meid.

Wat zullen wij daar drinken, ZLG?

Wat zullen wij daar drinken, zoete lieve meid?

 

Brandewijn met suiker, ZLG

Brandewijn met suiker, zoete lieve meid

 

En wie zal ’t al betalen, ZLG

En wie zal ’t al betalen, zoete lieve meid

 

D'n eerste boer de beste, zoete lieve Gerritje
D'n eerste boer de beste, zoete lieve meid.

 

6. Waarin geopperd wordt dat Gerritje een koe is

Omdat ik zelf altijd gedacht heb dat Gerritje een man is, probeerde ik mijn gelijk te halen door de vraag naar zijn geslacht voor te leggen aan de leden van de e-mail groep De Navorser. Deze leden helpen elkaar bij het oplossen van met name cultuurhistorische vragen. Ik hield een enquête met als enige vraag: is Gerritje volgens u, afgaand op de liedtekst, een man of een vrouw? Ik kreeg 22 inzendingen, maar geen gelijk. De uitslag was als volgt:

Gerritje is een man / jongen: 8
Gerritje is een vrouw / meisje: 13
Gerritje is een koe: 1

Vooral die koe trof me. De schrijver Atte Jongstra suggereerde dat gerritje een koe is die naar de veemarkt in Den Bosch wordt gebracht, daar wordt verkocht aan d’n eersten boer d’n beste, en waarop een glaasje brandewijn gedronken wordt.

Maar belangrijker is dat het gevoel van Jan Bruens dat Gerritje vrouwelijk is, blijkbaar breed wordt gedeeld door mensen die alleen het liedje kennen.

 

7. Waarin we op zoek gaan naar de voorouders van Gerritje

Dankzij het onvolprezen Meertens Instituut kreeg ik de beschikking over een aantal gedrukte bronnen van de liedtekst. De oudste is ‘Gezelschapsliederen’ uit 1875. Daar komt het lied voor onder de nog steeds bekende titel ‘Dat gaat naar Den Bosch toe’. De coupletten over brandewijn met suiker zijn ook hier aanwezig.

In het tijdschrift ‘Neerlands Volksleven’ (winter 1955-1956) wordt de intocht van (de vrouwelijke) Gerritje in Den Bosch in 1953 gesignaleerd. Ook het beeld van Geurtjens wordt aangekondigd. In het bericht wordt verwezen naar de tekst ‘De wereld is een gekkenhuis’ uit 1870. Deze tekst vond ik terug in de bundel ‘Straatmadelieven’ (jaar van uitgave onbekend). In dat lied wordt de toestand in de wereld gehekeld, met steeds als meezing-refrein:

En daarom zing ik maar:

Dat gaat naar Den Bosch toe, lieve lekk’re Gerretje

Dat gaat naar Den Bosch toe, lieve lekk’re meid.

 

8. Waarin we ons afvragen of Gerritje misschien uit Ieper kwam

Het ‘Iepersch oud-liedboek’ werd pas in 1963 gepubliceerd, maar het handschrift ervan is veel ouder. Het bevat de liedtekst ‘Spellewerkersmesdag’, en dat betekent zoveel als de ‘misdag’, de feestdag van de speldenwerksters. Het heeft maar liefst tien coupletten, die allemaal volgens het stramien van Zoete Lieve Gerritje zijn opgebouwd. Opmerkelijk is dat in dit lied geen sprake meer is van een Zoete Lieve Meid, maar van een Zoete Lieve Mei (de maand waarin de feestdag van de speldenwerksters viel), en dat het over 'gerretjes' gaat, over de gaatjes dus in het kantwerk. Het eerste couplet gaat dan zo:

’t Is spellewerkersmesdag, zoete lieve gerretje!

’t Is spellewerkersmesdag, Zoete lieve Mei!

Ook in dit lied wordt de vraag gezongen wat we zullen drinken. En het antwoord is ook hier ‘Brandewijn met suiker!’

 

9. Het besluit

Lezer! We zijn volstrekt niets opgeschoten bij de beantwoording van onze vraag of Gerritje nu een vrouw dan wel een man was.

We weten nu wel dat de vrouwelijke kunne de voorkeur heeft.

En dat de PTT en sommige website-makers ziende blind waren.

Hopelijk is uit het bovenstaande gebleken dat de geschiedenis van de liedtekst zelf veel gecompliceerder is dan we vermoeden als we de twee of drie coupletten lezen die tegenwoordig nog gekend worden.

Vooral dat brandewijn-met-suiker moet terugkomen in de Brabantse cultuur.