INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 28 april 1952

 

 

Oude tafelgebruiken

 

In de middeleeuwen werd er veel meer gegeten

 

Gasten brachten eigen bestek mee

 

Zout was peperduur

 

 

De tafelgebruiken waren in de middeleeuwen geheel anders dan die, waaraan wij ons thans gewend hebben, terwijl men ook met enig ontzag denkt aan de grote hoeveelheden, die men eertijds verorberde. Wellicht is dit toe te schrijven aan het feit, dat de mensen meer in beweging en ook meer in de buitenlucht waren als thans het geval is. Thans heeft iedereen haast en weinig mensen lopen van kantoor of van de plaats, waar zij hun bezigheden verrichten, naar huis. Huisvrouwen, die boodschappen doen, die niet in de onmiddellijke omgeving van haar huis zijn, maken eveneens gebruik van de tram, alhoewel de fiets weer meer en meer in ere komt. Wellicht werd vroeger ook zo veel meer gegeten, omdat de levensmiddelen goedkoper waren en in veel grotere hoeveelheden tegelijk werden opgedaan, zodat menige huisvrouw er als het ware vanzelf toe kwam meer te gebruiken.

 

Vroegere maaltijden

In de middeleeuwen was de tijdverdeling ook anders, aangezien men zich naar de zonsopgang richtte. 's Zomers werd om drie uur opgestaan en ging men om vier uur reeds naar de werkplaatsen of zaken. Op straat was het leven reeds in volle gang; handelaren prezen hun waren aan, winkels waren geopend en warme vers gebakken koeken lagen in de etalages. Tegen tien uur werd de warme maaltijd reeds gebruikt en 's middags om twee uur was het vespertijd, terwijl de laatste maaltijd ongeveer tussen vier en vijf uur plaats vond. Alleen de welgestelden, die zich niet behoefden te ontzien om hun huis te verlichten, aten later. Een grote inbreuk op de tot dusverre gevolgde indeling vond plaats onder Lodewijk XIV, toen aan het Franse hof de warme maaltijd om één uur genuttigd werd, hetgeen als iets "Nochniedagewesens" gold. Aan andere Europese vorstenhoven werd destijds tegen half twaalf gemiddagmaald. Uit het bovenstaande blijkt wel duidelijk, dat het leven volkomen anders was als thans.

 

Gasten brachten eetgerei mee

Nog vreemder lijkt het ons de gewoonte, dat de gastheer niet behoefde te zorgen voor het eetgerei van zijn gasten; de eerste bood spijzen en dranken aan en de gasten brachten messen, lepels, nappen en kannen mede en ingeval zij bleven overnachten ook hun beddegoed. In de 17de eeuw was het nog gebruikelijk aan de Franse gastmalen, dat twee of drie gasten gemeenschappelijk één mes gebruikten, terwijl men in de eenvoudiger gezinnen zelfs uit één schaal at, een gewoonte, die zelfs eeuwen daarna nog bij de welgestelde boeren gevolgd werd. Vorken waren eertijds onbekend en bij het eten werd gebruik gemaakt van lepel en mes, niet zelden ook van... de vingers. In een oude kroniek kan men lezen hoe iemand, die in Italië reisde, in de jare 1608 schreef... "zij hadden de onmogelijke gewoonte om gedurende de maaltijd de spijzen aan een getand ding van het bord op te prikken..."

Wanneer wij dergelijke dingen lezen, dan behoeft het ons geenszins te verwonderen, dat Parsifal bijv. steeds een bestek en een tandenstoker bij zich droeg; deze laatste dateren uit de grijze oudheid. Zout was in de middeleeuwen duur en aan gastmalen werd het slechts zuinig toebedeeld; iedere gast ontving slechts een uiterst kleine hoeveelheid, daarentegen gebruikte men wel andere specerijen. Het eten geschiedde vlug en de spijzen werden zo warm mogelijk gegeten, doch tussen twee gangen had men grotere pauzen. Maar desondanks liet men zich de maaltijden goed smaken en dat is in alle tijden een voornaam ding.