INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 6 december 1940

 

 

In Tilburg wordt "geklotterd"

 

 

Op den vóóravond van St. Nicolaas lezen we in de Maasbode:

 

Van de onderscheiden in Brabant door het volk gesproken dialecten is het Tilburgsch zonder twijfel een van de meest merkwaardige. Het is niet fraai-klinkend, wordt vaak gezegd (de Tilburgsche volksdichter Pater Heerkens S.V.D. zegt in het "Veurwoordje" van zijn gedichtenbundel "Den örgel": "et Tilburgsch is et lillikste Brabants dè-t-er bestao, zoo zegge ze...") en, al zullen wij geen positief oordeel vellen, we maken ons nochtans sterk, dat vele autochtone Tilburgers het met ons eens zijn, indien wij vaststellen, dat die klank inderdaad wel wat fraaier kon zijn!

Maar, wat het Tilburgsch dan aan klank moge missen, dat heeft het dan toch aan karakter gewonnen! Het Tilburgsch heeft ontegenzeggelijk iets karakteristiekers, iets eigeners dan de meeste andere Brabantsche streekdialecten. Nemen wij bijvoorbeeld de phonetiek van het Tilburgsch. De onderscheiden Brabantsche dialecten zijn in 't algemeen - kleine uitzonderingen daargelaten - zonder veel moeite phonetisch weer te geven door bekende klanken uit het algemeen Nederlandsch. Bij het Tilburgsch is dit evenwel niet het geval. En al slaagt bovengenoemde volksdichter er niet onverdienstelijk in "Tilburgsche verzen" te maken (de kwalificatie slaat op het Tilburgsch en niet op de verzen!), de lezer, die de Tilburgsche taal niet kent of ze nimmer spreken hoorde zooals ze door het volk gesproken wordt, zal die verzen nooit volledig "op z'n Tilburgsch" kunnen keuren, laat staan genieten.

Daar komt nog bij, dat de Tilburgsche volkstaal ook geheel andere, typische accenten heeft dan andere Brabantsche dialecten. Mogen we trachten dit met een voorbeeld duidelijk te maken? Als ge een Bredanaar en een Tilburger iets bijzonders vertelt, iets, dat zij haast niet kunnen gelooven, hebt ge kans, dat beiden u met een "'t Is-toch-nie-waor?" tegemoet treden, maar deze precies eendere woorden klinken, wat toon en accent betreft, geheel anders in den mond van den eerste als in dien van den laatste.

Ten slotte ontleent het Tilburgsch nog zijn typisch karakter aan de wijze, waarop in den loop der tijden geheel eigen woorden uit het volk zijn opgekomen, die sedertdien voor Tilburgers gemeengoed zijn, maar waarvan de beteekenis aan een niet-Tilburger ontgaat. Daar is, bijvoorbeeld, het woord klotteren. En nu zijn we meteen waar we wezen willen, want dit woord is in deze dagen in Tilburg zeer actueel.

De niet-Tilburgsche lezer zal allicht meenen, dat we orakeltaal spreken, want, ja, klotteren, nóóít van gehoord! We beginnen met te zeggen, dat het een werkwoord is. Onbepaalde wijs: klotteren, stam: klotter, verleden deelwoord: geklotterd. Nog 'n stapje verder gaande in de richting van de "onthulling", deelen wij den geduldigen lezer mede, dat men klotteren in Tilburg pleegt te doen in den St. Nicolaastijd. Is het den niet-Tilburgschen lezer nu duidelijk? We vreezen van niet, daarom: klotteren wil zeggen: St. Nicolaasinkoopen doen! Dus: Tilburg klottert, de Tilburgers klotteren, er wordt in Tilburg geklotterd. En, om volledig te zijn, men houdt in Tilburg op surprise-avond een "klottermèrt", d.i. klottermarkt, óók al iets merkwaardigs op zoo'n avond.

Intusschen is, zooals algemeen wordt aangenomen, deze markt destijds de oorzaak geweest van het ontstaan van het woord klotteren. In vroeger tijden namelijk droegen de menschen in Tilburg veel klompen, de straten waren er slecht begaanbaar, vooral bij regenweer... De menschen trokken derhalve op klompen, op den avond van St. Nicolaas, naar den Heuvel* om er op de markt hun laatste inkoopen te doen en het was er dan een "geklotter" van klompen, dat hooren en zien verging. Zóó ontstond het woord "klottermèrt" en vandaar was het een kleine sprong naar het werkwoord klotteren.

Wij vragen den lezer: vindt ge het geen sappig woord, vindt ge het óók geen gemakkelijk woord: zoo'n heele mondvol in één enkel begrip weergegeven?

 

 

* Voetnoot redactie NTC:

In vroeger jaren werd de "klottermarkt" niet op den Heuvel gehouden maar op de Markt bij stadhuis en Heikesche kerk. Vóór eenige jaren werd zij overgeplaatst naar het Piusplein, waardoor ze veel van haar eigen sfeer, die mede door het karakteristieke milieu der Markt (dit woord als naam van een plein bedoeld) bepaald werd, heeft ingeboet.