INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 24 oktober 1941

 

 

Allerhande uit Stad en Lande

 

Tilburgsche taaleigenaardigheden

 

 

Het is al méér dan twintig jaar geleden, dat Dr. H. Knippenberg in het "Tijdschrift voor Nederlandsche letteren" - de aflevering ligt voor me - en daarna Jan Engelman, in dezelfde periodiek, de aandacht vestigden op taaleigenaardigheden, welke zich in verschillende streken van ons land voordoen. Ze berusten op een vreemdsoortige wijze van omspringen met de voorzetsels, en terwijl Knippenberg en Engelman resp. Venlo en Utrecht tot hun doelwit kiezen, vestigt Dr. L.C. Michels er in een onderschrift den nadruk op, dat men ook in Amsterdam bijv. hoort spreken van het Singel, het school en zoo meer. En zulks al vanaf Vondels tijd.

Engelman woonde destijds op de Lange Nieuwstraat (Utrecht) schreef hij - dat doen wij Tilburgers ook - maar de bewoners van het verlengde dezer straat wonen volgens de Stichtenaren in de Korte Nieuwstraat. Tout comme chez nous! Die "inwoonderen" van Korte Schijfstraat, Korte Tuinstraat zullen dit bevestigen. De schrijver geeft nog tal van andere soortgelijke lidwoord-verhaspelingen, die de rasechte Utrechtenaar met even groote gemoedsrust toepast. Welnu, de Tilburgsche inboorling geeft in dit opzicht de bewoners van de hoofdstad van het Sticht weinig toe. We hebben dat in onze spreektaal 'ns nagegaan en zijn tot even verrassende ontdekkingen gekomen als collega Engelman en Dr. Knippenberg. Ziehier 'n onvolledige verzameling. Wij spreken hier van:

Op den Bosschenweg; op den Bredaschenweg; op de Ringbaan; op de Spoorlaan; op 't Lijnsheike; op 't Heike; aan den "Uiterste Stuiver"; op Stuivezand; op 't Smidspad; in de Rauwbraken; op Loven; op de Koningshoeven; op Broekhoven; in de Oisterwijksche baan; op den Beekschendijk; op den Oudendijk; in 't Laar; in de Hasselt; aan den Heikant; op 't Goirke; in de Reijt; op de Veldhoven; aan het Wilhelminapark; aan het Julianapark; aan het Geitenpark; aan het Piuspark; op de Lange Nieuwstraat; op de Locht; in de Soey; op Korvel; in "Oel"; op de Markt (Varkens); op den Heuvel; op 't Piusplein; op 't Willemsplein; in den Besterd; op 't Besterdplein; aan 't Moleneind; in 't Kwadend; in 't St. Janshof; in St. Jorispad; in den Hazennest; in de Gilzerbaan; op den Driehuizendijk.

Sommige "deskundigen" hebben deze in het oog loopende verschillen oorspronkelijk wel aan topografische oorzaken willen toeschrijven. Maar bijv. evenmin als zulks in Utrecht 't geval is, kan hier ter stede, om maar iets te noemen, van verschil in de hoogte der straatligging zoo goed als geen sprake zijn. En ligt het Piusplein vergeleken bij den Heuvel vrijwel in een kuil, toch spreekt men in beide gevallen van "op". De breedte kan misschien van iets meer beteekenis zijn. De straten of pleinen bijv. waarvoor men "op" plaatst, geven meestal een idee van ruimte; de "in"-straten zijn doorgaans nauw. Al gaat dit "principe" voor de buitenwijken ook al weer niet altijd op.

Wat er allemaal precies aan ten grondslag ligt, zullen we wel nooit achterhalen. Ook al viel het een en ander onder de wetenschap der etymologie...