INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - dinsdag 25 augustus 1936

 

 

De stokskes langs den weg

 

Stoffeering van het Brabantsche landschap

 

Herstel van een oud en schoon gebruik

 

 

Behalve dat de ontginningen en het moderne verkeer heel wat schoons in Brabant vernietigd hebben, zoo is er in de laatste eeuwen nog iets specifiek Brabantsch verloren gegaan (ook Limburg deelde en deelt nu nog, maar in beperkte mate, daarin) en wel het Kruisbeeld en het Mariabeeld langs den weg. In de middeleeuwen bezat Tilburg en omgeving, evenals dit in Belgisch Brabant nog veelvuldig voorkomt, verscheidene kapelletjes en stokskes waarin hoofdzakelijk eene beeltenis van de H. Moedermaagd voorkwam en waarvoor men op den dag dikwijls de wandelaars of landlieden zag rusten en ook bidden. Ook Kruisbeelden langs den weg kwamen veelvuldig voor, terwijl ook beeltenissen van heiligen, al naargelang de omstandigheden, niet tot de zeldzaamheden behoorden. Voor den Heikant en omgeving was bijv. St. Quirinus de geliefde volksheilige. Op de grens Heikant - Udenhout stond vroeger een kapelletje aan deze heilige toegewijd. Dit is echter sinds vele jaren verdwenen en de benaming van de omgeving St. Quirijnstok houdt nog de herinnering er aan levendig.

In de laatste jaren is Brabant echter weer zich zelf en ziet men allerwege het Kruis langs den weg weer in eere herstellen. Ook de beeltenis van de H. Maagd Maria herkrijgt af en aan weer haar oude eereplaats. Wanneer in vroeger eeuwen de Tilburgers in processie door de oude Enschotsche baan naar St. Job trokken, dan zal ongetwijfeld onderweg de rozenkrans door de handen der bedevaartgangers zijn gegleden en zal, alvorens den H. Man Job te begroeten, ook onderweg een lied ter eere van Maria zijn gezongen en ongetwijfeld ook op dezen landweg halt zijn gehouden voor hare beeltenis.

Historisch zijn deze plaatsen niet vastgelegd, zij waren daarvoor te algemeen. Wichmans wijst in zijne Brabantia Mariana slechts op de groote verbreidheid daarvan. De eeuwen hebben echter dit schoone volksgebruik vervaagd, maar hoe meer de tijden ernstiger worden, hoe meer men moet zuchten op internationaal gebied, hoe meer ook de drang komt om die stokskes weer te herstellen. Om het Kruis weer de oude plaats te geven, om Maria weer in 't openbaar te gaan aanroepen.

De oude Enschotse baan (*) valt de eer te beurt weer in 't bezit te zijn van een stokske van Onze Lieve Vrouw. We zagen het voor een dag of veertien voor 't eerst. Wanneer men van den Bosscheweg komt in de richting van het viaduct, ziet men het beeld achter glas tegen een boom op den hoek van den weg geplaatst. We hadden haast zoodat alleen het aanwezig zijn van 't beeld ons trof, doch onweerstaanbaar werden we teruggeroepen, zoodat we ons gisterennamiddag er weer heen spoedden om ons dit verschijnsel nader te doen verklaren. Voor we aan den hoek waren, trof ons reeds 't bidden van meisjesstemmen. 'n Echte Brabantsche idylle, 'n 14-tal, naar schatting, meisjes lagen voor 't beeld neergeknield, zich niet storend aan de voorbijgangers. Later werd een Marialied gezongen. Innig klonk dit gebed tot de Moeder van Altijddurenden Bijstand, 'n teeken, dat ons goede Tilburg toch werkelijk in-goed is, dat men nog weet, dat ook ons openbaar leven getuigen moet van de innerlijke katholiciteit van Brabant, dat goed voorgaan ook goed doet volgen. Dat God ook in onevenwichtige tijden de moed van den mensch noodig heeft om 't evenwicht te herstellen.

"Hoe durven ze", vroeg een meisje, dat met haren galant per fiets voorbij kwam. "Kunde dè begrijpen?" vroeg iets verder een idem aan een idem. Daarop had een antwoord gegeven kunnen worden en dit antwoord had kunnen luiden mogelijk als antwoord aan de vragenstellers zelf. Kun je begrijpen, dat andere jongelieden langs den weg zitten op een wijze die ergernis geeft, vooral aan de voorbijgaande kinderen. Geef ons dan maar dit tafereel van biddende meisjes, vragend aan de H. Maagd de hulp, die wij op cultureel, op economisch gebied zoo hard noodig hebben; noodig voor onze stad, voor ons dierbaar Brabant.

De oude Enschotse baan heeft haar stokske terug, de stoffeering van het Brabantsche landschap, een rustpunt voor den wandelaar. Maria van Brabant, bescherme ons!

 

(*) Wij wijzen er hier speciaal op dat de Heikant reeds voor eenige jaren 't beeld van Maria op zijn plein heeft geplaatst en ook Korvel zijn beeltenis heeft, doch zijn dit niet de oude stokskes.