INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 30 juni 1934

 

 

Rondom den Buunder

 

'n Meeuweninvasie

 

Idylle en romantiek

 

 

Den Buunder blijft toch wel de laatste weken de algemeene aandacht trekken. De duizenden bezoekers van de Tilburgsche Zwemvereeniging, die wekelijks in het Bakscheven verfrissching en sportbeoefening gaan zoeken, zijn wel getroffen door het heerlijke natuurschoon, dat zich vanaf den Pastoorsdijk tot aan de zwemgelegenheid voor hunne oogen ontrolt; evenzoo de duizenden die in den zomer in het mooie landschap komen wandelen en verpoozen. Even over de Buunderbrug zien wij het ven, dat vroeger tamelijk berucht, doch den laatsten tijd een meer gunstige reputatie geniet, liggen als in een droomtoestand, omkranst met het heerlijke groen van kreupelhout, opgaande boomen in vele variëteiten; even verder wordt hun oog getroffen door het in 1760 gebouwde buitengoed "De Baars", dat in onze kinderjaren nog 'n gezochte herberg was, doch de laatste jaren 'n zg. "gesloten" huis is. In 1830 reeds verpoosden er de in Tilburg in garnizoen liggende officieren en bracht het een hunner in teekening, waaruit te zien is, dat dit buitengoed in die ruim honderd jaren niet is veranderd. Links van dit buitengoed zien de wandelaars een ongerepte natuur, 'n wandelbosch, zoo vol schoonheid, dat het voor alle natuurminnaars onbegrijpelijk is, dat de Gemeente (1) met het zoeken naar een wandelbosch het oog niet heeft laten vallen op dit stukje ongekunstelde natuur. Jammer genoeg versperren de bordjes "verboden toegang" den wandelaar den weg tot dit paradijs.

Dezer dagen heeft den Buunder en omgeving nog meer de aandacht getrokken. In een der laatste nachten heeft, zooals bekend, een stortregen zich boven Tilburg losgelaten en deze veranderde de straten in evenzoovele vennen, althans de meer lager gelegene; daardoor stortten de volgepakte riolen zich in overmatige weldaad in de rivier de Leij, die in werkelijkheid "boordevol" werd en zelfs bij den Buunder, waar de Leij door een vallei stroomt, het water niet kon houden en het over het strookje grond, dat de rivier van den Buunder scheidt, uitstort. Dat gebeurde dan in vrijgevige overmaat en zoodoende werd den Buunder, die voor eenige weken nog het frissche water aan het Bakscheven kon leveren, evenzoo "boordevol" met het stinkende fabriekswater, olie en verdere verontreinigingen, dat de Leij zoo "liefelijk doet kabbelen" (2).

De visschen die in verscheidene variëteiten in den Buunder huisvesting vinden, waren op deze waterverontreiniging minder gesteld en lagen dra aan de oppervlakte naar versche lucht te happen, zeer vele zochten een veilig heenkomen in het beekje, onder de brug door, waar zij toch ook door de verontreinigde wateren werden achtervolgd. Dit alles was de oorzaak, dat de daaropvolgende morgen aan den Buunder weer een andere aantrekkelijkheid bood.

De serie vennen Tilburg - Boxtel geeft huisvesting aan een zekere vogelsoort, eene variëteit meeuwen, meer genoemd venkraaien. 't Zijn prachtige, slanke beestjes, licht beige van kleur, men vindt er ook wel in donkere kleuren, die, door hun instinct gedreven aanstonds wisten, dat in den Buunder aas in overvloed voor hen te vinden was. Zoo zagen de vroege wandelaars gisterenmorgen plotseling boven den Buunder een "klocht" meeuwen, naar schatting wel 3000 in getal. Zij cirkelden boven den Buunder, lieten zich plotseling boven op den waterspiegel vallen om een of ander vischje, dat reeds met den dood te worstelen lag, te verschalken en mede te voeren. 't Was 'n spel eenerzijds van diepe tragiek, anderzijds van ontroerende schoonheid, zooals zelden te genieten is. Lang bleven we van deze idylle genieten, een idylle zoo schoon, dat we niet in staat zijn woorden daarvoor te vinden.

Niet alleen de meeuwen, maar ook de mensch is spoedig daar, waar buit voor hem te vinden is en zoo zagen we spoedig een heele massa broeders in den Heere aangerend met netten, emmers, kalebassen etc. om de visschen in nood 'n handje te helpen, in tegenovergestelde bedoeling. Nu zijn we wel gewend om visschersverhalen te aanhooren en daaruit onze conclusies te trekken, feit is het, dat de gelegenheid te mooi was om onbenut te laten. Voorntjes dan werden er wel 130 pond uitgeschept, verder vernamen wij nog getallen van andere visch resp. van 60 en 70 pond. Wat hiervan zij, er is bewezen dat ook op dit gebied den Buunder schatten verborg. O, ja, over snoeken gesproken! "In de Helleputten, mijnheer, hebben we 't vorig jaar 'n snoek gevangen van 30 pond." En meteen spreidden de armen van den verteller zich naar links en rechts uit, op de manier... nu, je weet dat wel. "Maar nu, mijnheer, ik heb er zes gevangen, doch de zwaarste was maar 13 pond." En meteen ontstond er 'n kibbeling tusschen de visschers; de een trachtte den andere van de zuiverste waarheid te overtuigen, met alle aankleven van dien: 'n stukje folklore om van te gnuiven.

Weer werd onze aandacht door 'n meeuweninvasie getrokken. De wandelaars stroomden toe in den avond van de opening der Tentoonstelling. Zij genoten van de schoonheid der omgeving; en vanuit de verte klonk de muziek van den tentoonstellingstoren: 't was alsof de reuzestem, gemilderd door den avond, vanachter het kreupelhout fluisterde, gefiltreerd door de bladeren. De boomen rondom den Buunder fungeerden als klankborden.

't Is schoon, rondom den Buunder; idylle en romantiek zijn er in overvloed. 't Zijn de schatten van den Buunder.

 

 

1. Eigenlijk had het de taak behooren te zijn van den burgemeester van Berkel-Enschot, op wiens territorium dit specimen van natuurweelde ligt. Of samenwerking?

2. Men denkt wel eens, dat de Leij door den Buunder heeft gestroomd, doch dit is een verkeerde meening; het beekje dat in den Buunder uitmondt, is nimmer een tak van de Leij geweest.