INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 14 augustus 1920

 

 

De "Kruidwisch" op 15 Augustus

 

G.K. schrijft in de Limburger Koerier:

 

De 15e Augustus is voor den Katholiek de alom gevierde Onze Lieve Vrouw Hemelvaartsdag. Voor hem, die niet tusschen de koude muren eener stad met haar onverschillig beweeg zijn eerste levenslicht ontving, maar van landelijke afkomst is en zijne kinderjaren zalig leefde met den gelukkigen eenvoud des harten in het stille oord "waar eens zijn wiegje stond", ja, voor hem is voornoemde Lieve Vrouwedag rijk aan heerlijke herinneringen. Is niet deze Maria Hemelvaartsdag nog de schoone overlevering, volgens welke de discipelen des Heeren in de graftombe van Maria vonden geurige en welriekende kruiden en bloemen in plaats van 't maagdelijk lichaam der heilige Moeder? Is het niet een heerlijke gedachte voor den landelijken christen, een intens beeld van naïviteit, als hij op dien dag in karavaan ziet optrekken de brave schare, dragende een omvangrijken bundel van allerhande geurige veldbloemen en deze "kruidwisch" ziet meevoeren ter schoone hoogmisse, waar de honderden welriekende garven worden gewijd en gezegend door den priester, onder 't vrome gebed der christenschare? In 't eenvoudige, het naïeve ligt hier het schoone door het reine, krachtige geloof, dat alles wat daar gebeurt, onder de majestueuze, gewijde halle, goed gedaan is. Het is heden de dag der kruidenwijding. De garve, die daartoe wordt ter kerke gedragen, heet door bijna geheel de provincie "kruidwisch", "kroetwès" of "kroetwien" in Limb. dialect. De daarin gebonden planten en bloemen moeten dan dienen als behoedmiddel, in hoofdzaak tegen de slagen van 't hemelvuur.

Wel eigenaardig is 't eens na te gaan welke planten daarvoor al moeten dienen. De oudste verhalen zeggen ons, dat onze voorouders zeven verschillende kruiden daarvoor bij elkaar brachten. Maar niet overal waren die zeven kruiden dezelfde. In de omstreken van Weert moeten het zijn:

     1. Vossestaart (een soort gepluimd gras).

     2. Een notentak (d.i. tak van den noteboom met een paar noten eraan).

     3. Alsem (in Limb. eels).

     4. Kattestaart (donderpoezen).

     5. Vuurkruidje (St. Janskruid).

     6. Spirea (in Limb. donderkruidje).

     7. Cinéraria (in Limb. donderknöpkes).

De "kroetwès" mag - maar dan steeds zeven verschillende - ook bestaan uit de volgende zoogenaamde "donderbloemen" t.w. Boerenwormkruid of Reinevaar, Kollebloem, Valeriaan, Watereppe, Brunel, Robertskruid, Eereprijs, Zwanebloem, Dondertoren, Donderdistel, Donderbom, Bijvoet, Duizendblad, Varenkruid, Koningskaars, Wilde Munt, Jacobskruid, Guldenroede, Kamille, Scabiosa, Huislook, Geneeskruid. Er zijn ook plaatsen, waar slechts ééne plant hiervoor genomen wordt, zooals bijv. Reinevaar in het stadje Bree. Op andere plaatsen in Belgisch Limburg wordt er nog de plant Bijvoet aan toegevoegd, terwijl in het naburige Canne het Duizendblad nog erbij komt.

De plattelandsbewoners gaan dan op dien O.L. Hemelvaartsdag naar de hoogmis, nemen den bussel bloemen en kruiden mede naar hunne zitplaats, en heffen deze in de hoogte op 't oogenblik dat de misdoende priester het gewijde water over de menigte sprenkelt. Daarom zijn er ook streken waar de feestdag genoemd wordt O.L. Vrouw-Kruidwijding of ook al verbasterd: O.L. Vrouwe-Kruidwijn. Het gewijde kruid wordt overal op den zolder bewaard en droog gehouden. Komt er in den loop van het jaar een zwaar onweer opzetten en ratelt de donder en slingert de bliksem onheilspellend, dan worden er eenige stengels van de "kroetwès" in de kachel of op den haard geworpen, terwijl onder 't verbranden van het gezegend kruid op de meeste plaatsen het St. Jans-Evangelie wordt gebeden. De eenvoudige landman en ook nog vele stadsbewoners denken daardoor alle ongelukken door inslaan van hemelvuur af te weren. En al kan nu de wetenschap ook niet met dit volksgeloof zich vereenigen, toch is zulks nog een bewijs, dat de goede oude tijd met zijn ongekunstelden eenvoud, met zijn natuurlijke openhartigheid, eene in zijn soort goddelijke tijd was. Immers, ook eenvoud heeft hare schoonheden.

Ook in Duitschland is de Maria-Kräuter-Weihe evenzeer bekend en bewaart men ook de gewijde kruidbussels, terwijl in België en Frankrijk onze "donderbloemen" op vele plaatsen heeten "Herbes St. Marie" of "Herbes St. Jean". In Engeland wordt vooral aan het St. Janskruid eene heilzame kracht toegekend, als mede in Sicilië, Toskanië en andere deelen van Italië. In Zweden en Zwitserland worden in de week voor St. Jan ruikers gemaakt van voornoemde negen planten, waarvan het St. Janskruid de middelste moet uitmaken. Eigenaardig mag het heeten, dat de meeste zoogenoemde "Donderkruiden" roode of rooskleurige bloemen dragen: o.m. het Huislook, Geneeskruid, de Kollebloem, de Valeriaan, het Robertskruid, de Zwanebloem. De Brunelle daarentegen heeft paarsche, de Reinevaar en de Inula (Donderkruid) hebben weer gele bloemen. Daarom heeft een geleerde de veronderstelling gewaagd dat al deze planten door de kleur harer bloemen in sympathetisch verband staan met een bliksemvuur.