INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 20 april 1934

 

 

Officieele overdracht der nieuwe R.H.B.S. aan het Rijk

 

Rede Minister H.P. Marchant

 

Eervolle onderscheiding voor den oud-conciërge

 

 

Hedenmorgen half twaalf vond de officieele overdracht aan het rijk plaats van de door de gemeente Tilburg gebouwde H.B.S. aan de Ringbaan Oost. De plechtigheid geschiedde in de gymnastiekzaal van de nieuwe school, die voor deze gelegenheid in een feestkleed gestoken was. In de corridors prijkten planten terwijl ook de gymnastiekzaal met groen en bloemen versierd was. Tegen een der zijwanden waren de beeltenissen van H.M. Koningin Wilhelmina, Koning Willem II en Koning Willem III opgesteld met op den achtergrond het vaderlandsche dundoek. Voorts waren in deze geďmproviseerde aula geëxposeerd drie portretten van oud-directeuren der H.B.S., een geschenk van de leeraren.

Op het podium hadden plaats genomen de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen mr. H.P. Marchant, het volledig college van B en W van Tilburg met den gemeentesecretaris en den directeur der H.B.S. de heer dr. Bastiaenen. De plechtigheid werd verder bijgewoond door P.W. de Jong van den Heuvel en H. Blomjous, leden der Eerste Kamer; leden van de curatoria der R.K. Handelshoogeschool en R.K. Leergangen; afgevaardigden van het bestuur van het St. Odulphus Lyceum; H.A. Enneking, voorzitter der Vereeniging Textielschool; mgr. dr. Th. Goossens, rector der R.K. Leergangen; A.J. Handels, directeur der Textielschool; dr. Renkema, inspecteur van het Middelbaar Onderwijs; leden van den gemeenteraad; dr. J. Blöte, de nestor der oud-leeraren; Wed. B. Dijksterhuis, echtgenoote van den oud-directeur; R. de Boer, oud-directeur; leeraren; de commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs; de architect Jos. Wielders; de aannemers Gebrs. Vissers; J.C. Baron van Lijnden, hoofd van den rijksgebouwendienst; W.C. de Groot, districts-bouwkundige van den rijksgebouwendienst; verschillende hoofden van takken van gemeentediensten; directeuren der R.H.B.S.-en van Breda, Den Bosch, Helmond, Bergen op Zoom en Eindhoven; oud-leerlingen die hadden bijgedragen aan het feestgeschenk, en de leerlingen.

 

Overdrachtsrede Mr. Dr. F. Vonk de Both

De overdrachtsrede werd uitgesproken door den burgemeester van Tilburg, mr. dr. F. Vonk de Both. Deze begon zijn rede met er aan te herinneren, dat toen reeds jaren geleden in Tilburg behoefte gevoeld werd aan een ruimer gemeentehuis en men er reeds aan gedacht had een nieuw te bouwen, men plotseling tot een andere gedachte gekomen is, een gedachte, die geďnspireerd werd door het verlangen het weinig historische dat Tilburg rijk is te behouden en daarom het paleis van Koning Willem II als gemeentehuis in te richten. In 1864 werd dit paleis aan de stad Tilburg geschonken door de erfgenamen van Koning Willem II met het doel het in te richten als Rijks H.B.S. en onder de voorwaarde, dat - zoodra het paleis zijn daarmede te krijgen bestemming t.z.t. mocht verliezen - het weer onbezwaard aan de erfgenamen zou terugvallen. Waren aan deze schenking dus voorwaarden verbonden, dit belet niet dat zij toch moest beschouwd worden als een groote welwillendheid van de erfgenamen, die zoo handelden uit piëteit tegenover den overleden vorst Willem II.

Er bestond voor de gemeente alle aanleiding dit geschenk te bewaren en te verfraaien doch hieraan is niet voldaan kunnen worden. Wegens ruimtegebrek werd het gebouw geflankeerd door gebouwen van een andere stijl terwijl daarnaast van de zijde van het rijk het onderhoud ook veel te wenschen heeft overgelaten. Het paleis dreigde dan ook bouwvallig te worden. Zoodra de gemeente de gelegenheid geboden werd de vrije beschikking over het paleis te krijgen, heeft zij die aanstonds aangegrepen, waarbij zij van oud-minister Wassink groote medewerking mocht ondervinden. Spreker wil hiervoor thans nog zijn dank en hulde betuigen.

De toestemming om het gebouw een andere bestemming te geven moest door H.M. de Koningin, die als erfgename voor de helft gerechtigd was, verleend worden en H.M. heeft zich hier ook aanstonds bereid verklaard. Spreker dankt H.M. voor deze groote welwillendheid, waardoor Tilburg in de gelegenheid gesteld werd nu ook een daad van piëteit tegenover haar Koninklijken grootvader te stellen. Met de andere erfgenamen, drie Huizen in Duitschland, liep het echter niet zoo gemakkelijk. Ten slotte wilden ook zij hun toestemming verleenen mits de gemeente een vergoeding betaalde. Voor f 45.000 is men het na veel onderhandelen ten slotte eens geworden.

In Augustus 1931 werd door den gemeenteraad het besluit genomen een nieuwe H.B.S. te bouwen, waarmede in October 1932 een aanvang gemaakt werd en die thans is gereedgekomen om aan het rijk te worden overgedragen. Spreker stelt het op hoogen prijs, dat Zijne Excellentie de Minister zich bereid verklaard heeft door zijn tegenwoordigheid aan deze plechtigheid een bizonder cachet te verleenen, daarmede tevens het bewijs leverend dat de belangen van het onderwijs te Tilburg hem na aan het hart liggen.

Zich tot den directeur en leeraren, die zoolang in het gebouw werkten, wendend, drukt spreker de hoop uit, dat dit nieuwe gebouw hun aanleiding zal mogen geven hun moeilijke taak met dezelfde blijmoedigheid en ijver, waarvan zij in het verleden getuigden, te blijven vervullen en de leerlingen drukte hij op het hart door grooten ijver hun erkentelijkheid te betuigen voor wat hier voor hen gedaan werd.

Den architect alsmede de aannemers bracht spreker dank voor hun gepresteerden arbeid. De verwachtingen waren hoog gespannen, doch wat de heer Wielders hier tot stand bracht, heeft deze toch nog overtroffen. Hij bouwde een school, die zoowel in- als uitwendig mag gerekend worden tot het beste wat er in Nederland op dat gebied bestaat.

Spreker dankt ten slotte alle aanwezigen voor hun belangstelling en drukt daarbij den wensch uit, dat deze school in alle opzichten aan haar doel zal beantwoorden en dat zij in hooge mate zal bijdragen tot den bloei van het Middelbaar Onderwijs in het algemeen en tot den groei van de R.H.B.S. "Koning Willem II" in het bizonder. Met deze woorden droeg spreker daarop het gebouw aan den Staat over.

 

Rede Minister Marchant

De Minister beschouwt de opening van deze nieuwe H.B.S. als een symptoom van de waarheid, dat de leiding bij het huidige onderwijs niet uitsluitend afbraak is, al is dan ook opheffing van scholen momenteel aan de orde van de dag. Voorts wijst spreker er op, dat er sinds Thorbecke ook op het gebied van het Middelbaar Onderwijs heel wat veranderd is. Deze immers had het M.O. als een zelfstandig onderwijs gedacht doch het heeft zich een positie veroverd als voorbereiding voor het Hooger Onderwijs. Dat de regeling van het Middelbaar Onderwijs volmaakt is, kan niet gezegd worden. Het staat wel vast, dat er verandering moet komen, doch de vraag is daarbij hoe? Hierover bestaat nog geen eensgezindheid. Deze zoo mooie zaak is ook moeilijk te bereiken, omdat de mensch uit zijn aard nu eenmaal conservatief is. Menschen, die men vroeger steeds voor radicaal gehouden heeft, blijken later soms ook tot de conservatieven te behooren.

Conservatisme echter is niet verkeerd maar een schoone zaak als het wil waken voor ondoordachte experimenten. Men moet bijv. niet vernieuwen uit lust tot vernieuwen. Dit is even verkeerd als vasthoudendheid aan het oude alleen omdat het oud is. Pogingen tot vernieuwing werden vele gedaan, waartoe trouwens onze tijd zeer gunstig is omdat hij onvermijdelijk tot wijziging dwingt. Afbraak en beperking zijn echter alleen te dulden als zij samengaan met verbetering en herstel. Beperking en verbetering zijn het parool van onzen tijd. En dit is mogelijk ook. Men zou kunnen zeggen verbetering moet komen door beperking. Als de H.B.S. de voorbereiding vormt voor het hooger onderwijs, dan moet die school zich beperken tot het materiaal, dat voor het hooger onderwijs ook geschikt is en zij hoede zich voor overproductie, wat de ouders wel eens mogen overdenken. Zij bewijzen noch het kind, noch de maatschappij een dienst met een onderwijs, dat het kind niet volgen kan. Indien dit algemeen wordt ingezien, zal zeer zeker de noodige samenwerking tot verbeteringen tot stand komen.

Naar welken regel zich het onderwijs in deze nieuwe school zal richten, staat nog niet vast, zooals het evenmin vaststaat hoe hier straks het Nederlandsch zal geschreven worden. Ook is niet uitgemaakt of het conservatisme in de taal gewettigd is. Er zijn er velen, die alleen van het oude geen afstand kunnen doen, omdat het oud is. De Vries en Te Winkel is voor hen zonder meer een evangelie en zij schrikken terug voor iedere critiek. Spreker meent echter, dat een mensch nooit te oud is om te leeren. Spreker zelf heeft de laatste elf maanden zelfs nog zeer veel geleerd, ook op het gebied van de Nederlandsche taal. Toen noodig bleek ordening te brengen in de spelling, heeft spreker zich door deskundigen laten voorlichten en bij alles heeft hij steeds naar het waarom gevraagd. Waarom De Vries en Te Winkel? Het antwoord was dan telkens: er is geen redelijke grond voor aan te geven. Toen is spreker aan het weifelen gegaan en als oerconservatief begonnen werd hij totaal verslagen. Het bestaande is niet goed omdat het bestaat, doch men moet zich steeds afvragen of het bestaande op redelijke gronden berust. Spreker hoopt, dat ook het publiek zich dit steeds zal afvragen.

De ministerraad heeft gemeend in deze geen besluit te moeten nemen maar het oordeel over te laten aan hen, die er verstand van hebben en ook aan hen die er geen verstand van hebben. Spreker hoopt, dat het resultaat van de openbare discussie zal zijn, dat het verkeerde conservatisme het zal afleggen tegen de op redelijke gronden steunende pogingen de heerschende wanorde op spellingsgebied te regelen. Spreker verzoekt hem deze korte uitweiding buiten de huidige plechtigheid om, niet kwalijk te nemen. Een minister is een slaaf, hij is gemuilband en daarom valt het te begrijpen, dat hij de gelegenheid aangrijpt "ook eens wat te zeggen".

Komende tot de school zelve zegt spreker, dat vooral de jonge lieden, die hier hun opleiding krijgen, begrijpen moeten hoeveel geld er voor hun studie wordt uitgegeven. Voor wat hoort wat en daarom hebben de jongelui de verplichting in toewijding en ijver terug te betalen hetgeen de overheid voor hen doet.

Spreker acht het een voorrecht dit gebouw te mogen overnemen voor den Nederlandschen Staat en hij doet dit in de overtuiging, dat het Rijk - in samenwerking met de gemeente - de bloei van deze school tot groote hoogte zal kunnen opvoeren.

 

Aanbieding geschenk oud-leerlingen

Vervolgens werd het woord verleend aan ir. K. Mercx, die namens het oud-leerlingencomité het geschenk der oud-leerlingen aanbood en de beteekenis daarvan uiteenzette. Dit cadeau bestaat uit een gebrandschilderd raam van Joep Nicolaas, opgevat als trilogie, versymboliseerend de Droom, de Bewustwording en de Daad.

Nadat de oud-directeur der H.B.S., de heer R. de Boer, directeur, leeraren en leerlingen met de nieuwe school gefeliciteerd had, sprak de tegenwoordige directeur, de heer dr. Bastiaenen, een algemeen dankwoord.

 

Dankwoord

Op de allereerste plaats dankte spreker den Minister voor de welwillendheid deze plechtigheid met zijn tegenwoordigheid te hebben willen opluisteren en vervolgens het dagelijksch bestuur der gemeente met den gemeenteraad; het eerste voor de vele voorbereidende werkzaamheden, den laatste voor het voteeren van het crediet. Spreker hoopt dat het gemeentebestuur erin zal mogen slagen van de oude school, die nog slechts in naam een paleis is, ook in werkelijkheid een paleis te maken.

In zijn dankwoord betrekt spreker verder den rijksbouwkundige den heer Vinkensteijn, architect Wielders, de heeren Palmen en Vissers, de oud-leeraren en -leerlingen voor hun geschenken, dr. Blöte voor het vele, dat hij voor de H.B.S. steeds heeft gedaan en nog doet, de leerlingen welke een versieringsfonds stichtten en den conciërge, den heer Brooymans, die na 35 jaar trouwe dienst met ingang van 1 April op wachtgeld is gesteld. Spreker eindigde met een beroep te doen op allen, die hiertoe de gelegenheid zouden hebben, mede te werken om de nieuwe school te houden in den uitstekenden staat, waarin zij thans verkeert.

 

Eervolle onderscheiding

Hierna had nog een kleine plechtigheid plaats. De scheidende conciërge de heer Brooijmans mocht nl. uit handen van Minister Marchant onder eenige toepasselijke woorden de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden zilveren eere-medaille ontvangen als blijk van erkentelijkheid voor de bewezen diensten tijdens de 35 jaar, dat hij aan de school verbonden was geweest.

Vervolgens maakten de autoriteiten op uitnoodiging van den burgemeester een rondgang door het nieuwe gebouw. Belanghebbenden zij ten slotte nog medegedeeld, dat de nieuwe H.B.S. Zondag a.s. van half twee tot half vijf voor het publiek ter bezichtiging zal zijn opengesteld.