INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 18 november 1933

 

 

Een curieus Brabantsch boek 1

 

Verschillende oude en nieuwe wijsgeeren hebben herhaaldelijk betoogd, dat de mensch geestelijk van herinneringen leeft. Hij gaat gaarne zoowel in zijn eigen leven terug tot bijzondere gebeurtenissen, als ook tot de grootere het algemeene leven beroerende omstandigheden van het volk. En het bestudeeren en schrijven der stammen- en volkerengeschiedenis is niet een van de minste deelen der algemeene wetenschap. Sinds een halve eeuw is er ook eene opleving gekomen in de zorg voor het opteekenen en bewaren der bij overlevering door het volk aan het tegenwoordige geslacht overgebrachte verhalen; deze loopen over de verdwijnende gewoonten, zegswijzen, spreekwoorden, inzichten in vreemde gebeurtenissen, over niet direct verklaarbare natuurverschijnselen.

Het gewone volk, de op het land wonende lieden hebben daar hun eigen soms vrij kortzichtige verklaringen voor gegeven en deze hier en daar belangwekkend trachten te maken door er humor, zelfs schrik aan vast te knoopen. Men verhaalt van geesten en spoken, men kent wonderdadige kracht toe aan sommige gewone voorwerpen, men weet bijzonderheden van reuzen en dwergen te vertellen, die in afgelegen oorden en in oude kasteelen huizen. Merkwaardig is ook de spot, waarmede men het bedriegen van duivel en dood omweven heeft.

De "volkskunde" en "folklore" bestudeeren deze verschijnselen en de sagen en legenden wandelen in gewijzigden vorm. Soms heel ver over de grenzen van het eigen land naar andere landen. Ze kunnen een groot gebied doorloopen. Vooral in de laatste tijden is er waardeering gekomen voor de merkwaardige en eigendommelijke uitingen van het intieme volksleven. Men wil den afslijpende invloed van het jachten en drijven der nieuwere maatschappij, der alleen op geld, goed en genot jagende schijnbeschaving tegengaan en behouden wat behouden kan worden.

Als wij met de beide Grimms beginnen, die voor zestig jaren door het verzamelen en uitgeven der Duitsche en vreemde sagen en volksverhalen de grondslagen legden, als wij herinneren dat Herman Hartmann in Osnabrück in 1871 zijne Bilder uitgaf, die zich in dezelfde richting bewoog. Dat ook in Nederland later Welters, Dr. Jos. Schrijnen en D.J. van de Ven opstonden, die ernstig en met goed gevolg de nieuwe wetenschap een weg baanden tot het lezend publiek en daarbij van anderen hulp kregen, dan mag men zeggen, dat men ook in ons vaderland op het gebied der folklore niet stilgezeten heeft.

Over de verschillende wegen, die de voorstanders van de folklore bewandelen, willen wij niet verder spreken en oordelen. De één verzamelt de gegevens op verschillend gebied, en publiceert ze in eigen tijdschrift bijv. in "Ons Volk", ieder naar zijn inzicht; de ander voert ze op in beeld op het witte doek en herinnert het publiek aan het bestaan der oude gebruiken; een derde voegt ze te samen in optochten en laat de gebruiken daadwerkelijk zien. De minst goede der drie methodes is wel de laatste. Want de volksgebruiken zijn eigenlijk teere bloemen, ontloken aan het intieme leven des volks, die door veel vertoonen, door bijvoeging, door verandering allicht verdorren of tot kunstbloemen worden, soms zelfs tot spotvormen van het oorspronkelijke, hoe goed het ook bedoeld moge zijn.

 

Op het gebied der folklore is nu over Noord-Brabant een aardig sagenboek verschenen (uitgave "Eigen Volk", Scheveningen). Eigenlijk moest het wel sagen- en legendenboek heeten, want er staat menig bekend heiligenverhaaltje in, maar een titel behoeft dadelijk geen uitstalling van den geheelen inhoud te zijn. Het is bijeenverzameld door J.R.W. Sinninghe. Hij heeft dat uitmuntend gedaan. De stof was uitgebreid en van allerlei aard en hoedanigheid. Maar hij heeft ze methodisch geordend en er een plaatsnamenregister aan toegevoegd, wat de raadpleging vergemakkelijkt. Uit de lijst van bronnen en geraadpleegde werken kan men zien, hoe groot het aantal werken over folklore al is, reeds een tachtigtal alleen in Nederland, België en Duitschland, en dan zijn dat nog alleen de werken, die de schrijver voor zijn doel geschikt achtte of kende, terwijl hij ten deele ook steunde op een oproep om materiaal aan het courantenlezend publiek, wat gewoonlijk niet meevalt.

In een volgend artikel zullen wij kortelijk den inhoud bespreken, want ieder Brabander stelt belang in zijne provincie.

 

(wordt vervolgd)

 

 

A.F. VAN BEURDEN

oud-hypotheekbewaarder