INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 25 augustus 1934

 

 

Het landgoed Te Loo aan de grens Tilburg-Goirle

 

Dezer dagen bezochten wij, op vriendelijke uitnoodiging van den eigenaar den heer Frans Damen, het oude landgoed Te Loo onder Abcoven aan de grens Tilburg-Goirle. Men bereikt het na een twintig minuten, gaande vanaf den Beekschen weg, bij de ververij van Van Spaendonck, langs de Leij. Bij mooi weer is het een schitterende wandeling, want men komt hier door een streek, waar de omgeving van de Leij nog in ongerepten staat is.

Het oudste gedeelte, dat volgens de ankers uit het jaar 1368 zou dateeren, staat op een verhevenheid en met het front naar de Leij gekeerd. Dit is het zoogenaamd "Hooghuis", het zg. laaghuis is een boerderij, dat haaksch tegen het hooghuis aanstaat. Dit laaghuis kan hoogstens 200 jaren oud zijn en is volgens overlevering in zijn oorspronkelijken staat door brand vernield. Het hooghuis is in elk geval het oudste gedeelte en heeft alle kenteekenen van hoogen ouderdom. Bovendien is het riant gelegen langs de boorden van de Leij en omgeven met een schitterenden tuin, waar men aardige zitjes aantreft. Geen wonder dan ook, dat de heer Damen gasten te over heeft, die in 'n rustige sfeer eenige oogenblikken van absolute rust willen genieten en daarbij tevens van de heerlijke natuur.

Het goed was in vroeger eeuwen eigendom van de hertogen van Brabant, die het in leen uitgaven. Het eerste bericht vinden wij in het leenboek van Hertog Jan III in 1312, nl. Wilhelmus dictus Tymmermans, tenit mansum dictum Ten Loe situm apud Goerle, cum suis atenentis, valoris annuatis libre grosse. Dat is: Wilhelmus, genaamd Tijmmermans, houdt een huis genaamd Ten Loo gelegen bij Goirle met zijne toebehooren, geldende jaarlijks een pond groote.

 

Het huis Ter Loo werd achtereenvolgens bewoond door de volgende families (1):

- Van 1312 tot 1465 door: Wilhelmus Back, meergenaamd Tymmermans; Wouter Back, zoon van den voorgaande; Gheer Back, zoon van den voorgaande; Matheus Back, zoon van den voorgaande.

- In 1465 den 5 Januari kwam het goed in bezit van Jan Roelofs, Lambrechtszoon.

- In 1503 den 28 Februari ging het over naar diens zoon Gheert Roelofs en op 28 April 1524 naar diens dochter Lijsbeth Roelofs. Deze huwde met Henricus Kemp en toen zij gestorven was ging het goed in 1564 over op Lijsbeth Kemp, haar dochter.

- In 1615 ging het over op Jan van Kessel en twee jaren later in 1617 op Willemienken, weduwe van Hendrick Corneliszoon de Crom.

- Het goed was daarna wisselend in andere handen nl. in 1644 aan Hendrik Jan Geraerts van Dijck.

- In 1667 Matheus, zoon van Hendrick Jan Geraerts van Dijck.

- In 1677 kwam het aan Antony Crols.

 

In 1741 werd het goed in twee deelen gespleten, nl. het hooghuis en het laaghuis.

Het hooghuis had de volgende eigenaars:

- 1741 Gerrit Middegaels

- 1755 Christiaan Jan Pessers

- 1759 Dominicus Pessers

- 1760 Adriaan Jan Pessers

 

Het laaghuis kwam in handen van:

- 1741 Gerrit Middegaels

- 1741 Gomarus Josephus Soetens

- 1749 Jan Janszoon Couwenberg

- 1773 Martinus Jan van Iersel

 

Daarna werd het hooghuis en laaghuis weer te samengevoegd en kwam het in handen van de familie Manni, wijnhandelaren in Tilburg, die het goed verkocht aan Notaris Damen z.g. Bij diens overlijden kwam het goed door overerving in bezit van diens zoon, den tegenwoordigen eigenaar, den heer Frans Damen.

 

In 1355 wordt de bezitting als volgt omschreven in het leenboek:

- Wouter Back Willem Tijmmermans soene hout en goet gheheiten ten Loo, mit allen toebehoorten tot Goerle gheleghen, te weten een hof met huysen, schueren ende de stallen daarop staende mit hueren gronde, winweijden daeraen gheleghen, groet, 't samen omtrent negen buenderen (hectaren), d'eene sijde den Abkovendijck, d'andre sijde de kinderen Willem Bacx.

- Item een strook lants houdende 14 lopensaet oick aldaer gheleghen, d'eene sijde Jan Diericx, d'andere sijde Sebastiaen Mutsaers (2).

- Item noch 12 lopensade lants, d'eene sijde Jan Diericxsoene ende d'andere sijde den ghemeijnen weg (de publieke straat).

- Item een stuck erffenis van omtrent 8 lopensaeten, d'eene sijde de erfgenaemen Wouter Ghijsbrechts, d'andere sijde Jan Diericx.

- Item 5 lopensaeten lants, d'eene sijde d'erfgenaemen Mathijs Ansems en d'andere sijde Wouter Ghijsbrechts.

- Item twee lopensaeten lants d'eene sijde Jouffr. Katherine Oudearts, d'andere sijde Jouffr. Odelije van Oisterzeele.

- Item nog 10 lopensaeten lants d'eene sijde Jans Paus, d'andere sijde Jan van Day.

- Item 4 lopensaeten lants, d'eene sijde de Ghemeijnte, d'andere sijde Wouter Huben (Houben?) erfgenaam.

- Item noch twee lopensaet lants d'eene sijde de voorseijde Jouffr. Odelije, d'andere sijde Onser Liever Vrouwen outair van Goerle. (Bedoeld wordt hier een stuk grond dat gelegateerd was aan het altaar van O.L. Vrouw in de kerk van Goirle, om uit de opbrengst daarvan de bedienaren van dat altaar, dus de priesters, te steunen.)

Het was dus in zijn geheel 18 bunder groot.

 

Verder wordt er nog bij vermeld:

Ende het goet is een volle leen, ende behoort daartoe enen chijns van 4½ stuyvers ende van 6 bunderen, die men jaerlix heeft op sekere erven tot Goerle gheleghen, diversen personen toebehorende (3).

 

Over de oudste geschiedenis van het goed is niet veel met zekerheid bekend, dan wat wij weten over de verschillende bewoners gedurende meer dan 600 jaren; in elk geval bestond het reeds lang voordat de hertog van Brabant het in 1312 aan Willem Timmermans in leen gaf. Toch heeft de heer Damen nog verschillende perkamenten uit vroeger eeuwen. Het zou wel wat waard zijn om de geschiedenis van het goed Te Loo, naamsoorsprong etc. eens na te gaan vorschen (alsook de oorsprong van den naam Abcoven, waar het gelegen is). 't Zou voeren tot meerdere kennis en waardeering van de oude Brabantsche geschiedenis. Ten Loo is een merkwaardige bezitting.

 

 

1. Uit de leenboeken verzameld door den heer F.H.M. Ouwerling, Gemeente-archivaris.

2. De naam Mutaers komt dus ook reeds in 1300 alhier voor.

3. Uit deze laatste woorden zou men veronderstellen, dat in vroeger eeuwen aan het goed ook heerlijke rechten verbonden waren en eenige perceelen in Goirle aan Ten Loo chijnsplichtig waren.