
Gezicht
op Sprang-Capelle, Brabant-Collectie Tilburg University
De kunstenaar
Gerard Christiaan
Jozef Gerrits (1893-1959) werd geboren in Nijmegen maar
woonde het grootste deel van zijn leven in Noord-Brabant, in
Den Bosch en Sprang-Capelle. In de laatste plaats overleed
hij ook, waarna er aldaar een herdenkingstentoonstelling
werd ingericht. Gerrits beeldde in zijn werk veelal
Brabantse thematieken uit, zowel landschappelijk als
architectonisch. Gerrits stond te boek als glaskunstenaar,
aquarellist en graficus. Hij was de broer van Piet Gerrits,
bekend van diens ontwerpen voor De Heilige Landstichting (nu
Orientalis geheten). Gerard was een tijdje in de leer bij
zijn oudere broer, die bekender is geworden. Zowel Piet als
Gerard leverden omslagen voor de Engelbewaarder.
Gerard Gerrits, niet te verwarren met de kunstenaar Ger
Gerrits, maakte ook ornamenten en was betrokken bij
toneelvoorstellingen, waarbij hij echter letterlijk in de
coulissen bleef. Hoewel hij een creatieve duizendpoot was,
werd hij geprezen om zijn bescheidenheid, die er mogelijk
ook voor zorgde dat hij buiten Brabant niet erg bekend is.
Naast leerling van zijn broer, was hij onder meer in de leer
bij Frans Slager, een telg van de Bossche Slager-dynastie
van kunstenaars. Na zijn middelbare school was Gerrits naar
Den Bosch gekomen, om aan de kunstacademie te studeren. Hij
bleef daar werken tot 1945. In de Oorlog werd een belangrijk
deel van zijn oeuvre vernield en ook zijn atelier en hij
trok hierop naar Huize Zuidewijn in Sprang-Capelle, om daar
zijn productie weer op te nemen.

Sprang-Capelle.
Brabant-Collectie Tilburg University
In de Brabant-Collectie van Tilburg University bevinden zich
een schetsboek en ook een aantal afbeeldingen van Gerrits
van zijn woonplaats Sprang-Capelle, met zijn karakteristieke
Nederlands Hervormde Kerk. Uit deze afbeeldingen spreekt
begaafdheid en een betrokkenheid bij het afgebeelde, maar ze
zijn niet heel beklijvend. In wat volgt ga ik in op de
waarde van Gerrits’ werk.

Sprang-Capelle, Aquarel, Brabant
Collectie Tilburg University
Traditionalisme
Harry Poll schrijft in 1957, drie jaar voor Gerrits’ dood,
in de Provinciale Noord-Brabantse courant het Huisgezin
over diens gaven: ‘Hij toont zich een geduldig en scherp
waarnemer, uiterst ontvankelijk voor stemming en toon, zoals
uit zijn vlotte en trefzeker neergevloeide aquarellen
blijkt; een poëtisch opmerker die de sfeer van een landschap
of het karakter van een bloemstuk zuiver weet te benaderen,
geen geweld plegend door harde kleuren of forse expressies,
maar een kunstenaar met een harmonisch gamma, fijnzinnig en
beheerst uitgewerkt.’’ Volgens Poll is van een ‘gewild
modernisme’ geen sprake en is dat de kracht van het werk van
Gerrits. Gerrits was duidelijk geen Vincent van Gogh of Jan
Sluijters, wier werk herkenbaar is, door hun visie en stijl.
Gerrits’ grafisch werk en zijn tekeningen zijn vaardig, maar
hij onderscheidt zich ermee niet van anderen. Zijn zwartwit
afbeeldingen van locaties in bijvoorbeeld Grave, Woudrichem
en Waspik geven de historische en pittoreske status van deze
plaatsen goed weer, maar Gerrits voegt er niets aan toe. Men
kan ze gebruiken om hun documentaire waarde, eerder dan dat
men erdoor geraakt wordt. Hiermee verschilt Gerrits van
kunstenaars als Hendrik de Laat en Anton Pieck die voor
sommigen kitsch afleverden, maar daarmee wel de emotionele
snaren van de toeschouwers beroerden. Hierin slaagt Gerrits
wel in zijn werk in kleur, waarin meer van zijn
persoonlijkheid lijkt te zitten.

Grave, Brabant-Collectie, Tilburg University

Woudrichem, Brabant-Collectie, Tilburg University

Krijttekening. Waspik. Brabant-Collectie, Tilburg
University.
Den Baard
Gerrits onderhield zijn imago van kunstenaar. Hij stond in
Sprang-Capelle bekend als ‘den baard’. Op de site van de
Heemkundekring Sprang Capelle lezen we dat hij werd
getypeerd ‘door
een grote witte baard en ruim uitgevallen Franse baret. Hij
kwam ervoor uit dat hij de kunstenaar van het kasteeltje
Zuidewijn was. Dagelijks kunnen we nog van zijn kunstwerken
genieten: de gebrandschilderde ramen in het gemeentehuis van
Sprang-Capelle en het grafmonument van Jan de Rooij op de
begraafplaats aan de Tilburgseweg. Zijn aquarellen gaven de
sfeer goed weer van het interieur van de boerderijen
tegenover het kasteeltje.’In zijn zelfportretten die zich
bevinden in de Brabant-Collectie zien we de visie van den
baard op zichzelf. Het zijn karikaturale koppen die tonen
dat Gerrits zichzelf niet al te serieus nam en die de
toeschouwer voor hem innemen.

Zelfportretten van ‘den Baard’ in zijn schetsboek,
Brabant-Collectie Tilburg University

Zelfportret. Brabant-Collectie, Tilburg University

Grafmonument voor de door de Duitsers gefusilleerde
verzetsheld Jan de Rooij. Brabant-Collectie, Tilburg
University.
Gemoedelijke romantiek?
Zijn eigen weergaven met naast de baard ook de opvallende
fronsende wenkbrauwen tonen hem als een geprononceerd type,
waaruit misschien niet meteen gemoedelijkheid spreekt.
Tijdens de Duitse bezetting werd Gerrits’ kunst in de
Noordbrabantse Courant echter getypeerd als
‘gemoedelijke romantiek’. In hetzelfde artikel uit 1942
lezen we:
‘Gerard Gerrits [is] in wezen een sprookjesverteller: de
dieren die hij met grote voorliefde in den dierentuin gaat
bestudeeren zijn voor hem eigenlijk menschen zooals in het
verhaal van Reinaart de Vos, ieder met zijn eigen karakter:
dat uit zijn verschijning spreekt. Een oude knotwilg,
grillig van vorm, is voor hem een gebogen oud kereltje, dat
al de stormen des levens doorstaan heeft en kromgegroeid is.
Of op een doek met bloemen vertelt hij over de vlammende
levenskracht en het uitgedoofde van wat sterven gaat; ook
hier ziet hij den mensch, den mensch van een sprookje in de
gedaante van den bloem. Het is begrijpelijk, dat Gerard
Gerrits hecht aan het Brabantsche landschap, dat hem zo
vertrouwd is. Een schilder moet veel reizen om zijn blik te
verruimen, zegt men. Maar als je eenmaal een plaats gevonden
hebt, die je gaat begrijpen, dan blijf je er, zoo zegt
Gerrits, om haar steeds meer op je te laten inwerken. Je
leert haar langzamerhand kennen in verschillend licht, bij
verschillend weer, in verschillend seizoen en zoo spreekt
zij je steeds duidelijker aan.’
In zijn aquarellen toont Gerrits de Brabantse couleur
locale. Noord-Brabant was voor hem zijn aangenomen heimat.
Het is jammer dat een belangrijk deel van zijn Bossche
productie in de oorlog is verloren gegaan, zodat we zijn
kunstzinnige ontwikkeling niet volledig kunnen bestuderen.
Het genoemde sprookjesachtige komt in het werk dat zich
bevindt in de Brabant-Collectie, niet volledig naar voren.
Conclusie
Gerard Gerrits ontbeerde in zijn leven een overkoepelend
project, zoals de Heilig Land Stichting van zijn broer Piet
of de Efteling van Anton Pieck. In zijn overgeleverde werk
zit geen herkenbare lijn of visie. Hij beeldde gewoon af wat
hij zag en leverde soms ook gelegenheidsprenten,
bijvoorbeeld van religieuze thematiek Gerrits is vergeten.
Daar is niet alleen zijn geprezen bescheidenheid debet aan,
of het gegeven dat hij zich letterlijk en figuurlijk
terugtrok in Brabantse thematieken die boven de rivieren
niet iedereen aanspreken, maar ook het gegeven dat zijn werk
onvoldoende eigen lijkt te zijn geweest. Je zult een
kunsthistoricus niet snel horen zeggen bij het aanschouwen
van een tekening of schildering: ‘Dit is een typische Gerard
Gerrits.’ Een uitzondering vormen de zelfportretten met hun
karikaturale lading. Ook de weergaven van Sprang-Capelle
hebben deels meer dan documentaire waarde. Sociologisch
gezien was ‘den baard’ met zijn verschijning compleet met
baret een typische kunstenaar, maar dan wel een van het
traditionalistische slag. Juist die keuze voor
traditionalisme zorgde ervoor dat hij wel ambachtelijkheid
afleverde, maar geen visie, die deze ambachtelijkheid tot
grote kunst wist te maken.

De zoete moeder uit de Bossche St Jan. Brabant-Collectie,
Tilburg University
Bronnen
‘Harba Lorifa. Bij Gerard Gerrits op bezoek’,
Noordbrabantse courant, 01-07-1942.
H. Poll, ‘Gerard Gerrits houdt expositie’, Provinciale
Noord-Brabantse Courant Het Huisgezin, 27-09-1957.
‘Gerard Gerrits 60 jaar’, Provinciale Noord-Brabantse
Courant Het Huisgezin, 05-06 1953.
Bossche Encyclopedie | Gerard Christiaan Joseph Gerrits
(bossche-encyclopedie.nl)
Beeldcolumn: Gerard Gerrits (barbarus.org)
Uit de kunst (heemkundesprangcapelle.nl)
Lezing door Toon Gouda
Delpher |