INHOUD RIETER
CUBRA HOME

 

©

Olivier Rieter & Stichting Cultureel Brabant 2022

 

 

Olivier Rieter

Louis de Bourbon

Een schrijver en burgemeester van Oss als 'hertog van Normandië'

 

Louis de Bourbon, Wikimedia Commons, Louis de Bourbon (dichter) - Louis de Bourbon (dichter) - Wikipedia

 

De Nederlandse regering nam ooit het besluit om de overgrootvader van de Nederlandse katholieke schrijver Louis de Bourbon (1908-1975)  als de Dauphin van Frankrijk te erkennen en de schrijver dus als diens afstammeling. De literator nam dit gegeven bloedserieus en trad ook op zijn briefpapier naar buiten als ‘de hertog van Normandië.’

             De Bourbon stamt als achterkleinzoon in ieder geval af van een zekere Karl Wilhelm Naundorff, een horlogemaker die zelf claimde dat Lodewijk XVI en Marie Antoinette, het geguillotineerde koningskoppel, zijn ouders waren. Naundorff stelde dat hij eigenlijk kroonprins Lodewijk XVII was die niet op tienjarige leeftijd was overleden, maar destijds op schimmige wijze was ontvoerd naar Duitsland. Later trok deze Naundorff, die in de gevangenis zat wegens schulden, naar Nederland. Volgens Johan Hendrik Petrie, die een proefschrift over deze kwestie schreef was Naundorff ‘een pathologische leugenaar.’

Het opduiken van troonpretendenten is van alle tijden. Het beroemdst is misschien de zaak rond Anastasia, de vermeende Romanov-dochter die in 1917 zou zijn ontsnapt aan de communisten en die veel wist te vertellen over haar vermeende familieleven vroeger. Men zou de mysterieuze zaak Naundorff echter ook in verband kunnen brengen met de enigszins vergelijkbare kwestie-Kaspar Hauser, een in isolement opgegroeide, Duitse jongeman van onduidelijke afkomst. Deze verscheen in 1828 uit het niets ten tonele. Aan deze Kaspar Hauser schreven sommigen een koninklijk voortraject toe.

De Bourbon, een tijd burgemeester in Oss, voelde verbondenheid met de Brabantse grond, waar hij overigens niet geboren was. In zijn Laus Brabantiae , een lofdicht op Noord-Brabant, lezen we de volgende regels:

 

Land van vennen en wouden en wei,

rivieren, moerassen en zand,

Peel, Land van Maas, Meierij

en het eenzame Kempenland.

 

Land van Altena, Biesbosch, Breda,

oude zetels van adellijken roem,

schoon is elk oord waar ik ga,

gewijd elke naam die ik noem

 

Het is een idealiserend gedicht, dat past bij De Bourbons ophemelen van ‘adellijken roem.’ Het denken in dergelijke termen van menselijke ongelijkwaardigheid was hem niet vreemd. Als hij ertoe geroepen zou zijn, zou hij de troon van Frankrijk gaarne hebben geaccepteerd, maar alleen als het Franse volk hem zou erkennen, zo liet hij weten in een interview.

 

Naundorff, de Franse troonpretendent

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/7e/Naundorff1.jpg

 

 

Stierf Louis de 17e op jonge leeftijd, of werd hij ontvoerd naar Duitsland?

File:Louis Charles of France6.jpg - Wikimedia Commons

 

In 1998 werd met behulp van DNA onderzoek vastgesteld dat de tot op zijn sterfbed verkondigde claim van Naundorff op bedrog berustte. Een jaar later kwam vast te staan dat Louis de 17de zoals altijd officieel was beweerd in 1795 op 10 jarige leeftijd aan TBC was gestorven in de Franse Temple-gevangenis. Deze definitieve bewijzen heeft de schrijver Louis de Bourbon tijdens zijn leven niet meegekregen, zodat hij in zijn beleving stierf als een koninklijke afstammeling.

            In wat volgt ga ik in op de vraag in hoeverre deze genealogische kwestie zijn invloed had op het literaire werk van De Bourbon, maakte zijn vermeende afstamming hem tot een aristocratisch nostalgicus?

 

 

Levensloop en receptie

Louis de Bourbon, een jurist, was niet alleen burgemeester van Oss, maar eerder ook van Escharen, en Gassel, ook in Noord-Brabant. Tegen zijn benoeming tot burgemeester van Oss werd in 1941 geageerd door Volk en Vaderland, het blad van de NSB, omdat uit deze benoeming en de viering daarvan zou blijken dat men de ‘nieuwe orde’ in Oss niet begrepen zou hebben.

Vóór zijn politieke loopbaan werkte De Bourbon  als journalist bij de Gelderlander.  Ook was hij redactielid van het katholieke tijdschrift De Gemeenschap, het tijdschrift van onder meer Anton van Duinkerken.

De Bourbon hield onder meer lezingen over zijn afkomst en zijn gedichten staan soms in relatie tot deze vermeende afkomst. Zo lezen we in het gedicht ‘Zelfportret’ de volgende regels:

‘Een prins van Frankrijk en het zoet Navarre, heeft blauwe ogen, donkerblonde haren, maar geen paleizen meer en geen vazallen, want heersen doen in deze eeuw barbaren.’

Tijdens de Duitse bezetting ondersteunden de nazi’s aanvankelijk zijn claim op de Franse troon, maar later vervolgden zij De Bourbon, een verzetsman. Hij werd bij verstek ter dood veroordeeld, maar wist uit de klauwen van de Duitsers te blijven. Veel later kreeg hij postuum een Israëlische onderscheiding voor zijn verzetswerk.

 

 

Het is een blijk van erkenning die zijn literaire werk nimmer ten deel viel. Zijn poëzie werd niet altijd gewaardeerd door zijn collega’s. Zo schreef de literator Ed Hoornik op 8 augustus 1959 in Elsevier dat De Bourbon ‘het prototype van de romanticus’ was die echter geen vernieuwing bracht. Hij was eerder een traditionalist. Zijn vroege dichtkunst werd vergeleken met die van Slauerhoff. Zijn latere poëzie was heel anders en werd door de schrijver Paul Haimon enkele jaren eerder zo omschreven:

‘Heimwee naar een verloren wereld, weemoed en verlangen vormen er de ondertoon van. Vele gedichten zijn zachte alleenspraken en elegieën, waarin de schrijver zich terugdroomt op oude Franse kastelen waar hij thuis zou zijn geweest wanneer de Franse Revolutie aan de glorie der Bourbons niet een abrupt rampzaligen onherstelbaar einde had gemaakt.’

Hendrik de Vries schreef in 1951:

‘Louis de Bourbon behoort tot de dichters die het ons onmogelijk maken hun poëzie te bespreken zonder hun persoon er in te betrekken. Slechts enkele van zijn gedichten getuigen rechtstreeks van zijn zelfbewustzijn als afstammeling uit het Franse koningsgeslacht. En toch worden wij daaraan voortdurend herinnerd. Waarlijk niet alleen door zijn naam. Het is poëzie van iemand die voelt een vervallen majesteit te vertegenwoordigen. Ze is vol weemoed om dat verval, vage hoop op herstel tot de troon- kon het anders, in zijn plaats, en met zulk een vader als hij in een dezer gedichten herdenkt

Recensent Anne Waldman sprak aangaande De Bourbons verhalen van ‘romantisch anekdotisme,’ een typering die geen groot literair gehalte verraadt. Zijn gedichten op rijm sloten aan bij stijl en thematiek van vervlogen tijden, toen er andere literaire en maatschappelijke normen golden. Een nieuwlichter was De Bourbon in ieder geval zeker niet.

Hoe zeer de afkomstkwestie een impact had op De Bourbons psyche, is niet zonder meer vast te stellen, maar na de Tweede Wereldoorlog zou hij hebben gekampt met verslaving en overspannenheid. De jurist De Bourbon kwam op een voor hem onprettige wijze in contact met de rechtspraak. Hij werd volgens een bericht van het ANP in 1964 aangeklaagd wegens drugshandel, maar tijdens het proces werd duidelijk dat hij geen handelaar maar heroïne-gebruiker was, die vijf injecties per dag nodig had. Al in de jaren vijftig werd er gerept van psychische klachten als overspannenheid. Zo zou volgens een artikel in de Provinciale Noord-Brabantsche courant Het huisgezin uit 1953 hem door zijn artsen een rustkuur in Zwitserland zijn voorgeschreven.

Een melancholisch geestesgesteldheid had hij overigens ook al voor de Oorlog, gezien de volgende passage uit het gedicht ‘Poverito’ (1932) van De Bourbon, typerend voor zijn stijl:

 

‘Somwijlen, moe van waken en van zingen.

heeft hij gerust temidden in het veld

en heeft aan bloemen, vogels, dingen

zijn langen tocht en groot verdriet verteld.’

 

Conclusie

In Het Zutphens Dagblad van 18 juli 1959 wordt de volgende omschrijving van De Bourbons dichterschap in relatie tot zijn vermeende afstamming gegeven: ‘Of Louis de Bourbon werkelijk een telg van een oud Vorstengeslacht is zou voor de letterkunde van betrekkelijk weinig belang zijn, ware het niet dat dit bewust-zijn (voor hemzelf in elk geval absolute zekerheid) een groot deel van zijn poëzie heeft beheerst en bepaald. De romantiek van ballingschap, heimwee naar het verlorene, een trotse, soms barokke stijl, geven aan zijn verzen een geheel eigen geur, een toon die ons een mengeling van weemoed en hooghartig gedragen miskenning en verbanning voorkomt, zij het dan meest in gesublimeerde vorm, vooral in zijn latere poëzie, welke daaraan het algemeen-menselijk karakter van onze aardse ballingschap verleent, het verlangen naar een verloren paradijs.’

In een interview met Trouw uit 1970 zegt De Bourbon zelf echter: ’Ik heb mij nooit op mijn afkomst laten voorstaan en in mijn werk overheersen die invloeden niet. In mijn proza zult u er niets van vinden en in mijn gedichten slechts een klein deel. Wat mij wel verbaast is dat ik nog nooit één literaire prijs heb gekregen, hoewel ik 33 boeken heb gepubliceerd. Hoe kan dat? Ik heb altijd de indruk gehad dat die prijzen voornamelijk in handen van linkse mensen zijn en dat daar ook de redenering opging, die De Bourbon is zo rechts.’

Zijn vermeende hoge afstamming van het Franse koningshuis, zou hem dus literaire erkenning gekost hebben. Uit De Bourbons woorden spreekt hierover een diepe teleurstelling. Dat hij zich  nooit op zijn afkomst zou hebben laten voorstaan, is niet echt conform de feiten, gezien zijn eigen briefpapier dat hem tot Hertog van Normandië bestempelde.

J.H. de Groot omschreef hem in de Volkskrant als volgt in een terugblik na De Bourbons overlijden in 1975: ‘een man met een volstrekt on-Hollandse levensstijl, een curieuze kruising van aristocraat en avonturier met een onmiskenbare charme, een zeer elegant gekleed en uiterst hoffelijk mens, die het causeren als levenskunst bedreef, waarbij het er niet op aan kwam wat hij wel of niet meende, wat wel of niet waar was..’

Mocht deze typering kloppen dan paste de dichter in zijn uiterlijk en innerlijk goed bij zijn voorvader Naundorff met zijn hang naar aristocratische mystificatie. De Bourbon moet hoe dan ook een wonderlijke man zijn geweest, net als zijn voorvader. De Bourbons levensloop kan ook worden bezien vanuit het nurture versus nature debat. Het was het verhaal over zijn afkomst dat hij van jongsafaan van zijn vader meekreeg dat zijn psyche beïnvloedde (nurture), eerder dan dat hij werkelijk koninklijk bloed in zich zou hebben gehad, dat dan zijn elitaire aard zou moeten hebben bepaald (nature). Vertegenwoordigers van de nature-kant van het debat zullen mogelijk opmerken dat De Bourbon niet van de koningen, maar wel van Naundorff een hang tot elitarisme en mystificatie zou hebben geërfd.

Het is in ieder geval duidelijk dat De Bourbons vermeende afkomst hem tot een tegenstander van de Franse Revolutie heeft gemaakt. Hij idealiseerde het verloren verleden, toen niet-egalitaire waarden bestonden, niet-egalitaire waarden die men kan verbinden met conservatisme. Dit conservatisme zien we ook in De Bourbons literaire benadering. Deze sluit aan bij een bepaalde vorm van nostalgie. Nostalgie wordt door veel waarnemers als een reactie op ontwrichtende ontwikkelingen in de moderniteit beschouwd, waarbij men bij die ontwrichting vooral moet denken aan de Industriële Revolutie, maar ook aan de Franse Revolutie.

De Bourbon kwam in 1950, toen het graf van Naundorff in Delft werd geopend, op zoek naar bewijzen over diens afstamming, met een  gedicht opgedragen ‘A la Mémoire du Roi-Martyr Louis XVII.’  Het bevat de volgende weemoedige passage, waaruit miskenning, ontheemdheid in tijd en plaats en katholicisme spreken:

 

‘Hong’ren, vervolgd, bedreigd en uitgestoten,

Maar hunk’rend naar geluk als iedereen

Geen rust, geen woonplaats hebt ge ooit genoten

En zelfs eens anders naam had ge in leen

 

Er is niet veel veranderd hier beneden,

Karl Wilhelm Naundorff, Frankrijk bleekste zoon,

De aarde, waar het recht met voeten wordt betreden

Bied nog aan uw geslacht geen rust, geen woon

 

Ik draag het  voort, den fakkel der verloornen

Deel uw onzekerheid, ik deel uw eenzaam lot,

Maar wetend, dat die weg van donkerte en droomen

Zijn einde vindt in ’t eeuwig recht, in God.’

 

Bronnen

M.H.M. Janssen Reinen, Louis de Bourbon - Brabants Erfgoed

R. Wols, Koningskind als burgemeester: Louis de Bourbon, 1908-1975 - BHIC

Karl Wilhelm Naundorff - Wikipedia

Louis de Bourbon (dichter) - Wikipedia

Knipselarchief Brabant-Collectie, Tilburg University

Delpher

Literom

 

In de banners

Louis de Bourbon spreekt op 5 mei 1946 de bevolking van Oss toe, ter gelegenheid van de eerste verjaardag van de bevrijding van Nederland. Details uit een foto van L. v.d.Bergh, Oss. Bron: collectie Literatuurmuseum Den Haag.