INHOUD BOEKEN OP ZONDAG

INHOUD ED SCHILDERS

HOME


PRINT PAGINA
 

Rolberoerte

Als lezen leuk is, dan is het logisch dat twee boeken tegelijk lezen nog leuker is. Origineel en vertaling, bijvoorbeeld.

Onlangs kreeg ik het boek Puber cadeau (uitgeverij Donker, 1958). Het is de eerste Nederlandse vertaling van een van mijn favoriete romans: J.D. Salingers The Catcher in the Rye. Ik las de eerste pagina en wist dat ik het dubbel moest lezen. In 1958 schrokken ouders zich ‘een rolberoerte’ en hebben pubers ergens ‘de pee aan gezien’. Leuk, dat veranderde taalgebruik, dus legde ik er zo nu en dan ook De Kinderredder van New York naast, de nieuwe vertaling, die Meulenhoff in 1968 uitgaf.

In 1968 schrokken ouders zich nog steeds een rolberoerte. Ik dacht even dat het een ‘rotberoerte’ moest zijn, maar Van Dale bevestigt dat je ergens zo beroerd van kunt worden dat je omvalt en gaat rollen.

Aardig was ook meteen al de eerste zin, waarin Holden zegt dat hij geen zin heeft om te vertellen waar hij geboren is, hoe zijn jeugd was, en ‘all that David Copperfield kind of crap.’ In 1968 was dat, in de vertaling van Max Schuchart: ‘en al dat Merijntje Gijzen gedoe meer.’ In 1958 (vertaling Henk de Graaff): ‘en ga zo maar door.’ Wat er tegen David Copperfield was, weet ik niet, maar het is niet de bedoeling hier oude vertalingen op hun verdienste te beoordelen; ik wil slechts duidelijk maken dat bij dubbel-lezen de taalliefhebber zich heen en weer leest tussen bewondering en verbazing.

In het gunstigste geval schrik je je een rolberoerte.

Dat gebeurde in hoofdstuk 22. Daarin praat Holden met zijn zusje Phoebe en stelt hij vast dat hij catcher in the rye wil worden, ‘vanger in het koren’. Mijn vertaling: ‘Dan zie ik steeds die kleine kinderen in het koren spelen en zo. Meer dan duizend kinderen. En verder niemand in de buurt -- ik bedoel, geen groten -- behalve ik. En dan sta ik aan de rand van zo'n afgrond. En wat ik dan moet doen: ik moet ze opvangen als ze in de afgrond beginnen te vallen...’

Holden vangt ze op in een honkbalhandschoen. Dat zegt hij niet (het zit in het woord ‘catch’) maar we weten het wel: het is de handschoen van zijn broertje Allie. Allie is dood. ‘Hij is nu Dood’ (1967); ‘Hij is nou dood’ (1958). Holden heeft Allie's honkbalhandschoen: op de vingers en in de palm staan nog steeds de versjes die Allie er heeft ingeschreven. Voor als hij een tijdje niets te doen had in het verre veld. Dan las hij in zijn handschoen; versjes in groene inkt.

In deze alinea's maakt Salinger duidelijk waar Holdens droom (‘vanger’worden) vandaan komt, en dus ook hoe je de titel van het boek moet lezen: als een liedje dat al door de Schotse bard Robert Burns werd opgetekend. Holden zegt tegen zijn zusje, Phoebe: ‘Je kent dat liedje wel: "If a body catch a body comin' through the rye"?' En Phoebe kent het, verbetert hem: ‘Het is: "If a body meet a body..."!'

Zonder deze alinea's kun je het boek niet begrijpen, want hier wordt de essentie van het verhaal gegeven: een puber die zijn overleden broertje hartstikke mist. Hier weet de lezer het zeker zonder dat het gezegd wordt: dat vers van Burns, dat stond met groene inkt in de honkbalhandschoen van Allie: om te zingen als er even geen hoge ballen waren in het achterveld.

Dan schrik je je een rolberoerte als je merkt, dubbel-lezend, dat deze alinea's helemaal niet voorkomen in Puber. En ik weet, dubbel-lezend, waarom. De Graaff zat te vertalen, en wel de zin: ‘Daddy's going to kill you. He's going to kill you, she said.’

Toen was het twaalf uur, tijd voor een hapje. Om twee uur ging de vertaler verder. Waar was hij ook al weer gebleven? ‘Hij slaat je dood’, las hij in zijn vertaling, en hij vertaalde voort. Zonder te zien dat die zin tweemaal voorkomt, en zonder te merken dat daartussen alles staat wat ik hier verteld heb.