INHOUD COLUMNS BRABANTS DAGBLAD
INHOUD SCHILDERS

HOME

CuBra


Print deze Pagina

Deze column verscheen oorspronkelijk in Tilburg Plus van 8 december 2005

Ed Schilders
Museum

 

Als Tilburgers ergens goed in zijn, dan is het wel in missen. We zijn er wereldkampioen in. Een buitenstaander zal het misschien niet aan de stad afzien, maar vooral de Tilburgse binnenstad is in feite één groot museum; het Stadsmuseum Van Wat Er Niet Meer Is. Vooral in dit jaargetijde wordt dit museum druk bezocht. De duisternis valt vroeg in, er is een verhoogde kans op motregen, en er staat zo’n gure wind waarbij de heren vroeger hun hoed moesten vasthouden. Meteorologie in dienst van de melancholie. Onder dergelijke omstandigheden kun je de dingen heerlijk missen. Die oude dingen die voorbijgegaan zijn.

Dat het Tilburgs Museum Van Gedane Zaken populair is, bleek vorige maand uit het ‘Heuveldebat’ van de Stichting Stadskern Tilburg. Uit een peiling bleek overduidelijk wat er op nummer een staat in de toptien ‘Tilburg Treurt’: het Heuvelplein van vroeger. Ruud Erich schreef er een column over, waarin hij de liedtekst ‘D’n Ouwe Heuvel’ van Ad Vinken citeerde. Niet eens zo lang daarvoor berichtte deze krant over een Tilburger die het ‘Ouwe Station’ op schaal had nagebouwd. Dat doe je niet als je niet begenadigd bent met een groot vermogen om dingen te missen. In diezelfde donkere dagen schreef ik een stukje over het gemis aan feestverlichting in de Heuvelstraat. De etalage van speelgoedwinkel Van Nuenen-Boes, het diorama van AaBe, de Lindeboom. de tijdschriftenkiosk op het plein. Allemaal topstukken uit dat Stadsmuseum Van Wat Er Niet Meer Is. Dit museum heeft waarachtig een rijke collectie.

Naar aanleiding van dat stukje werd me een foto toegestuurd die ik het best een schok der herkenning kan noemen. Want de grens tussen ‘missen’ en ‘vergeten’ blijkt flinterdun, en het op de ingezonden foto afgebeelde orkest was ik eigenlijk al heel lang vergeten. De inzender, de heer De Bruin uit Loon op Zand, was afgelopen zomer op vakantie in de Verenigde Staten. In San Francisco liep hij een museum binnen, en toen zag hij, onverwacht en plotseling, het Tilburg van zijn jeugd. Het was een museum voor automaten, en een van de topstukken daarin is de zogenaamde Bimbo-box. In Tilburg stond deze absoluut unieke (kinder)attractie, bekend onder de naam: ‘De aapjes van V&D.’ Zeven aapjes met een hoedje op. Opgesteld als een Zuid-Amerikaans orkestje in een soortement jukebox. Je moest er een kwartje in doen, maar dan had je ook wat. De aapjes bliezen en drumden op hun instrumenten. Dan swingde heel de V&D.


Foto: Theo de Bruin

Ik mag graag muziek kopen in de winkel van Van Leest. Vroeger was dat een winkel van De Gruyter, en de oude muurtegels van die handelaar in koloniale waren zijn enige jaren in volle glorie hersteld. Die winkel is een topstuk uit mijn gedroomde museum. Ik bedoel: als V&D nu weer zo’n aapjesorkest zou opstellen, dan wordt mijn Museum Van Het Gemis langzaam maar zeker werkelijkheid.