HOME
AUTEURS

TEKSTEN

INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

Lainy Ketelaars © 2000

 

Lenie Ketelaars: Ik ben
Pagina's uit mijn dagboek
Vertaling: Ed Dalderop

NAAR DE INLEIDING

NAAR DE ENGELSE TEKST

Ik ben

Het schemert, en ik zit hier helemaal alleen, diep begraven in een van de twee luie stoelen die de zithoek practisch helemaal vullen.

Het zit heerlijk lui hier, en om me hier vandaan te krijgen zullen ze me beslist overeind moeten trekken.

Maar voor het ogenblik is het hier goed om te zijn. De sherry die ik mezelf heb ingeschonken – er is niemand anders om dat voor me te doen – smaakt niet slecht.

Ik heb niet zoveel verstand van alcoholische drankjes, maar ik zou verwacht hebben dat het wat steviger zou zijn in je mond. Het ziet er zo veelbelovend uit, met die gouden glans.

Weer zoiets wat ik me inbeeld? Het leven is een samenraapsels van zulke illusies.

Buiten is het donker nu, en de vroege avondrust

wordt alleen verstoord door langsracende auto’s, met eigenaars die vastbesloten lijken om liever vroeg dan laat in het ziekenhuis te belanden. Met die snelheid vragen ze om aanrijdingen, lijkt het.

Grote Broer is schijnbaar thuisgebleven vanavond, er is niemand om op ze te letten.

Op de achtergrond hoor ik het geblaf van vele honden, het doordringendst die van mijn buurman. Dat arme beest zit dag en nacht vast, met veel te weinig bewegingsruimte. Hij wordt er dol van.

Ik luister naar Enya’s Cd "In memory of trees", die ik tegelijkertijd voor een vriend probeer op te nemen.

Ik hou van haar muziek. Ergens in mij moet een stukje Keltische erfenis zitten.

De klank van haar stem heeft iets dat me het ene moment doet denken aan leer en donker eikenhout en dan weer aan de fluwelen smaak van tawny port, - en dat vervloeit in klanken als het zijden gevoel van babyhaar.

Ik zit met aandacht van haar stem te genieten; ik luister eigenlijk niet vaak genoeg naar muziek, bang als ik ben dat het teveel zal binnendringen in mijn stilte. Ik ben liever alleen met mijn gedachten. Ik hou van mijn eigen gezelschap, doorgaans.

Ik geniet van de rust, de stilte, met alleen mijn boeken als genoten. Ik ben een WC-peinzer, en in bed ben ik omringd door mijn boeken. De lege plaats in mijn tweepersoonsbed is voor hen, met z’n allen. Ik ben zelf iemand die wel graag "op 't randje" zit!

Het laatste nummer van de CD is nu opgenomen, dus ik moet even opletten. Ik ben hier alleen maar voor die opname, ingebed in het zachte leer van mijn luie stoel. Anders breng ik hier heus niet zoveel tijd door .

De kamer mag dan klein zijn, het is er goed toeven. Ik heb er een galerij van gemaakt voor mijn eigen schilderijen en ook werk van een aantal vrienden. Een paar van mijn feministische

doeken hangen voor de ramen om mijn luidruchtige buren een beetje buiten te houden.

Die schilderijen van mij zijn donker en leer-achtig, geheimzinnig. Mensen vóelen er graag aan.

Ikzelf ben heel tactiel ingesteld, ik moet overal aan voelen: steen, stof, water, bomen, huis, zijde, fluweel…

Wat planten en kunstwerkjes hebben een plaatsje gekregen op de pasgeboende vloer.

Ofschoon dit echt een prettig aandoende zitkamer is, woon ik toch veel liever op mijn slaapkamer.

Daar is mijn tempel, waar ik mijn tijd graag liggend doorbreng, in gedachten, en omgeven door mijn boeken en mijn aantekenbloc.

Het opnemen is nu bijna klaar; het heeft even geduurd want ik ben helemaal niet technisch.

Dingen doen rondom het huis kan ik niet veel, omdat een valpartij me heeft opgezadeld met wat mankementjes. Maar "c’est la vie"! Wat gebeuren moet, moet gebeuren. Dat is een van de redenen waarom ik op mijn bed ben aangewezen.

Mijn lijf verzet zich nogal vaak tegen mijn manier van tijdbesteding, en dat eist dan na verloop van tijd zijn tol.

Al zittend in mijn leren stoel hier ben ik omgeven door goede gevoelens.

Ze herinneren me aan de degelijke basis die in mijn jonge jaren thuis gelegd is, en aan de periode dat ik naar mijn oma moest toen mijn moeder oververmoeid was, door de opvoeding van haar 10 kinderen en de zorg voor onze winkel.

Mijn oma’s leren stoel moet honderden jaren oud geweest zijn, maar je zat er lekker in.

Ik ben gelukkig en tevreden.

De sherry is op – mijn glas bedoel ik – en ik zal dadelijk wat moeten gaan liggen, want mijn rug kan niet meer zo goed tegen de zachte weelde van die zitkussens.

Er blijven herinneringen opkomen, van bekers dampende warme chocola tijdens koude winteravonden in Holland, eeuwen geleden, als we rond de haard zaten en luisterden naar de harde wind buiten.

Zitten in die stevige meubels van leer en eikenhout. Warm en veilig voelen. De fluweelzachte smaak van warme chocola, met knapperige kaneelbeschuitjes, die je insopte.

‘Degelijk’, dat lijkt wel het sleutelwoord te zijn van mijn bestaan. Ik kan niet vluchtig zijn en licht als een vlinder. Ik ben serieus, en altijd op zoek naar de zin van het leven.

Freud zou in zijn nopjes zijn als hij dit kon lezen.

Waarom moest ik dat alles dan in de steek laten?

Weggaan uit de veilige warmte van het nest, om de hitte van de zon te zoeken, met zijn frivole tropische kleuren?

Ik weet het niet.

Toch heb ik mijn stek gevonden. Ik hou ervan te wandelen in het regenwoud, ik voel de behoefte om voeling te houden met mijn wortels, en te zoeken naar de dingen van "daarginds" om de kracht van mijn leven te vinden.

Ik ben huiverig voor de slanke palmbomen die hoger en hoger reiken om de zon te zoeken. Zelf voel ik me eerder thuis op de donkere bodem van het woud : koel, nat en zompig met de geur van verrotting, de geur die vertelt van de vruchtbaarheid van Moeder Aarde.

De voedingsbodem van ongekende insecten en planten. Leven, groeien, Levenskracht.

Port.

Fluweel.

Leer.

Ik zie hoe het allemaal samenhangt, en dat brengt me terug bij mijn schilderijen, geheimzinnig als de bodem van het oerwoud, mysterieus als mijn ziel.

Een terugkeer naar de donkere eeuwen van de prehistorie, toen vrouwen de macht hadden, omdat zij de gevers en de voedsters waren van het leven.

Port, rood als bloed, en fluweel dat voelt als geronnen bloed.

Menstruaties.

Vrouwen.

In lang vergeten dagen wisten vrouwen wat het was om vrouw te zijn.

Nu worden vrouwen worden vaak nog maar beschouwd als een hulpmiddel voor doelen als foetussen, babies, kinderen, echtgenoten, gezinnen…..

Het regent nu, en ’t geluid van de de regen op het ijzeren dak dringt in mijn domein van stilte. Het overstemt de muziek.

Als kind heb ik altijd een hekel gehad aan regen.

Zelfs nu word ik er neerslachtig van, en doet het me denken aan mijn kindertijd met zijn verkoudheden en bronchitis. Ziekzijn, en niet naar buiten mogen om te spelen.

Ik ga naar bed nu.

Daar houd ik van: lezen in bed als het regent!


Lainy Ketelaars (Popovic).
24 Kooringal dr. Jindalee. 4074


TERUG NAAR BEGIN TEKST - BACK TO TOP OF PAGE