INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Lente

Hoera, het is lente. Nu de klok verzet is en het om acht uur ’s avonds nog niet donker is, heeft ook de zon besloten dat het genoeg geweest is met al die somberheid. Maart heeft zijn staart weer onstuimig geroerd, maar april lijkt zich van haar beste kant te willen laten zien. Dat beetje nachtvorst nemen we op de koop toe, nu de dagen zo zonovergoten zijn.

Ik heb altijd weer zo’n zin in de lente, dat ik op mijn mobieltje al die tijd weiger de tijd aan te passen. Sinds vorig weekend staat die weer goed. Ik weet weer een half jaar hoe laat het is. Ook mijn oudste dochter had er zin in, in de zomertijd. Hoe we haar ook hadden uitgelegd dat de klok een uur vooruit gezet werd, ze kwam in de bewuste nacht nog een uur later thuis van haar uitgaansavond dan normaal. Tien over half vijf was het toen we haar de trap op hoorden komen. In de nieuwe tijd dus tien over half zes! En dat terwijl ze om negen uur alweer in het clubhuis van de plaatselijke voetbalclub verwacht werd. We zuchtten diep en het kostte ons moeite de slaap weer te vatten, ook omdat de vogeltjes al met hun ochtendritueel begonnen waren. En u raadt het al: drie uur later werd onze nachtrust opnieuw verstoord, toen haar leider ons wakker belde.

Maar goed, lente dus. Hoe zuiver het ´s morgens ruikt als ik de fietsen uit het fietsenschuurtje haal. Hoe het gras alweer begint op te komen en binnenkort voor het eerst gemaaid wil worden. Hoe op onvoorspelbare plekken in de tuin krokusjes hun kop opsteken. Hoe je op de tocht naar je werk bepaalde plekken met een nieuwe blik ziet. Hoe je, zomaar plotseling, een moment van intens geluk kunt ervaren.

Nu de lente begonnen is, moet ik ook weer aan ´Hersenschimmen´ denken. In dat prachtige, ontroerende boek van Bernlef staat de lente op de punt van uitbreken. Maar de dementerende hoofdpersoon Maarten Klein heeft daar geen weet meer van. Hij zit zo in zichzelf en zijn verleden opgesloten, dat de seizoenswisseling niet meer binnenkomt. Het zal zijn laatste lente zijn, maar hij beseft het niet meer.

Afgelopen weekend was ik bij mijn schoonouders. Mijn schoonmoeder wordt binnenkort 84. Ze heeft heel wat met haar gezondheid getobd en had nooit verwacht dat ze zoveel lentes zou mogen meemaken. Daarom accepteert ze dit geschenk ook met grote gretigheid. Wat haar betreft is het beslist nog niet haar laatste lente. Ze blaakt nog van levenslust en wil liefst iedere dag, samen met haar echtgenoot, gaan wandelen.

Dat het ooit je laatste lente zal zijn. Dat je ooit voor de laatste keer de overgang naar de zomertijd meemaakt. Ik ken een achttienjarige jongen, een leerling van mijn school, bij wie vorig jaar in de winter een levensbedreigende ziekte werd ontdekt. Tijdens de lente werd hij terminaal en hij zou nog hooguit een paar maanden te leven hebben. Een lente later leeft hij nog steeds. Hoe voelt zo´n nieuwe lente als je die eigenlijk al niet meer zou meemaken? Wat voor gedachten gaan er rond in zo’n jeugdig hoofd?

Zo leidt de lente, net als ieder seizoen, ook tot overpeinzingen. En tot poëtische gedachten, zoals de eerste strofe van het door mij geschreven sonnet ‘Liedje’:

De lente zingt een liedje in mijn hoofd,

een melodie vol lichtheid en vol kleuren

en in mijn neus zijn nieuwe, frisse geuren

waardoor de somberheid in mij snel dooft.