|
|
Lustobject
De
vrouw is geen lustobject. Dat is althans de mening van het kabinet en het
staat in de emancipatienota van minister Plasterk. Afgezien van het feit
dat de minister zijn naam niet mee heeft (Plasterk klinkt een beetje als
‘plassex’), heb ik mijn twijfels over het effect van de nota.
Je kunt je proberen voor te stellen dat de mening van het kabinet in dezen
wel effect heeft. Zo van: de minister zegt het, dus dan wij moeten er ons
ook iets van aantrekken. We mogen ons van meneer Plasterk niet langer aan
een vrouw verlustigen, nou dan doen we dat toch niet meer. En we worden
ook niet langer in bekoring geleid, want al degenen die bijdragen aan de
hedendaagse beeldcultuur, leggen zich met ingang van morgen zelfcensuur op
en portretteren nooit meer een meisje of vrouw als lustobject.
Zo gaat het echter niet met ministeriële nota’s. Die hebben meestal
louter effect op leden van oppositiepartijen, columnisten en anderen die
beroepshalve graag hun mening laten horen. Dat effect bestaat eruit dat
zij om het hardst roepen dat en waarom zij het niet met de minister eens
zijn. Zo ook in dit geval. Met al zijn goede bedoelingen wordt Plasterk
weggezet als niet liberaal. Als iemand die zich begeeft op het terrein van
de opvoeding, waar het kabinet niets te maken heeft.
Een van de roepers is Femke
Halsema. Zij vindt Plasterks nota ‘zwaar teleurstellend’ en
‘vaag’. “De seksuele moraal laat zich niet of nauwelijks door een
overheid reguleren en dat moet ook niet,” roept ze. Vanuit haar
oppositiebastion voegt ze eraan toe dat het veel belangrijker is de
positie van vrouwen te verbeteren dan ‘een soort nieuwe preutsheid te
bepleiten’.
Natuurlijk meent Femke wat ze zegt en is haar kritiek oprecht. Net zo
oprecht als de kritiek van andere oppositieleden. Maar als ik haar woorden
lees, zit er een duiveltje bij mijn oor, dat fluistert dat haar woorden
ook een bijbedoeling hebben. Want al komt ze soms wat kil en humorloos
over, een deel van haar stemmen heeft ze natuurlijk te danken aan haar
aantrekkelijke uiterlijk. Ze is in zekere mate een lustobject. Als ik
twijfelend in het stemhokje sta, heeft dat al vaker de doorslag gegeven.
En ik ben heus niet de enige. Dat weet Femke en daar speelt ze, subtiel
weliswaar, op in.
Maar tegelijkertijd weet ze dat de tand des tijds ook aan haar zal gaan
knagen. Haar aantrekkingskracht op mannen als mij zal langzaam maar zeker
afnemen. En daar is ze natuurlijk een beetje pissig over. Wat zal er van
haar aantrekkingskracht overblijven, vraagt ze zich tijdens doorwaakte
nachten af, als ze straks een kille en humorloze vrouw met rimpels en
grijze haren is geworden? Ook daarom roept ze dat het kabinet niet mag
zeggen dat de vrouw geen lustobject is. Dan raakt ze nu al haar extra
stemmen kwijt.
Daar heeft Plasterk allemaal
niet bij stilgestaan toen hij zijn nota schreef. Hij wilde oprecht het
beeld van de vrouw als lustobject bijstellen en een halt toeroepen aan de
‘pornoficatie’ van de samenleving. Een dappere, tot mislukken gedoemde
poging.
|
|