INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

Lustobject

 

De vrouw is geen lustobject. Dat is althans de mening van het kabinet en het staat in de emancipatienota van minister Plasterk. Afgezien van het feit dat de minister zijn naam niet mee heeft (Plasterk klinkt een beetje als ‘plassex’), heb ik mijn twijfels over het effect van de nota.
Je kunt je proberen voor te stellen dat de mening van het kabinet in dezen wel effect heeft. Zo van: de minister zegt het, dus dan wij moeten er ons ook iets van aantrekken. We mogen ons van meneer Plasterk niet langer aan een vrouw verlustigen, nou dan doen we dat toch niet meer. En we worden ook niet langer in bekoring geleid, want al degenen die bijdragen aan de hedendaagse beeldcultuur, leggen zich met ingang van morgen zelfcensuur op en portretteren nooit meer een meisje of vrouw als lustobject.
Zo gaat het echter niet met ministeriële nota’s. Die hebben meestal louter effect op leden van oppositiepartijen, columnisten en anderen die beroepshalve graag hun mening laten horen. Dat effect bestaat eruit dat zij om het hardst roepen dat en waarom zij het niet met de minister eens zijn. Zo ook in dit geval. Met al zijn goede bedoelingen wordt Plasterk weggezet als niet liberaal. Als iemand die zich begeeft op het terrein van de opvoeding, waar het kabinet niets te maken heeft. 
Een van de roepers is Femke Halsema. Zij vindt Plasterks nota ‘zwaar teleurstellend’ en ‘vaag’. “De seksuele moraal laat zich niet of nauwelijks door een overheid reguleren en dat moet ook niet,” roept ze. Vanuit haar oppositiebastion voegt ze eraan toe dat het veel belangrijker is de positie van vrouwen te verbeteren dan ‘een soort nieuwe preutsheid te bepleiten’.
Natuurlijk meent Femke wat ze zegt en is haar kritiek oprecht. Net zo oprecht als de kritiek van andere oppositieleden. Maar als ik haar woorden lees, zit er een duiveltje bij mijn oor, dat fluistert dat haar woorden ook een bijbedoeling hebben. Want al komt ze soms wat kil en humorloos over, een deel van haar stemmen heeft ze natuurlijk te danken aan haar aantrekkelijke uiterlijk. Ze is in zekere mate een lustobject. Als ik twijfelend in het stemhokje sta, heeft dat al vaker de doorslag gegeven. En ik ben heus niet de enige. Dat weet Femke en daar speelt ze, subtiel weliswaar, op in.
Maar tegelijkertijd weet ze dat de tand des tijds ook aan haar zal gaan knagen. Haar aantrekkingskracht op mannen als mij zal langzaam maar zeker afnemen. En daar is ze natuurlijk een beetje pissig over. Wat zal er van haar aantrekkingskracht overblijven, vraagt ze zich tijdens doorwaakte nachten af, als ze straks een kille en humorloze vrouw met rimpels en grijze haren is geworden? Ook daarom roept ze dat het kabinet niet mag zeggen dat de vrouw geen lustobject is. Dan raakt ze nu al haar extra stemmen kwijt. 
Daar heeft Plasterk allemaal niet bij stilgestaan toen hij zijn nota schreef. Hij wilde oprecht het beeld van de vrouw als lustobject bijstellen en een halt toeroepen aan de ‘pornoficatie’ van de samenleving. Een dappere, tot mislukken gedoemde poging.