INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

Silentium

Vorige week hadden we de reünie van ons studentenhuis in Nijmegen. Dit was niet het type huis dat de meesten zich daarbij zullen voorstellen. Het was een gang in het klooster van de orde van de SSS, oftewel de Congregatie van het Allerheiligst Sacrament, in de Nijmeegse wijk Brakkestein. We woonden daar met 7 studenten, allemaal jongens uiteraard, in de periode van 1977 tot 1981. Hoewel de paters ongetwijfeld wel eens anders hebben gehoopt, heeft geen van ons ooit de bedoeling gehad in te treden.
We hebben daar een fantastische tijd gehad. Hoewel we allemaal iets anders studeerden en uit verschillende delen van Brabant en Limburg kwamen, groeide er in de loop der jaren een groot gevoel van gemeenschappelijkheid. Dat werd deels gevoed door de medebewoners van het klooster, de paters en broeders Sacramentijnen. Met name het feit dat we dagelijks mee mochten eten in de refter, resulteerde in een schier oneindige voorraad anekdotes. Misschien dat ik ze nog eens ooit te boek zal stellen. Een tipje van de sluier zal ik nu reeds oplichten: kloosterlingen zijn soms net gewone mensen, die zelfs niet schromen met elkaar op de vuist te gaan.
Lang vormde het ophalen van anekdotes een belangrijk bestanddeel van de jaarlijkse reünie. Maar met het verstrijken der jaren is hun aandeel in het programma afgenomen. De herinneringen beginnen te vervagen. (Een reden te meer om ze te gaan optekenen en ze voor het nageslacht te bewaren).
De reünie werd dit jaar voor de negentiende keer georganiseerd. Plaats van samenkomen was dit keer Nijmegen zelf, waar een van de ganggenoten ook na de studietijd is blijven hangen. We ontmoetten elkaar en onze partners rond 13.00 uur in de Leeuwstraat, waar we vaststelden dat de tijd ons weer een jaartje ouder (grijzer, kaler) had gemaakt. Het oudste ganglid is afgelopen juli vijftig geworden, de anderen gaan Abraham de komende twee jaar ook een keer ontmoeten. Belangrijkste gespreksonderwerp was het eerste uur het opvoeden van kinderen en wat daar voor ‘moderne’ ouders allemaal bij komt kijken.
Toch vormde ook dit keer het thema ‘kloosterleven’ een onderdeel van het programma. Na een stevige lunch zetten we immers koers naar Museumpark Orientalis, de voormalige Heilige Landstichting. Daar bezochten we de fototentoonstelling Silentium. Deze bestaat uit foto’s van de Nederlandse fotografe Annie van Gemert, die halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw het kloosterleven in indringende beelden heeft gevangen. Tien jaar later is zij nog een keer teruggeweest om opnieuw de puurheid van deze vorm van samenleven ter plekke vast te leggen.
Ik kan me niet voorstellen dat iemand deze tentoonstelling kan bezoeken zonder geroerd te raken. Een aantal nonnen die in een keuken uit grootmoeders tijd gezamenlijk een maaltijd bereiden. Vijf broeders op een rij wier aandacht volledig gefocust is op de boontjes die ze aan het doppen zijn. Een stokoude pater die liefdevol verzorgd wordt op zijn sterfbed. Een middeleeuws ogende monnik met een contemplatieve blik boven een grote haakneus. Het zijn beelden die zich in je netvlies branden. Er straalt zo’n rust van uit, zo’n benijdenswaardige sfeer van eenvoud. Als ergens de essentie van het leven te vinden is, is het in een klooster, ga je denken. Als je niet al ooit vier jaar onder zo’n dak had geleefd, zou je spontaan overwegen het alsnog te gaan doen.
’s Avonds hebben we de dag heel toepasselijk afgesloten met hemels eten en drinken in restaurant De Hemel. Het leven is mooi, maar sommige dagen zijn nog mooier dan andere.