Bijzonder
In
de hoop dat ik u, lezer, niet te veel vermoei, wil ik het deze keer over
mijn vrouw hebben. Ik heb namelijk een heel bijzondere vrouw. Nou zullen
er meer mannen zijn die dat zeggen, maar mijn vrouw is echt bijzonder.
Zo heeft ze vaak hele leuke ideeën. Afgelopen zondag bijvoorbeeld stelde
ze voor onze zondagmorgenwandeling eens een keer in omgekeerde richting te
doen. Kijk, dat is nou typisch een voorstel van een bijzondere vrouw.
Gewone vrouwen zullen zoiets nooit bedenken. Die zullen altijd weer kiezen
voor het gebaande pad. Uit gemakzucht. Of vanwege een geestelijke armoede,
waardoor het niet in hen opkomt de dingen eens in omgekeerde volgorde te
doen. Let wel, ik heb niets tegen gewone vrouwen. Ik zou alleen niet met
een van hen getrouwd willen zijn.
Ik geef toe dat ik even aan haar voorstel moest wennen. Mijn hersenen zijn
nu eenmaal geprogrammeerd op de vaste zondagochtendroute en een wijziging
daarvan moest in mijn bovenkamer dus verwerkt worden. Tien seconden kostte
deze verwerkingstijd, toen vond ik het een briljant idee.
En daar gingen we op weg. Het eind van onze wandeling, waarbij mijn vrouw
altijd denkt aan koffie en ik aan het lekkers erbij, was nu ineens het
begin. Een wonderlijke sensatie. Waar we normaal het buitengebied rondom
ons dorp inlopen, liepen we er nu uit. We zagen bomen en boerderijen van
de andere kant en dus zagen ze er wezenlijk anders uit. Het was of we in
het buitengebied van een ander dorp liepen.
Ook ons gesprek was wezenlijk anders dan op andere zondagen. Vaak wordt de
wandeling benut voor reflectie op ons beider werk. En als we daarover
uitgepraat zijn, zijn er altijd nog de kinderen en onze inspanningen hen
zo goed mogelijk door de puberteit te loodsen die voldoende gespreksstof
leveren. Tijdens deze wandeling hadden we het over een fraaie uitbouw aan
een woning, die we nog nooit eerder gezien hadden. Over de charme van
vogelgeluiden. Over een reiger die neerstreek in een weiland. Soms ook
zeiden we minutenlang niets, omdat alle gedachten uit ons weggewaaid
waren.
Bij een huis op het verste punt van de route schrok ik van een bouvier die
aansloeg. Dat doet het beest iedere keer, maar deze zondag had ik er niet
op gerekend. Meteen zocht ik bescherming bij mijn vrouw door mijn arm door
de hare te steken. Zoals altijd moest ze lachen om mijn hondenangst. “Je
weet toch dat hij vastzit,” zei ze. Dat wist ik ook wel, maar ik wilde
het opnieuw verifiëren. Even later vroeg ik of mijn vrouw nog van me
hield. “Dat weet je toch,” zei ze. “Ja schat,” zei ik. Ik wil het
alleen even verifiëren, dacht ik.
Later
op de dag las ik een artikel over vrouwen van boven de vijftig die een
nieuwe man zoeken. Een van de geïnterviewde vrouwen vond het beklemmende
gedachte van je 20ste tot je 80ste met één persoon
samen te zijn. Dat mag zij vinden, maar als ze net zo’n bijzondere
partner getroffen had als ik, zou ze er beslist anders over denken. Ik wil
tot ver na mijn 80ste met mijn vrouw op zondagochtend blijven
wandelen. We moeten alleen af en toe in omgekeerde richting lopen.
|