|
|
Paradox
‘Het gaat goed met de kerk, want zij lijdt.” Deze woorden sprak
aartsbisschop Simonis in de preek bij gelegenheid van zijn afscheid. Hij
had deze woorden overigens niet zelf bedacht, maar geleend van paus Paulus
VI. Kennelijk leed de kerk tijdens zijn pontificaat, dat duurde van 1963
tot 1978, ook al.
Het is een merkwaardige paradoxale zin. Dat de kerk lijdt, is een
uitspraak die je met feiten kunt staven. Het geldt in ieder geval voor de
Nederlandse kerkprovincie. Gedurende Simonis’ ambtstermijn is het aantal
praktiserende katholieken dramatisch gedaald. Als hij als een directeur
van een bedrijf, een rector van een school, of een voetbaltrainer zou
worden afgerekend op de cijfers, zou hij al honderd keer ontslagen zijn.
En dan zou hem bij zijn afscheid zeker geen hoge onderscheiding zijn
opgespeld. Maar voor aartsbisschoppen gelden andere criteria, zeker voor
een Nederlandse aartsbisschop ten tijde van de grote secularisering
(volgens Simonis ‘ontgoddelijking’) van de maatschappij. Die wordt,
ondanks het schrikbarende verlies aan klandizie, toch geroemd vanwege zijn
talloze verdiensten voor de kerk en kan bij zijn zelfgekozen afscheid
wegkomen met bovengenoemde uitspraak en met de voorspelling van een
kerkelijk reveil.
Ik vraag me af in hoeverre deze paradox ook zeggingskracht heeft als je
het onderwerp verandert. Bijvoorbeeld: “Het gaat goed met de mensheid,
want zij lijdt.” Hoeveel lijden is er nodig om zo’n uitspraak te
kunnen onderschrijven? En over welk deel van de mensheid hebben we het
dan? Wat mij betreft zijn dat te moeilijke vragen, waarop ik met 48 jaar
levenservaring in ieder geval geen antwoord paraat heb.
Laat me de zin dan toepassen op een ander, veel aardser onderwerp:
voetbal. Meer in het bijzonder PSV. “Het gaat goed met Jan Wouters, want
hij lijdt” (na de ontnuchterende nederlaag van afgelopen weekend tegen
Roda). Of de paradox in deze situatie overeind blijft, is zeer de vraag.
Maar als PSV zich bij het verschijnen van deze column alsnog geplaatst
blijkt te hebben voor de tweede ronde van de Champions League, is het
lijden van de interim-coach tegen wil en dank in ieder geval niet voor
niets geweest.
Voor
mijzelf is de uitspraak in ieder geval niet waar. Laat ik voorop stellen
dat ik, als in luxe levende westerling met veel voorspoed in liefde en
gezondheid, amper weet wat lijden is. Maar als ik een klein beetje lijden
ervaar, zoals de afgelopen dagen het geval was, gaat het even niet bepaald
goed met me. Ik wil er niet te zeer over uitweiden, maar ik had een
rotweekend. Dat had vooral te maken met een door mij geschreven column in
een plaatselijk blad. Een wat spottend bedoelde passage daaruit is door
een aantal lezers nogal letterlijk toegepast op de eigen situatie en ze
hebben nogal gepikeerd gereageerd. In hun situatie, die ik bij het
schrijven van de column niet kende, is zeker sprake van lijden en het ging
hen allesbehalve goed. Gelukkig gaat het inmiddels veel beter met hen,
aangezien hun lijden voorbij lijkt.
|
|