INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

Dertien

Mijn jongste dochter is kortgeleden dertien geworden. “Meisjes van dertien, er net tussenin,” zong Paul van Vliet al. Dat zal nog steeds opgaan, maar waar tussenin weet ik niet precies. Ze is geen kind meer, zoveel is duidelijk. Ze wordt boos als ik haar met een van de oude koosnamen aanspreek. Ze wil mijn ‘poepedeine’ niet meer zijn. Een stomp kan ik krijgen. Helaas voor haar is papa erg hardleers.

Ze had twee cadeauwensen: een horloge of een nieuw mobieltje. Bij die wens trokken wij onze wenkbrauwen op. Bij haar vorige verjaardag had ze immers al een mobieltje gehad. Een ‘klappertje’ nog wel met een strak design. Hoezo wilde ze er nu alweer een? Domme vraag. Er waren immers veel mooiere mobieltjes dan toen. Met nog meer mogelijkheden en een nog strakker design. Klappertjes waren eigenlijk alweer hopeloos ouderwets. Om mee te tellen moest je tegenwoordig een ‘slide-phone’ hebben.

Hoe het onze ouderharten ook brak dat onze jongste het gevaar liep niet mee te tellen, wij wensten niet mee te doen aan deze ratrace. Een omloopsnelheid van slechts een jaar voor zo’n kostbaar apparaatje stuitte ons tegen de met zuinigheid opgevoede borst. We kozen dus voor een horloge. Eentje van Esprit met een mooi strak design. Het ouderlijk hart maakte een vreugdesprongetje toen we haar glimlach na het uitpakken zagen. We hadden een goede keus gemaakt, zoveel was duidelijk. Of de los bijgeleverde schakeltjes ooit gebruikt gaan worden, zal de tijd leren.

Bij een verjaardag hoort natuurlijk ook een feestje. Het stadium van de kinderfeestjes, waarvoor een groot beroep werd gedaan op onze ouderlijke creativiteit, zijn we voorgoed ontgroeid. Tegenwoordig moeten we zoveel mogelijk op afstand van het feestgedruis blijven. Iedere keer dat we ons laten zien, is er een te veel. Er schijnen ouders te zijn, ook van dertienjarigen, die het huis verlaten als het feest begint en maar weer zien hoe ze het na afloop aantreffen. Zover zijn wij nog niet.

Voorafgaand aan het feest waren we overigens wel nodig. Mama werd ingeschakeld voor een ritje naar de supermarkt, papa moest alles klaar zetten voor het filmavondje. Dus een beamer van mijn werk geleend en het oude diascherm van zolder gehaald. Sneller dan ik gedacht had, had ik beamer en laptop op de goede manier met elkaar verbonden. De grote klus bleek evenwel het beeld goed midden op het scherm te krijgen. Er ontsnapten mij meerdere vloeken voor het zover was. Mijn zoon, die zijn diensten aanbood, werd afgebekt. Een halve minuut voor de eerste feestvierders binnenkwamen, was ik dan eindelijk tevreden. De jarige zelf stond op dat moment nog voor de spiegel.

Later bleek dat ik mijn werk eigenlijk voor niks gedaan had. Voor elf dertienjarige grietjes is een groot filmscherm slechts bedoeld als behang. Als dekmantel om twee uur ongestoord over dertienjarigemeidendingetje te kletsen. Vanuit de belendende kamer hoorden we onze dochter er steeds bovenuit.

Na afloop bevestigde ze dat het feest keigaaf was geweest. De twee jongens uit de klas, die aanvankelijk ook zouden komen, waren niet gemist. Ze had het twee dagen eerder met een van hen uitgemaakt. Ze was immers niet meer verliefd.