INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ritme

Vandaag is een tussendag. Zo’n dag waarop je van het ene in het andere ritme moet zien te komen.
De afgelopen elf dagen was ik begeleider tijdens de jaarlijkse Romereis van de school waar ik werk. Ieder jaar beschouwen de vijfdeklassers deze reis weer als het hoogtepunt van hun middelbareschooltijd. Ze hebben er lang naar uitgezien en gaan er dan ook vol voor. Hun reis moet en zal minstens zo leuk worden als de reis die ze kennen uit de verhalen van hun voorgangers.
Het ritme van de voorbije dagen was er een van te korte nachten, van altijd mensen om je heen en nauwelijks privacy, van veel lachen en lol maken, van collega’s die, als je eindelijk denkt te kunnen gaan slapen, hele bossen gaan omzagen, van een op iedere straathoek bruisende stad waarin de eeuwen over elkaar heen buitelen, van lange wandelingen in een van uitlaatgassen verzadigde lucht, van staand ontbijten in een bar, van twee keer per dag warm eten en genieten van al het heerlijks uit de Italiaanse keuken, van veel wijn en regelmatig ook een grappa of een limoncello, van een strakblauwe lucht en zomerse temperaturen. Maar vooral van pubers in je kielzog voor wie jij, hun gids, de eerste kennismaking met de eeuwige stad tot een levenslange liefde kunt maken. Een hoog ritme kortom, waarvan je behoorlijk uitgeput thuis komt, zeker na een laatste nacht in een bus, in een nou niet bepaald ideale houding.
Gisteren was de dag van de thuiskomst. Hoewel het ritme van deze dag al anders was, echode het Romeinse ritme nog door. Mijn huisgenoten waren immers benieuwd naar mijn verhalen en, zeker wat de kinderen betreft, ook naar de meegebrachte cadeaus.
Vandaag echter, na een nacht van meer dan het dubbele van de voorgaande nachten, diende het gewone ritme weer opgepakt te worden. (Dat wil zeggen, niet het ritme van een gewone werkweek. Ik heb immers nog een weekje vakantie.) Hoe breng je zo’n dag door? In delen van je hoofd wandel je nog door Rome. Je ziet de gebouwen en straten nog voor je. De drukte rondom Stazione Termini, waar het pension bijna tegenaan lag, raast nog door je bloed. Maar in andere delen van je hoofd ervaar je dat je weer gewoon thuis bent en je constateert dat ieder gezinslid zijn eigen bezigheden weer oppakt. Ze vinden het immers alweer normaal dat je terug bent.
Ik heb even overwogen de kranten van de laatste anderhalve week door te gaan lezen. Ik moest toch immers op de hoogte raken van de kredietcrisis en het onstuimige ritme waarin de financiële wereld zich momenteel bevindt. Bij nader inzien was ik daar niet aan toe. Ik heb me wat de kranten betreft beperkt tot het maandagse sportkatern en boekenbijlagen van de laatste twee vrijdagen. Het lezen van enkele boekrecensies heeft me bij het omschakelen naar het normale ritme zeker geholpen. Een van die recensies ging over het nieuwste boek van Anna Enquist. ‘Contrapunt’ heet het. Het overlijden van haar dochter speelt er een grote rol in. Als het me ooit moeilijk lijkt een nieuw ritme te vinden, is als een van je kinderen overlijdt. Ik neem me voor dit boek binnenkort te gaan lezen.  
Volgende week maandag moet ik weer gaan werken. Waarschijnlijk ben ik binnen een half uur weer gewend aan het schoolritme. Voor de vijfdeklassers zal het wat langer duren. Voor hen begint het tweede deel van hun middelbareschooltijd, het deel na ‘de’ reis. Met horten en stoten zullen ze het juiste studieritme moeten vinden om over anderhalf jaar examen te kunnen doen.