INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gek?

Twee berichten troffen mij op de maandagse sportpagina. Het eerste gaat over Luke Madill. “Who the hell is Luke Madill?” Ik hoor het u denken. Welnu, Luke is een Australische fietscrosser die zal meedoen aan de Olympische Spelen. “So what?” Ik hoor het u opnieuw denken. U geeft immers niets om sport. Of u geeft wel om sport, maar u heeft al genoeg moeite bij te houden welke Nederlandse jongens en meisjes allemaal naar Peking zullen gaan of nog naarstig pogingen doen zich ervoor te kwalificeren. U heeft dus geen plaats in uw hersenen over voor sporters van een continent aan de andere zijde van de aardbol.

Waarom staat er dan toch een berichtje over ene Luke Madill in de krant? Dat heeft te maken met de manier waarop hij de voorbereiding op het grootste sportevenement aanpakt. Voorbereiden is investeren, heeft deze 27-jarige Australiër gedacht. Dat zullen collega-topsporters beamen, maar de meesten van hen zullen hieronder iets anders verstaan dan Luke. Hij wil immers niets aan het toeval overlaten en heeft 20 duizend euro geïnvesteerd in een nieuwe achtertuin. “Een nieuwe achtertuin?” Jazeker, een nieuwe achtertuin. Daar heeft hij immers een exacte replica van de crossbaan in Peking laten aanleggen. Hij heeft zijn tuinarchitect de opdracht gegeven elke bult, bocht en kuil van het 370 meter lange circuit na te maken. En die heeft zich keurig van zijn wat ongewone taak gekweten. Dat valt te zien op een foto die bij het berichtje is afgedrukt, hoewel die ook op een willekeurige crossbaan aan de rand van een Nederlands dorp gemaakt kan zijn. Op zijn kleine fietsje ziet Luke eruit als een jochie dat aan het afreageren is na een te lange schoolweek.

Is Luke een beetje gek, zoals het eerste deel van zijn achternaam doet vermoeden? Of een beetje ziek in het hoofd, zoals de tweede lettergreep lijkt te suggereren? Ik weet het niet, maar ik geef hem het voordeel van de twijfel. Hij is immers enorm gedreven en gedrevenheid, daar heb ik iets mee. Met zijn vijfde plaats op de wereldranglijst behoorde Luke al tot de kanshebbers voor Olympisch goud. Maar dat vond hij kennelijk niet genoeg. En daarom belde hij zijn tuinarchitect voor een lucratieve klus. Opdat de Olympische piste straks geen geheimen voor hem kent.

Gedrevenheid spreekt ook uit het andere artikel. Dat gaat over Ger Senden, die afgelopen zondag na 19 seizoenen afscheid heeft genomen van het publiek van voetbalvereniging Roda JC. 19 seizoenen! In een tijd waarin voetballers, of eigenlijk hun zaakwaarnemers, na één mooi hakballetje of stiftje al denken aan een vet contract bij een grotere club, bestaat er dus ook nog zoiets als pure clubliefde. In het clubliefdeklassement, het klassement van spelers met veel dienstjaren bij één profclub, staat hij op de eerste plaats. Hij heeft zelfs Sjaak Swart, mister Ajax, ingehaald.

Is Ger Senden gek (geweest)? Of een beetje ziek in het hoofd? Natuurlijk niet. Staat er in de Australische krant van vandaag een foto van zijn afscheid? Nee natuurlijk. En toch verdient zijn gedrevenheid om 19 jaar en 410 eredivisiewedstrijden lang de clubkleuren van Roda te verdedigen ieders bewondering. Ik vermoed dat Ger na zijn voetbalpensioen geen tuinarchitect in de arm zal nemen om in zijn achtertuin het Rodaveld te laten nabouwen. Hij kent er immers alle geheimen al van.