INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

 

Gelukkig

Ik voel me weer gelukkig. Althans dat heb ik in de krant gelezen. Ik had het zelf nog niet zo gemerkt, maar toen ik het zo zwart op wit zag staan, kon ik er niet meer onderuit. Allerlei onbestemde gevoelens die ik had, kon ik ineens duiden. Ik voelde me weer gelukkig, dat was het. Ik kreeg er meteen goede zin van. Ik tuitte mijn lippen om een deuntje te fluiten, maar daar ben ik helaas nooit zo goed in geweest.
U voelt zich trouwens ook weer gelukkig. Mag ik u daarmee van harte geluk wensen. Wat zegt u? U had het ook nog niet echt gemerkt? U heeft gisterenavond flinke ruzie met uw partner gehad? En vanmorgen bent u gewoon chagrijnig naar uw werk gegaan? Omdat zelfs de nazomer tegenvalt, bent u eigenlijk al wekenlang niet te genieten?
Toch staat het in de krant hoor. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft het onderzocht en de uitkomst is overduidelijk: de Nederlander voelt zich weer gelukkig. Dan kunt u natuurlijk weer gaan zeggen dat ze u niets gevraagd hebben, maar dat is flauw. De jongens van het SCP zorgen er echt wel voor dat ze een representatieve steekproef nemen, voordat ze zoiets gaan lopen beweren. Ze weten echt wel hoe ze een onderzoekje moeten opzetten, al hebben ze u dan niet persoonlijk benaderd. Misschien hebben ze uw buurman wel in het onderzoek betrokken, of anders die mevrouw van drie huizen verder. Ze kan er dan meestal wel wat sikkeneurig uitzien als ze haar hondje uitlaat, maar dat zegt niet alles. Het geluksgevoel kan bij haar ook diep van binnen zitten.
Toen ik de uitkomst van het tweejaarlijkse onderzoek las, bleven mijn ogen vooral haken aan het woordje ‘weer’. Dat ik, als Nederlander, weer gelukkig was, impliceerde dat ik een bepaalde tijd ongelukkig was geweest. Of althans minder gelukkig. En die bepaalde tijd had ongeveer twee jaar geduurd. Best een lange periode om ongelukkig of minder gelukkig te zijn. Dat gun je niemand, dat het geluk hem zo lang weigert voluit toe te lachen. Zelfs (respectievelijk zeker) je buurman niet.
Ik onderwierp me dus aan een zelfonderzoek. Ik schudde mijn geheugen op op zoek naar het waarom van de malaise waar ik kennelijk in gezeten had. Maar hoe ik ook zocht, ik kon niets substantieels vinden. Er waren wel eens wat kleine tegenslagen geweest, maar niets om ongelukkig van te worden. Ik ben redelijk gelijkmatig van karakter, althans zo maak ik mezelf wijs, en laat me door wat tegenwind niet van de wijs brengen. Twee jaar geleden niet en nu ook niet. 
Nee, ik herken me amper in de Nederlander uit het onderzoek. Aan hem hebben de economische en politieke malaise ten tijde van het vorige onderzoek kennelijk behoorlijk geknaagd. Hij werd er pessimistisch en angstig en onzeker van en zag allerlei doemscenario’s opdoemen voor de nabije toekomst. Hij zou zelfs zomaar het slachtoffer kunnen worden van een terroristische aanslag.
Maar gelukkig is hij weer uit het dal geklauterd. Al het ergs wat hij zich in zijn hoofd had gehaald, is vooralsnog uitgebleven. Het economisch klimaat is gunstiger geworden en nog sterker verbeterd is het ‘opinieklimaat’. Alle reden om weer zielsgelukkig te worden.
Ziet u een dezer dagen die mevrouw van drie huizen verder glimlachend haar hond uitlaten, dan heeft ze waarschijnlijk ook de krant gelezen.