INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina


 

 

 

 

 

 

 

(M)anders

What’s in a name? Rare vraag. Zeker als je van ‘a name’ ‘my name’ maakt. Je hebt er zelf immers helemaal geen invloed op gehad, noch op je voor- noch op je achternaam. En je ouders hadden bij het kiezen van je voornaam ook niet echt de illusie dat ze daarmee de loop van je leven in de door hen gewenste richting konden duwen.

In de literatuur komen soms speaking names voor. Willem (die Madoc maakte) noemde de koning Nobel, om aan te geven dat hij dat juist niet was, net zo min als Reinaert rein van aard was. Multatuli noemde de resident van Bantam, de baas van Max Havelaar, Slijmering en liet met die keuze geen misverstand bestaan over hoe hij over hem dacht. In het echte leven komen zulke namen niet of nauwelijks voor. U heeft weliswaar gelijk als u zegt dat meneer Naaktgeboren inderdaad naakt geboren is, maar dat zijn u en ik ook.

Toch heeft mijn naam me wel eens aan het denken gezet. Daarom schreef ik een tijdje geleden onder de titel ‘What’s in a name?’ het volgende kwatrijn:

Ik ben Hans Manders, och ik heb geen klagen

Toch blijft één vraag voortdurend aan mij knagen:

O, was wellicht het leven echt een feest

Wanneer ik niet Hans Manders was geweest?

Een reden waarom ik soms gedwongen wordt over mijn eigen naam te reflecteren is de grote overeenkomst met de naam van een bekende brillenverkoper. Om de ietwat flauwe reacties als ik me moet voorstellen voor te zijn, zeg ik tegenwoordig wel eens: “Ik ben Hans Manders, alleen de M is anders.” Ook erg flauw, ik geef het toe, maar toch vaak goed voor glimlachjes. En die verzamel ik graag. Ze weten het geslonken zelfvertrouwen soms behoorlijk op te krikken.

In een bui van grote meligheid heb ik afgelopen week mijn eigen naam een keer gegoogled. Hoe schrijf je dit voltooid deelwoord eigenlijk? ‘t Aloude kofschip biedt hier onvoldoende uitkomst. Hoe dan ook, ik heb me anderhalf uur behoorlijk vermaakt met het zoeken naar naamgenoten en het me verdiepen in wat ik van hen te weten kwam: hun werk, hun hobby’s, hun interesses en overige wetenswaardigheden.

Zo heb ik een naamgenoot die bij het KNMI werkt. Hij is daar team- en projectleider. Dat klinkt best gewichtig, maar ik heb geen idee wat je dan doet. Bovendien vraag ik me af of het weer er zich iets van aantrekt dat er in De Bilt iemand teams en projecten leidt. Gelukkig voor hem heeft deze Hans ook interesses en hobby’s, want van alleen teams en projecten leiden wordt een mens niet gelukkig. Hij heeft een passie voor geschiedenis en hij houdt van muziek. Welke dat is, wordt niet vermeld. Waarschijnlijk houdt hij van heel andere muziek als ik. In ieder geval heeft hij een veel stoerdere hobby: zeezeilen. Dat zal deze Hans nooit doen, al voorspelt het KNMI nog zo’n rustig tij.

Een andere naamgenoot, uit Helmond, doet aan ‘zakelijke dienstverlening’. Hij maakt ‘technische ontwerpen’ en geeft ook nog eens advies voor ‘burgerlijke en utiliteitsbouw’.  Ook als ik dat lees, heb ik slechts een vaag idee waar de goede man het arbeidzame deel van zijn dagen mee bezig is. Ik hoop in ieder geval voor hem dat hij na werktijd de uitlaatklep van een hobby heeft. En dat hoeft niet eens een stoere hobby te zijn.

Een column is te kort om al mijn naamgenoten op het internet te noemen. Ik hoop dat ze allemaal, ondanks of dankzij hun naam, gelukkig zijn. Ook de Hans Manders die via internet zijn oude jeugdvriend zoekt, die hij al dertig jaar niet meer gezien heeft.