Zondagmorgen. Het is nog vroeg en de dag heeft nog talloze mogelijkheden
in zich. Het regent gestaag, maar dat hoeft de pret niet te drukken. Van
regen is immers nog nooit iemand gesmolten. Bovendien liggen ook
binnenshuis de mogelijkheden voor het oprapen. Het is alleen zaak dat op
de goede manier te doen. Anders gezegd: de mogelijkheden op te rapen en
niet door de mogelijkheden opgeraapt te worden. Anders ligt teleurstelling
op de loer. Het gebeurt te vaak dat mijn geliefde en ik aan het eind van
het weekend verzuchten: “Als we nou nog eens een dag kregen om echt tot
onszelf te komen.”
Ze ligt nog te slapen. Voor ik opstond, heb ik een kwartier lang haar
slapende gezicht bewonderd. Ze is nog steeds net zo mooi als de dag dat ik
haar voor het eerst zag. Sterker nog: de sporen die de tijd getrokken
heeft, hebben haar alleen maar mooier gemaakt. Ik moest me inhouden om
niet een kus op haar lippen te drukken. Ik heb het niet gedaan, want ik
weet hoe ze het nodig heeft om tenminste één keer in de week uit te
kunnen slapen. Vandaag zeker. Gisteren was voor haar immers een emotionele
dag. Ze heeft een neef mee begraven. Een leeftijdgenoot. Een echtgenoot.
Een vader van twee dochters, van acht en twaalf.
Met zo min mogelijk geluid ben ik uit bed gestapt en de trap af geslopen.
Ik opende de gordijnen en mijn oog viel op het prentje. Voorop staat een
tekening van de jongste dochter. Een natuurimpressie. Daar was ze mee
bezig, in een vakantiehuisje in Frankrijk, toen haar vader op zijn
racefiets stapte. “Als je straks terugkomt, is hij af,” schijnt ze
gezegd te hebben. Hij heeft de tekening echter niet meer gezien. Tijdens
de fietstocht voelde hij zich niet goed worden. Hij heeft zijn vrouw
gebeld en die heeft hem opgehaald. Onderweg naar het huisje hebben ze de
mooie natuur nog bewonderd. Voor het huisje is hij even later in elkaar
gezakt.
Nooit meer zal hij zich op een zondagmorgen afvragen wat hij met die dag
zal gaan doen. Tijd bestaat niet meer voor hem en dus ook niet de zorg hoe
die het beste, het meest bevredigend in te vullen. Uit het prentje blijkt
dat wielrennen en lezen twee van zijn passies waren. Aan deze twee
bezigheden heeft hij veel van zijn tijd besteed, niet wetend hoe schaars
de hem toegemeten hoeveelheid was. Het zijn twee passies die ik herken.
Naast het schrijven zijn lezen en fietsen mijn lievelingsbezigheden. Ook
dat gegeven zorgde ervoor dat ik het niet droog hield toen ik gisteren het
prentje las.
Terug naar vandaag. Het is nog geen half tien. Ik ben nog steeds de enige
die beneden is. Mijn geliefde en onze zoon liggen kennelijk nog te slapen.
Onze dochters zijn er niet. Ze hebben elders de nacht doorgebracht. Beiden
hebben alles uit de zaterdag gezogen wat erin zat. In de loop van de
middag zullen ze thuiskomen, voldaan maar uitgeput. De rest van de dag
zullen ze moeten uitrusten om morgen weer aan een nieuwe week te kunnen
beginnen.
Aan
die nieuwe week wil ik nog even niet denken. Eerst ga ik de mogelijkheden
van deze dag benutten. Vanwege de regen valt de mogelijkheid om te gaan
fietsen af.