INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 

Kinderstoel

 

Mooie zaterdagochtendklus: terwijl vrouw en kroost nog in bed liggen uit te rusten van de vermoeienissen van de week, koppel ik het bakkie aan. Ik heb het volgestouwd met de afdankertjes van onze welvaart. Een klapbed, bijvoorbeeld, waar onlangs een logé doorheen is gezakt. Een oude campingstoel die afgelopen zomer onder de druk van het goede leven bezweken is. Een staande lamp die is gesneuveld bij een kussengevecht met mijn zoon.
De meeste plaats wordt ingenomen door de restanten van wat een kippen- en een konijnenhok geweest zijn. Die heb ik ooit, in een opwelling van handigheid, zelf gemaakt. Maar na acht jaar zijn onze dieren geleidelijk aan de aandacht en zorg van onze kinderen ontsnapt en een voor een gestorven. Het laatste konijn lag op de ochtend van mijn laatste verjaardag dood in zijn hok. De laatste kip is volgens kenners door een vos weggeroofd. (Reynaert schijnt zich immers tegenwoordig ook in woonwijken op te houden.) Ons gezin is sinds een aantal maanden dierloos, op de vissen in de vijver na dan. Tokje hebben we in het begin nog gemist. Ze hipte iedere morgen op de leuning van een tuinbank en keek net zo lang de broodkruimels van ons bord, tot een gezinslid opstond om haar te voeren. Maar inmiddels wordt haar naam in onze ochtendconversatie niet meer genoemd.
Als je met je karretje bij de stort arriveert, blijkt altijd dat je niet de enige bent die vroeg is opgestaan. Zo ook deze zaterdag. Wat er aan het begin van het weekend zoal wordt weggegooid, daar heb je echt geen idee van als je in je bed blijft liggen. Grote bewondering heb ik altijd voor de gemeentewerkers bij de poort, die in één oogopslag zien hoeveel kuub je vervoert, hoeveel het storten daarvan kost en in welke bakken dat dient te gebeuren. En nog meer bewondering voor die medestorters die met grote vanzelfsprekendheid hun aanhangwagen recht achteruit rijden en precies daar neerzetten waar ze hem willen hebben. Zelf hoor ik tot de minderheid die zijn wagentje eerst moet afkoppelen, daarbij de honende blikken van de echte chauffeurs negerend.
Maar goed, je moet er wat voor over hebben, voor het bevrijdende gevoel dat opruimen je verschaft. Het maakt niet alleen huis en schuur, maar ook de overvolle geest een beetje leger. Als een mens zich niet af en toe ontdoet van oude spullen, is er geen ruimte voor nieuwe. En dus ook niet voor nieuwe ervaringen, voor de lokroep van de toekomst, als het ware.
Toch overkwam ons kortgeleden een omgekeerde sensatie. Mijn vrouw en ik kregen iets terug uit het verleden, iets waar we al lang afstand van hadden gedaan. En we waren er nog blij mee ook. Ik bedoel de oude houten kinderstoel waar we onze kinderen in gevoerd hebben. Hij bestaat uit twee delen en van het onderstuk kun je ook een tafeltje maken. We hebben hem jaren geleden aan mijn schoonouders gegeven, voor als de jongere kleinkinderen op bezoek waren. Als die er niet meer in pasten, mochten ze hem weggeven.
Dat hebben ze dus niet gedaan. En nu hebben we besloten hem te bewaren. Voor later, voor onze kleinkinderen. Die toekomst mag nog heel lang wegblijven, maar toch zien we het beeld al een beetje voor ons.