|
|
Kinderstoel
Mooie
zaterdagochtendklus: terwijl vrouw en kroost nog in bed liggen uit te
rusten van de vermoeienissen van de week, koppel ik het bakkie aan. Ik heb
het volgestouwd met de afdankertjes van onze welvaart. Een klapbed,
bijvoorbeeld, waar onlangs een logé doorheen is gezakt. Een oude
campingstoel die afgelopen zomer onder de druk van het goede leven
bezweken is. Een staande lamp die is gesneuveld bij een kussengevecht met
mijn zoon.
De meeste plaats wordt ingenomen door de restanten van wat een kippen- en
een konijnenhok geweest zijn. Die heb ik ooit, in een opwelling van
handigheid, zelf gemaakt. Maar na acht jaar zijn onze dieren geleidelijk
aan de aandacht en zorg van onze kinderen ontsnapt en een voor een
gestorven. Het laatste konijn lag op de ochtend van mijn laatste
verjaardag dood in zijn hok. De laatste kip is volgens kenners door een
vos weggeroofd. (Reynaert schijnt zich immers tegenwoordig ook in
woonwijken op te houden.) Ons gezin is sinds een aantal maanden dierloos,
op de vissen in de vijver na dan. Tokje hebben we in het begin nog gemist.
Ze hipte iedere morgen op de leuning van een tuinbank en keek net zo lang
de broodkruimels van ons bord, tot een gezinslid opstond om haar te
voeren. Maar inmiddels wordt haar naam in onze ochtendconversatie niet
meer genoemd.
Als je met je karretje bij de stort arriveert, blijkt altijd dat je niet
de enige bent die vroeg is opgestaan. Zo ook deze zaterdag. Wat er aan het
begin van het weekend zoal wordt weggegooid, daar heb je echt geen idee
van als je in je bed blijft liggen. Grote bewondering heb ik altijd voor
de gemeentewerkers bij de poort, die in één oogopslag zien hoeveel kuub
je vervoert, hoeveel het storten daarvan kost en in welke bakken dat dient
te gebeuren. En nog meer bewondering voor die medestorters die met grote
vanzelfsprekendheid hun aanhangwagen recht achteruit rijden en precies
daar neerzetten waar ze hem willen hebben. Zelf hoor ik tot de minderheid
die zijn wagentje eerst moet afkoppelen, daarbij de honende blikken van de
echte chauffeurs negerend.
Maar goed, je moet er wat voor over hebben, voor het bevrijdende gevoel
dat opruimen je verschaft. Het maakt niet alleen huis en schuur, maar ook
de overvolle geest een beetje leger. Als een mens zich niet af en toe
ontdoet van oude spullen, is er geen ruimte voor nieuwe. En dus ook niet
voor nieuwe ervaringen, voor de lokroep van de toekomst, als het ware.
Toch overkwam ons kortgeleden een omgekeerde sensatie. Mijn vrouw en ik
kregen iets terug uit het verleden, iets waar we al lang afstand van
hadden gedaan. En we waren er nog blij mee ook. Ik bedoel de oude houten
kinderstoel waar we onze kinderen in gevoerd hebben. Hij bestaat uit twee
delen en van het onderstuk kun je ook een tafeltje maken. We hebben hem
jaren geleden aan mijn schoonouders gegeven, voor als de jongere
kleinkinderen op bezoek waren. Als die er niet meer in pasten, mochten ze
hem weggeven.
Dat hebben ze dus niet gedaan. En nu hebben we besloten hem te bewaren.
Voor later, voor onze kleinkinderen. Die toekomst mag nog heel lang
wegblijven, maar toch zien we het beeld al een beetje voor ons.
|
|